Onderwijs

Uitvinder pur sang

Zelfs tijdens zijn pensioen kan dr.ir. Noor van Andel het uitvinden niet laten. Hij kreeg het met de paplepel ingegoten. Nu heeft hij zijn eigen laboratorium en daar rekent en sleutelt hij aan prille uitvindingen.

Wie over de drempel stapt van het kantoor van Noor van Andel in Almelo, wordt direct gewaarschuwd. ‘Pas op dat je niet struikelt over de snoertjes’. Niet voor niets, want in Van Andels laboratorium, gevestigd in een oude kapperszaak, ligt een wirwar van snoeren op de grond, puilen de kasten uit met nanometers en stekkers. Zelfs het plafond van het kantoor hangt vol met wielen. Het is het domein van een uitvinder pur sang.

Van Andel, al zeven jaar met de vut, kan niet meer zonder laboratorium. Iedere dag denkt, rekent en sleutelt hij er nog. “Het is een drang”, zegt hij met een glimlach. “Anderen genieten misschien van hun pensioen door het rustiger aan te doen, maar ik ben nog elke dag met veel plezier aan het werk.”

Samen met zijn zoon Eur werkte Van Andel de afgelopen jaren aan de Zonneterp. Dit is een combinatie van een glastuinbouwkas en woningen. De kas dient als zonnecollector voor de buurt, en de woningen leveren voedingstoffen voor de teelt in de kas.

In de zomer wordt het in tuinbouwkassen veel te heet. Tuinders zetten daarom de ramen wagenwijd open. “Zonde”, zegt Van Andel. “Die warmte zouden ze in de winter goed kunnen gebruiken om de kassen te verwarmen.” Het overschot aan warmte wordt in de zomer in de grond opgeslagen en in de winter gebruikt om de kassen te verwarmen.

Van Andel: “Dat gebeurt nu ook al, maar met een grote elektromotor en dat kost bulten aardgas.” Van Andels uitvinding, de warmtewisselaar, moet uitkomst bieden. “Die wisselaar is zo efficiënt, dat we met het warmteoverschot ook huizen kunnen verwarmen”, zegt hij. In het Zuid-Hollandse dorp Nieuwveen worden binnenkort de eerste huizen verwarmd aan de hand van dit systeem. Voor dit project werd hij genomineerd voor de prestigieuze Altranprijs 2006.

Maar bij de paar huizen die nu worden verwarmd, laat Van Andel het niet. Hij wil zijn warmtewisselaar koppelen aan de zuinige gasturbine Heron, een uitvinding van TU-alumni Hendrik Jan Ankersmit en Rolf Hendriks, en een nieuwe brandstofcel (de Help-SOFC). Dit is een uitvinding van oud-TU’ers Diederik Jaspers en Benno van Dongen. “Door de krachten te bundelen halen we een rendement van 75 procent, dat kan een (kern)centrale nooit halen”, zegt Van Andel. “Wij willen de Nederlandse woningbouw volledig vrijmaken van fossiele brandstof. Met het warmteoverschot van kassen kunnen we heel Nederland verwarmen.”

Politici en tuinders zijn enthousiast, maar aannemers en ambtenaren houden de boot voorlopig nog af. “Veel mensen geloven niet dat we dit kunnen. Bij Akzo zei ik altijd: ‘als ze je geloven, dan ben je niet met iets nieuws bezig’. Dus wacht maar af, over tien jaar ziet de Nederlandse energievoorziening er totaal anders uit.”
Walhalla

Dat Van Andel naam zou maken als uitvinder, was geen verrassing. Het uitvinden kreeg hij met de paplepel ingegoten. “Mijn vader had een grote werkplaats. Hij was chemisch technoloog en had in Delft gestudeerd”, zegt de natuurkundige. “Mijn moeder was beeldhouwer en ook technisch goed onderlegd. Zij wilde eigenlijk liever dat ik chirurg zou worden, omdat ik zo handig was. Maar ik maakte liever elektromotortjes van spijkers en wikkeldraad.”

