Campus

In u groet ik de gehele studentenraad

Hij tafelt met Nobelprijswinnaars en hoogleraren tijdens statige diners. Hij grapt met de rector magnificus. Kortom: hij is de enige student die echt een kijkje neemt achter de gesloten poorten van de TU-vesting.

Een gesprek met de voorzitter van de studentenraad.

Weggestopt in een uithoek van de universiteitswijk, in een laagbouw langs de Rotterdamseweg, zetelen de partijen van de studentenraad. Gele shirts met groene Oras-letters lopen bedrijvig door een met posters, foto’s van voorgaande Oras-fracties en spreuken behangen ruimte. De fractieleden typen, discussiëren of bellen. ,,Ik vind dat je je heel onprofessioneel gedraagt”, zegt een van hen door de telefoon. De lunch van gisteren ligt nog op tafel. Hier % en bij concurrent AAG aan de overkant van de gang % worden de studentenbelangen behartigd.

Meer dan veertig uur in de week zitten de fracties op het Delftse Binnenhof. ,,Ik werk regelmatig van negen uur ’s ochtends tot elf uur ’s avonds”, zegt Constantijn Berning, sinds september voorzitter van de studentenraad. ,,Maar het is motiverend werk. We vertegenwoordigen dertienduizend studenten.” Ruimte voor een sociaal leven is er nog net, hoewel het soms lastig is. ,,Je wordt goed in plannen, je vrije tijd plannen wel te verstaan. Het is goed dat het maar een jaar duurt.”

De vooroordelen over zijn taak wil hij graag ontkrachten. Beleid en politiek, het is geen droge kost. ,,Integendeel, het is heel levendig. Ik vergader met studenten en medewerkers, met de rector magnificus, met gasten uit Engeland, Amerika en Rusland. En daarnaast hang ik af en toe in een boom om spandoeken te bevestigen. Mijn taak is veelzijdig, vooral door het contact met verschillende mensen.”

Cortège

Enkele keren per maand komen de voorzitter van de studentenraad en de rector magnificus elkaar tegen aan de vergadertafel. Begin dit jaar onderhandelde Berning met Wakker, nu met zijn opvolger Fokkema. ,,Wakker was altijd heel formeel. Als hij me groette zei hij: ‘In u groet ik de gehele studentenraad.’ Voor Fokkema is alles nieuw. Hij is veel informeler.”

Sommige ontmoetingen, zoals de vergadering waarin de studentenraad zijn standpunten kenbaar maakt aan het college van bestuur, zijn strak geregisseerd: tafelschikking, naambordjes en microfoons. Maar er zijn ook ontspannen gesprekken. ,,Het ene moment ben je aan het vechten om puntjes in heftige discussies, het andere moment wordt er gegrapt in de wandelgangen. Dat leert je relativeren.”

Luistert het college wel naar de studentenraad? ,,Ja. Zeker. In vergelijking met andere steden neemt de universiteit de studentenraad hier heel serieus. Maar we moeten alert blijven, want de TU wil ons bij delicate kwesties wel eens minder informatie toesturen. Dan is het college bang dat er al gedonder is voordat er een besluit genomen is.”

Als voorzitter van de studentenraad heeft Berning zijn privileges. Zo is hij de enige student die bij officiële TU-plechtigheden een uitnodiging ontvangt. Bij de plechtigheid waarbij ook het afscheid van rector Wakker werd gevierd, liep Berning mee in het cortège van belangrijke mensen, temidden van hoogleraren, de burgemeester en Nobelprijswinnaars. ,,Mijn naam werd zelfs omgeroepen.” Bij het aansluitende diner mocht hij aanschuiven bij de rectoren van deNederlandse universiteiten en directeuren uit het bedrijfsleven. ,,Dat bleken ook maar gewone mensen te zijn.”

Flyeren

Ondanks de inzet van de studentenraad weet het gros van de studenten nauwelijks wat zich in de universiteitspolitiek afspeelt. Jammer, vindt Berning. De opkomst bij de verkiezingen voor studentenraad en faculteitsraden is % hoewel Delft nog boven het landelijk gemiddelde scoort % al jaren belabberd. Daarnaast is de kennis over beleidskwesties bij de gemiddelde student beperkt. ,,Het gaat studenten voor de wind”, meent hij. ,,Dan hebben ze geen reden tot klagen. Van mij mogen ze wel wat kritischer zijn.”

Als andere oorzaak van de lage betrokkenheid noemt hij de toegenomen individualisering. ,,Studenten zijn met hun eigen hachje bezig. Ze willen snel afstuderen. Veranderingen waarvan ze zelf de consequenties voelen binnen hun studieduur willen ze nog wel kritisch bekijken: het Engelstalig onderwijs bijvoorbeeld, of de opheffing van enkele vakgroepen bij de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. Binnen de studentenraad denken we ook veel na over de lange termijn. Dat spreekt veel minder studenten aan.”

