Universiteitenvereniging VSNU wil niet opnieuw gedetailleerde afspraken maken over het aantal uren college of het studietempo van studenten.
De VSNU reageert vandaag uitgebreid op de protesten van studenten en docenten in het hoger onderwijs. Epicentrum van de onvrede is het bezette bestuursgebouw van de Universiteit van Amsterdam, maar ook bij andere universiteiten en hogescholen borrelt het: vandaag vinden er in verschillende steden debatten plaats, en verenigen studenten zich onder de naam waar ook de Amsterdamse actievoerders mee ten strijde trekken: ‘de Nieuwe Universiteit’.
De universiteiten “herkennen de zorgen die worden geuit”, schrijft VSNU-voorzitter Dittrich, en de besturen zouden daarover “permanent in gesprek” willen blijven. Hij belooft dat universiteiten zullen werken aan betere medezeggenschap en meer gaan investeren in de kwaliteit van het onderwijs.
De ontevreden studenten en docenten richten hun pijlen onder meer op de ‘prestatieafspraken’ die hogescholen en universiteiten sloten met het ministerie van Onderwijs. Daarin werd onder andere vastgelegd dat meer studenten sneller moeten afstuderen.
Die afspraken hebben volgens de VSNU “goede resultaten” gehad maar hebben ook “de indruk gewekt dat universiteiten alleen nog maar op rendement sturen”. Ook al klopt dat volgens de VSNU niet, het is wel duidelijk dat er een nieuwe balans nodig is tussen rendement en onderwijskwaliteit. “De animo van universiteiten om opnieuw te gedetailleerde prestatieafspraken te maken is dan ook klein”, aldus de brief.
De prestatieafspraken werden in 2012 gesloten door toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra en zijn een experiment, dat afloopt in 2018. Zeven procent van de overheidsbekostiging van universiteiten en hogescholen is afhankelijk van de doelen die tegen die tijd zijn gehaald. Ook de Tweede Kamer heeft de afgelopen maanden vaak kritiek geuit op de afspraken, die een “perverse prikkel” zouden geven.
Comments are closed.