In Delft trad Van Andel in de voetsporen van zijn vader. Tijdens een kennismakingsbezoek kwam hij terecht in het fysisch laboratorium van Hans Kramers, volgens Van Andel het walhalla voor uitvinders. “Ik zag verstuivingdrogers, bellenvaten en melkbussen. Toen wist ik zeker dat ik daar dolgraag af wilde studeren. De fysische technologie heeft me daarna nooit meer losgelaten.”

Terugblikkend op zijn studententijd, waardeerde Van Andel in Delft juist datgene waar nu geen plaats meer voor is. Met je handen werken. “De practica vond ik het interessantste. Leren vijlen, bijvoorbeeld. Goede werkplaatsen zijn er in Delft niet meer. Dat is erg jammer. Zelfs bij werktuigbouw kan niemand meer met zijn handen werken. En als iemand wat wil maken, zijn er zoveel veiligheidsvoorschriften! Dan moeten studenten vizierkappen voor en harnassen aan. Zo kan niemand werken. Als ik hier iets wil maken, bedenk ik het ’s ochtends, ga ik ’s middags aan de slag en is het dezelfde dag nog klaar. Zonder een goede werkplaats krijg je beeldschermingenieurs. Voor een mooie flatscreen hoeft geen student naar Delft te komen, die hebben ze thuis ook.”

Na zijn studie klopten Philips en Shell bij hem aan, maar Van Andel had andere plannen. Hans Kramers werd directeur van het Italiaanse Euratom Ispra en Van Andel ging met hem mee. “In het laboratorium werkten we aan een snelle kernreactor die in een baan rond de aarde voor goede televisieontvangst moest zorgen”, zegt hij. “Iedereen vond het toen fantastisch, het was spannend werk. Maar eigenlijk was het te gek voor woorden. In die reactor zat vijfentwintig kilogram plutonium, genoeg voor een bommetje of vijf.”

“Toen in 1968 de eerste zonnecel werd gemaakt, zette me dat aan het denken”, vertelt Van Andel. “Als je elektriciteit in de ruimte kon opwekken zonder plutonium, dan had dat de toekomst. Dus ik dacht dat het niets zou worden met het werk dat ik toen deed. Wie wil dat er een bom boven zijn hoofd vliegt, als het ook anders kan?”
Grimmig

Van Andel verliet zijn antieke huis met privé-strand aan het schitterende Lago Maggiore en ging terug naar zijn vaderland. Dit keer ging hij wel met een Nederlandse multinational in zee: Akzo Nobel. “Ik leverde een groot deel van mijn salaris in”, zegt hij. “Maar dat interesseerde me niets. Ik wilde met fabrieken bezig zijn.”

Hij schopte het tot directeur research van Akzo. Een droom kwam uit. Noor van Andel had de leiding over een groot laboratorium met driehonderd natuurkundigen, scheikundigen, wiskundigen en elektrotechnici. Wat hij eens als het walhalla zag – het lab van Hans Kramers in Delft – had hij nu zelf onder zijn hoede. “Dat was een fantastische tijd”, zegt Van Andel. “We hadden veel expertise in huis. En de laatste jaren ontwikkelden we zelf zonnecellen.”

Maar tot zijn grote verdriet werd de sfeer op het laboratorium steeds grimmiger. Nieuwe managers en aandeelhouders zagen geen brood in projecten die tien jaar konden duren. De druk om snel uit te vinden en commerciëler te werken, was Van Andel een gruwel. Hij kwam in opstand tegen de winstmentaliteit en werd een luis in de pels van Akzo. In 1999 stuurde het bedrijf hem met de vut. “Toen ik van de Universiteit van Amsterdam in 2001 een eredoctoraat ontving, kreeg ik voor mijn gevoel eindelijk de waardering voor mijn uitvindingen, die ik bij Akzo de laatste jaren niet had gekregen.”

www.zonneterp.nl

www.fiwihex.nl

(Foto’s: Arjan Reef)

Naam: Noor van Andel

Leeftijd: 68 jaar

Woonplaats: Twekkelo

Verliefd/verloofd/getrouwd: getrouwd

Studie: natuurkunde

Afgestudeerd: 1963

Afstudeeronderwerp: warmteoverdracht

Loopbaan: werkte vanaf 1964 voor Euratom Ispra. Vanaf 1969 ging hij aan de slag bij Akzo Nobel, vanaf 1980 als directeur research van Akzo zoutchemie en vanaf 1985 tot 1999 als directeur corporate research. Met zijn zoon heeft hij het bedrijf Fiwihex.

