Onderwijs

Universiteiten slaan alarm om toestroom

Na de hogescholen luiden nu ook de universiteiten de noodklok. Ze verwachten een dramatische stijging van het aantal eerstejaars en denken in de financiële problemen te komen.

De universiteiten zien het aantal vooraanmeldingen met een kwart stijgen tot 56000 nieuwe aanmeldingen voor het komende studiejaar. Dat zijn er elfduizend meer dan verwacht, stelt universiteitenvereniging VSNU.

Het zou door de economische crisis komen. Door de economische crisis zijn er volgens de VSNU veel studenten die niet kiezen voor een baan, maar voor de zekerheid van een studie.

“We willen geen paniek schoppen”, zegt een woordvoerder van de VSNU. “We hebben lang gewacht voordat we ermee naar buiten traden. Het zijn nog geen definitieve aanmeldingen en er kan nog veel gebeuren. Maar stel dat het veel minder wordt dan het nu lijkt, dan nog is er sprake van een gigantische stijging.”

De VSNU denkt dat Plasterk de definitieve aanmeldingen zal willen afwachten, die op 1 oktober worden geteld en pas begin volgend jaar bekend worden gemaakt. Maar de universiteiten hopen dat de minister in de aanloop naar Prinsjesdag met de toestroom rekening wil houden.

De vooraanmeldingen zijn een lastige bron, weet ook de VSNU. Want twee jaar geleden is er een nieuw aanmeldingssysteem in gebruik genomen: Studielink. Getallen van een nieuw systeem laten zich niet zomaar met getallen van een oud systeem vergelijken. Dat effect werkt nog door, want vorig jaar moesten de instellingen nog wennen aan Studielink. De aanmeldingen staan nu iets eerder geregistreerd.

Vorig jaar leek er ook een enorme groei van het aantal eerstejaars te zijn. Aan de universiteiten werd het uiteindelijk een toename van vier procent: flink, maar niet uitzonderlijk. Aan de hogescholen was de groei net als in andere jaren iets meer dan twee procent.

Navraag leert dat er tijdens de introductieweken van hogescholen en universiteiten niet extreem veel extra eerstejaars studenten rondlopen. Zo zou de Rijksuniversiteit Groningen volgens de vooraanmeldingscijfers 35 procent meer eerstejaars kunnen verwachten, terwijl het aantal eerstejaars tijdens de KEI-week met zeven procent is toegenomen. Maastricht zou veertig procent extra eerstejaars mogen verwelkomen. De introductieweek ziet een toename van vijf procent in het aantal deelnemers.

Veel fabrikanten en softwareproducenten zeggen naar hun klanten te luisteren, maar daar komt weinig van terecht. Ir. Marc Steen schreef er een boek over, uit frustratie.
Gevraagd naar goede voorbeelden van mensgericht ontwerpen, is hij even stil. Ook prof.dr. Pieter Jan Stappers, actief in dit gebied bij Industrieel Ontwerpen, heeft lange bedenktijd nodig. In een e-mail naderhand geeft hij voorbeelden waarvan hij vermoedt dat human centered design is toegepast: de Senseo (de gebruiker wil snel koffie, met schuimlaagje, en drinkt vaker in z’n eentje) en de TiVo (Philips’ harddisk videorecorder in de Verenigde Staten die televisieprogramma’s toont wanneer het de gebruiker uitkomt).
De veelgeprezen iPod is volgens Marc Steen juist geen voorbeeld van mensgericht ontwerp, omdat hij ontsproten is aan de heldere visie van één man, Steve Jobs, en niet het resultaat van klantenconsultatie. “Dat kan zijn”, vult Stappers aan, “maar vergeet niet dat Apple in de jaren tachtig en negentig juist ontzettend veel gebruikersonderzoek heeft gedaan. Jobs heeft dat misschien allemaal nog in zijn hoofd zitten.”