Berning ziet het als taak van de studentenraad om studenten bij de TU-politiek te betrekken. Maar de communicatie is niet eenvoudig, meent hij. ,,Er wordt geplakt, er wordt geflyert, en er is berichtgeving in Delta. Veel meer kunnen we niet doen. Het is heel tijdrovend. En ons takenpakket is in eerste instantie inhoudelijk. Eigenlijk hebben we niet genoeg tijd voor promotie.”

Het formeren van een nieuwe fractie is Daardoor soms moeilijk. Berning: ,,Studentenverenigingen en studieverenigingen hebben een eigen vijver van commissies en onderverenigingen, waar mensen met ambitie zelf boven komen drijven. Dat hebben wij minder. We moeten meer ons best doen om geschikte opvolgers te vinden. Maar gelukkig is er een goede beurzenregeling. In Delft wordt het gewaardeerd als je meedenkt. Echt problematisch is het daarom bij ons nooit geweest.”

Polderen

De tijd dat de student op de barricades sprong en het hoofdgebouw bezette is voorbij. Wordt het niet eens tijd dat iemand de ingeslapen studenten betrekt bij de universiteitspolitiek? Berning zwijgt even. ,,Het zou geen kwaad kunnen als een charismatische persoon de boel hier eens zou wakker schudden, waardoor mensen meer betrokken raken. Maar” voegt hij er direct aan toe, ,,dan moet zo iemand wel met inhoudelijke standpunten komen.”

Ondanks het plezier dat Berning beleeft aan het politieke spel aan de TU, is hij niet van plan direct na zijn studie bouwkunde de ‘echte’ politiek in te gaan. ,,Later misschien. Ik erger me aan de traagheid van besluitvorming: dat eeuwige polderen vind ik interessant, maar vaak ook frustrerend.” Is dat ook de reden dat er zo weinig ingenieurs in de landelijk politiek zitten? ,,Misschien wel. Veel ingenieurs zijn nuchtere mensen die op feiten gericht zijn. In de politiek spelen ook emotie, psychologie en sociale effecten een rol. Dat vinden veel ingenieurs volgens mij maar gezwets.”

Hij tafelt met Nobelprijswinnaars en hoogleraren tijdens statige diners. Hij grapt met de rector magnificus. Kortom: hij is de enige student die echt een kijkje neemt achter de gesloten poorten van de TU-vesting. Een gesprek met de voorzitter van de studentenraad.

Weggestopt in een uithoek van de universiteitswijk, in een laagbouw langs de Rotterdamseweg, zetelen de partijen van de studentenraad. Gele shirts met groene Oras-letters lopen bedrijvig door een met posters, foto’s van voorgaande Oras-fracties en spreuken behangen ruimte. De fractieleden typen, discussiëren of bellen. ,,Ik vind dat je je heel onprofessioneel gedraagt”, zegt een van hen door de telefoon. De lunch van gisteren ligt nog op tafel. Hier % en bij concurrent AAG aan de overkant van de gang % worden de studentenbelangen behartigd.

Meer dan veertig uur in de week zitten de fracties op het Delftse Binnenhof. ,,Ik werk regelmatig van negen uur ’s ochtends tot elf uur ’s avonds”, zegt Constantijn Berning, sinds september voorzitter van de studentenraad. ,,Maar het is motiverend werk. We vertegenwoordigen dertienduizend studenten.” Ruimte voor een sociaal leven is er nog net, hoewel het soms lastig is. ,,Je wordt goed in plannen, je vrije tijd plannen wel te verstaan. Het is goed dat het maar een jaar duurt.”

De vooroordelen over zijn taak wil hij graag ontkrachten. Beleid en politiek, het is geen droge kost. ,,Integendeel, het is heel levendig. Ik vergader met studenten en medewerkers, met de rector magnificus, met gasten uit Engeland, Amerika en Rusland. En daarnaast hang ik af en toe in een boom om spandoeken te bevestigen. Mijn taak is veelzijdig, vooral door het contact met verschillende mensen.”

Cortège

Enkele keren per maand komen de voorzitter van de studentenraad en de rector magnificus elkaar tegen aan de vergadertafel. Begin dit jaar onderhandelde Berning met Wakker, nu met zijn opvolger Fokkema. ,,Wakker was altijd heel formeel. Als hij me groette zei hij: ‘In u groet ik de gehele studentenraad.’ Voor Fokkema is alles nieuw. Hij is veel informeler.”