Wie over de drempel stapt van het kantoor van Noor van Andel in Almelo, wordt direct gewaarschuwd. ‘Pas op dat je niet struikelt over de snoertjes’. Niet voor niets, want in Van Andels laboratorium, gevestigd in een oude kapperszaak, ligt een wirwar van snoeren op de grond, puilen de kasten uit met nanometers en stekkers. Zelfs het plafond van het kantoor hangt vol met wielen. Het is het domein van een uitvinder pur sang.

Van Andel, al zeven jaar met de vut, kan niet meer zonder laboratorium. Iedere dag denkt, rekent en sleutelt hij er nog. “Het is een drang”, zegt hij met een glimlach. “Anderen genieten misschien van hun pensioen door het rustiger aan te doen, maar ik ben nog elke dag met veel plezier aan het werk.”

Samen met zijn zoon Eur werkte Van Andel de afgelopen jaren aan de Zonneterp. Dit is een combinatie van een glastuinbouwkas en woningen. De kas dient als zonnecollector voor de buurt, en de woningen leveren voedingstoffen voor de teelt in de kas.

In de zomer wordt het in tuinbouwkassen veel te heet. Tuinders zetten daarom de ramen wagenwijd open. “Zonde”, zegt Van Andel. “Die warmte zouden ze in de winter goed kunnen gebruiken om de kassen te verwarmen.” Het overschot aan warmte wordt in de zomer in de grond opgeslagen en in de winter gebruikt om de kassen te verwarmen.

Van Andel: “Dat gebeurt nu ook al, maar met een grote elektromotor en dat kost bulten aardgas.” Van Andels uitvinding, de warmtewisselaar, moet uitkomst bieden. “Die wisselaar is zo efficiënt, dat we met het warmteoverschot ook huizen kunnen verwarmen”, zegt hij. In het Zuid-Hollandse dorp Nieuwveen worden binnenkort de eerste huizen verwarmd aan de hand van dit systeem. Voor dit project werd hij genomineerd voor de prestigieuze Altranprijs 2006.

Maar bij de paar huizen die nu worden verwarmd, laat Van Andel het niet. Hij wil zijn warmtewisselaar koppelen aan de zuinige gasturbine Heron, een uitvinding van TU-alumni Hendrik Jan Ankersmit en Rolf Hendriks, en een nieuwe brandstofcel (de Help-SOFC). Dit is een uitvinding van oud-TU’ers Diederik Jaspers en Benno van Dongen. “Door de krachten te bundelen halen we een rendement van 75 procent, dat kan een (kern)centrale nooit halen”, zegt Van Andel. “Wij willen de Nederlandse woningbouw volledig vrijmaken van fossiele brandstof. Met het warmteoverschot van kassen kunnen we heel Nederland verwarmen.”

Politici en tuinders zijn enthousiast, maar aannemers en ambtenaren houden de boot voorlopig nog af. “Veel mensen geloven niet dat we dit kunnen. Bij Akzo zei ik altijd: ‘als ze je geloven, dan ben je niet met iets nieuws bezig’. Dus wacht maar af, over tien jaar ziet de Nederlandse energievoorziening er totaal anders uit.”
Walhalla

Dat Van Andel naam zou maken als uitvinder, was geen verrassing. Het uitvinden kreeg hij met de paplepel ingegoten. “Mijn vader had een grote werkplaats. Hij was chemisch technoloog en had in Delft gestudeerd”, zegt de natuurkundige. “Mijn moeder was beeldhouwer en ook technisch goed onderlegd. Zij wilde eigenlijk liever dat ik chirurg zou worden, omdat ik zo handig was. Maar ik maakte liever elektromotortjes van spijkers en wikkeldraad.”

In Delft trad Van Andel in de voetsporen van zijn vader. Tijdens een kennismakingsbezoek kwam hij terecht in het fysisch laboratorium van Hans Kramers, volgens Van Andel het walhalla voor uitvinders. “Ik zag verstuivingdrogers, bellenvaten en melkbussen. Toen wist ik zeker dat ik daar dolgraag af wilde studeren. De fysische technologie heeft me daarna nooit meer losgelaten.”