De stroming van het mensgerichte ontwerpen stamt, als nawee van de sixties, uit het Scandinavië van de jaren zeventig en tachtig. Vooral bij kantoorautomatisering en in de zorg mochten gebruikers meepraten over de innovaties.
Als consultant bij ondermeer KPN, Philips en TNO zag Steen dat bedrijven maar weinig gebruik maakten van de gebruiker. Goede suggesties werden vaak niet opgepikt en ontwerpers bleven makkelijk in hun eigen ideeën hangen. Steen raakte gefrustreerd en besloot na te gaan waar de goede bedoelingen ontspoorden. Hij stapte in op een promotieprogramma van de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. Het proefschrift ‘The fragility of human-centred design’ dat hiervan het resultaat was, verdedigt hij vrijdag aan de TU. Hierin beschrijft Steen de uitdaging van het mensgerichte ontwerp als ‘de juiste balans te vinden tussen open en gesloten, tussen zelf en ander’.
Ontwerpers hebben een lastige rol. Enerzijds willen ze zich openstellen voor de meningen van eindgebruikers, anderzijds moeten ze beslissingen nemen en knopen doorhakken. Maar waar ligt de balans? Waar bijvoorbeeld Apple zich kenmerkt door een constante visie, is Windows veel kleurlozer omdat het veel verschillende gebruikers tevreden wil stellen. 

In de praktijk komen gebruikers vaak pas aan het eind van een ontwerpproces in beeld. Bij een zogenaamde usability test kijkt een team van ontwerpers toe – liefst vanachter een halfdoorlatende spiegel – hoe een gebruiker zich door de menu’s worstelt.
Dat de gebruiker zo weinig heeft in te brengen, is volgens Stappers een gevolg van de korte traditie van het vak. Zo bestaat bij IO pas sinds 2004 het mastervak context en conceptualisatie, waarbij studenten etnografische technieken leren gebruiken om de gebruiker beter te leren kennen.

Ir. Marc Steen hoopt vrijdag te promoveren bij prof.dr.ir. Jan Buis (TU) en prof.dr. Hugo Letiche.

De universiteiten zien het aantal vooraanmeldingen met een kwart stijgen tot 56000 nieuwe aanmeldingen voor het komende studiejaar. Dat zijn er elfduizend meer dan verwacht, stelt universiteitenvereniging VSNU.

Het zou door de economische crisis komen. Die zou er volgens de VSNU toe leiden dat veel studenten niet kiezen voor een baan, maar voor de zekerheid van een studie.

“We willen geen paniek schoppen”, zegt een woordvoerder van de VSNU. “We hebben lang gewacht voordat we ermee naar buiten traden. Het zijn nog geen definitieve aanmeldingen en er kan nog veel gebeuren. Maar stel dat het veel minder wordt dan het nu lijkt, dan nog is er sprake van een gigantische stijging.”

De VSNU denkt dat Plasterk de definitieve aanmeldingen zal willen afwachten, die op 1 oktober worden geteld en pas begin volgend jaar bekend worden gemaakt. Maar de universiteiten hopen dat de minister in de aanloop naar Prinsjesdag met de toestroom rekening wil houden.

De vooraanmeldingen zijn een lastige bron, weet ook de VSNU. Want twee jaar geleden is er een nieuw aanmeldingssysteem in gebruik genomen: Studielink. Getallen van een nieuw systeem laten zich niet zomaar met getallen van een oud systeem vergelijken. Dat effect werkt nog door, want vorig jaar moesten de instellingen nog wennen aan Studielink. De aanmeldingen staan nu iets eerder geregistreerd.

Vorig jaar leek er ook een enorme groei van het aantal eerstejaars te zijn. Aan de universiteiten werd het uiteindelijk een toename van vier procent: flink, maar niet uitzonderlijk. Aan de hogescholen was de groei net als in andere jaren iets meer dan twee procent.

Navraag leert dat er tijdens de introductieweken van hogescholen en universiteiten niet extreem veel extra eerstejaars studenten rondlopen. Zo zou de Rijksuniversiteit Groningen volgens de vooraanmeldingscijfers 35 procent meer eerstejaars kunnen verwachten, terwijl het aantal eerstejaars tijdens de KEI-week met zeven procent is toegenomen. Maastricht zou veertig procent extra eerstejaars mogen verwelkomen. De introductieweek ziet een toename van vijf procent in het aantal deelnemers.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.