Sommige ontmoetingen, zoals de vergadering waarin de studentenraad zijn standpunten kenbaar maakt aan het college van bestuur, zijn strak geregisseerd: tafelschikking, naambordjes en microfoons. Maar er zijn ook ontspannen gesprekken. ,,Het ene moment ben je aan het vechten om puntjes in heftige discussies, het andere moment wordt er gegrapt in de wandelgangen. Dat leert je relativeren.”

Luistert het college wel naar de studentenraad? ,,Ja. Zeker. In vergelijking met andere steden neemt de universiteit de studentenraad hier heel serieus. Maar we moeten alert blijven, want de TU wil ons bij delicate kwesties wel eens minder informatie toesturen. Dan is het college bang dat er al gedonder is voordat er een besluit genomen is.”

Als voorzitter van de studentenraad heeft Berning zijn privileges. Zo is hij de enige student die bij officiële TU-plechtigheden een uitnodiging ontvangt. Bij de plechtigheid waarbij ook het afscheid van rector Wakker werd gevierd, liep Berning mee in het cortège van belangrijke mensen, temidden van hoogleraren, de burgemeester en Nobelprijswinnaars. ,,Mijn naam werd zelfs omgeroepen.” Bij het aansluitende diner mocht hij aanschuiven bij de rectoren van deNederlandse universiteiten en directeuren uit het bedrijfsleven. ,,Dat bleken ook maar gewone mensen te zijn.”

Flyeren

Ondanks de inzet van de studentenraad weet het gros van de studenten nauwelijks wat zich in de universiteitspolitiek afspeelt. Jammer, vindt Berning. De opkomst bij de verkiezingen voor studentenraad en faculteitsraden is % hoewel Delft nog boven het landelijk gemiddelde scoort % al jaren belabberd. Daarnaast is de kennis over beleidskwesties bij de gemiddelde student beperkt. ,,Het gaat studenten voor de wind”, meent hij. ,,Dan hebben ze geen reden tot klagen. Van mij mogen ze wel wat kritischer zijn.”

Als andere oorzaak van de lage betrokkenheid noemt hij de toegenomen individualisering. ,,Studenten zijn met hun eigen hachje bezig. Ze willen snel afstuderen. Veranderingen waarvan ze zelf de consequenties voelen binnen hun studieduur willen ze nog wel kritisch bekijken: het Engelstalig onderwijs bijvoorbeeld, of de opheffing van enkele vakgroepen bij de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. Binnen de studentenraad denken we ook veel na over de lange termijn. Dat spreekt veel minder studenten aan.”

Berning ziet het als taak van de studentenraad om studenten bij de TU-politiek te betrekken. Maar de communicatie is niet eenvoudig, meent hij. ,,Er wordt geplakt, er wordt geflyert, en er is berichtgeving in Delta. Veel meer kunnen we niet doen. Het is heel tijdrovend. En ons takenpakket is in eerste instantie inhoudelijk. Eigenlijk hebben we niet genoeg tijd voor promotie.”

Het formeren van een nieuwe fractie is Daardoor soms moeilijk. Berning: ,,Studentenverenigingen en studieverenigingen hebben een eigen vijver van commissies en onderverenigingen, waar mensen met ambitie zelf boven komen drijven. Dat hebben wij minder. We moeten meer ons best doen om geschikte opvolgers te vinden. Maar gelukkig is er een goede beurzenregeling. In Delft wordt het gewaardeerd als je meedenkt. Echt problematisch is het daarom bij ons nooit geweest.”

Polderen

De tijd dat de student op de barricades sprong en het hoofdgebouw bezette is voorbij. Wordt het niet eens tijd dat iemand de ingeslapen studenten betrekt bij de universiteitspolitiek? Berning zwijgt even. ,,Het zou geen kwaad kunnen als een charismatische persoon de boel hier eens zou wakker schudden, waardoor mensen meer betrokken raken. Maar” voegt hij er direct aan toe, ,,dan moet zo iemand wel met inhoudelijke standpunten komen.”

Ondanks het plezier dat Berning beleeft aan het politieke spel aan de TU, is hij niet van plan direct na zijn studie bouwkunde de ‘echte’ politiek in te gaan. ,,Later misschien. Ik erger me aan de traagheid van besluitvorming: dat eeuwige polderen vind ik interessant, maar vaak ook frustrerend.” Is dat ook de reden dat er zo weinig ingenieurs in de landelijk politiek zitten? ,,Misschien wel. Veel ingenieurs zijn nuchtere mensen die op feiten gericht zijn. In de politiek spelen ook emotie, psychologie en sociale effecten een rol. Dat vinden veel ingenieurs volgens mij maar gezwets.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.