Terugblikkend op zijn studententijd, waardeerde Van Andel in Delft juist datgene waar nu geen plaats meer voor is. Met je handen werken. “De practica vond ik het interessantste. Leren vijlen, bijvoorbeeld. Goede werkplaatsen zijn er in Delft niet meer. Dat is erg jammer. Zelfs bij werktuigbouw kan niemand meer met zijn handen werken. En als iemand wat wil maken, zijn er zoveel veiligheidsvoorschriften! Dan moeten studenten vizierkappen voor en harnassen aan. Zo kan niemand werken. Als ik hier iets wil maken, bedenk ik het ’s ochtends, ga ik ’s middags aan de slag en is het dezelfde dag nog klaar. Zonder een goede werkplaats krijg je beeldschermingenieurs. Voor een mooie flatscreen hoeft geen student naar Delft te komen, die hebben ze thuis ook.”

Na zijn studie klopten Philips en Shell bij hem aan, maar Van Andel had andere plannen. Hans Kramers werd directeur van het Italiaanse Euratom Ispra en Van Andel ging met hem mee. “In het laboratorium werkten we aan een snelle kernreactor die in een baan rond de aarde voor goede televisieontvangst moest zorgen”, zegt hij. “Iedereen vond het toen fantastisch, het was spannend werk. Maar eigenlijk was het te gek voor woorden. In die reactor zat vijfentwintig kilogram plutonium, genoeg voor een bommetje of vijf.”

“Toen in 1968 de eerste zonnecel werd gemaakt, zette me dat aan het denken”, vertelt Van Andel. “Als je elektriciteit in de ruimte kon opwekken zonder plutonium, dan had dat de toekomst. Dus ik dacht dat het niets zou worden met het werk dat ik toen deed. Wie wil dat er een bom boven zijn hoofd vliegt, als het ook anders kan?”
Grimmig

Van Andel verliet zijn antieke huis met privé-strand aan het schitterende Lago Maggiore en ging terug naar zijn vaderland. Dit keer ging hij wel met een Nederlandse multinational in zee: Akzo Nobel. “Ik leverde een groot deel van mijn salaris in”, zegt hij. “Maar dat interesseerde me niets. Ik wilde met fabrieken bezig zijn.”

Hij schopte het tot directeur research van Akzo. Een droom kwam uit. Noor van Andel had de leiding over een groot laboratorium met driehonderd natuurkundigen, scheikundigen, wiskundigen en elektrotechnici. Wat hij eens als het walhalla zag – het lab van Hans Kramers in Delft – had hij nu zelf onder zijn hoede. “Dat was een fantastische tijd”, zegt Van Andel. “We hadden veel expertise in huis. En de laatste jaren ontwikkelden we zelf zonnecellen.”

Maar tot zijn grote verdriet werd de sfeer op het laboratorium steeds grimmiger. Nieuwe managers en aandeelhouders zagen geen brood in projecten die tien jaar konden duren. De druk om snel uit te vinden en commerciëler te werken, was Van Andel een gruwel. Hij kwam in opstand tegen de winstmentaliteit en werd een luis in de pels van Akzo. In 1999 stuurde het bedrijf hem met de vut. “Toen ik van de Universiteit van Amsterdam in 2001 een eredoctoraat ontving, kreeg ik voor mijn gevoel eindelijk de waardering voor mijn uitvindingen, die ik bij Akzo de laatste jaren niet had gekregen.”

www.zonneterp.nl

www.fiwihex.nl

(Foto’s: Arjan Reef)

Naam: Noor van Andel

Leeftijd: 68 jaar

Woonplaats: Twekkelo

Verliefd/verloofd/getrouwd: getrouwd

Studie: natuurkunde

Afgestudeerd: 1963

Afstudeeronderwerp: warmteoverdracht

Loopbaan: werkte vanaf 1964 voor Euratom Ispra. Vanaf 1969 ging hij aan de slag bij Akzo Nobel, vanaf 1980 als directeur research van Akzo zoutchemie en vanaf 1985 tot 1999 als directeur corporate research. Met zijn zoon heeft hij het bedrijf Fiwihex.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.