Onderwijs

Tweede bètamaster blijft duur

Een tweede masteropleiding blijft ook voor bètastudenten duur. Oppositiepartijen wilden de onderwijs- en wetenschapsbegroting aanpassen, maar hun amendementen zijn vlak voor Kerstmis verworpen.

Het voorstel was: haal wat geld weg bij de stichting Kennisnet, het platform Bèta/Techniek en nog een paar fondsen en zorg daarmee dat bètastudenten geen verhoogd collegegeld hoeven te betalen als ze een tweede masteropleiding willen volgen. De regeringspartijen zagen niets in dat voorstel van D66 en verwierpen het.

Principieel
De ene bètapost wordt gedekt met de andere, typeert minister Marja van Bijsterveldt het D66-amendement. Maar ze maakt ook principieel bezwaar. De overheid heeft wat haar betreft een speciale verantwoordelijkheid voor het onderwijs en de zorg. Om die reden mogen tweede masteropleidingen in die sectoren tegen een laag collegegeldtarief
gevolgd worden. Maar voor bètaopleidingen geldt die bijzondere verantwoordelijkheid niet, stelt ze, “zodat er geen reden is om ook deze sector uit te zonderen”.

Nuttig
D66’er Boris van der Ham licht desgevraagd toe dat de organisaties waar hij het geld vandaan wilde halen zeker nuttig zijn. “Maar als ik moet kiezen tussen hun subsidie of voor het collegegeld van studenten die een tweede bètamaster willen volgen, dan kies ik voor het laatste. Eigenlijk zou D66 liever 2,5 miljard extra in onderwijs investeren, maar het heeft geen enkele zin om daar nu een amendement voor in te dienen.”

Ook andere amendementen voor langere masteropleidingen, financiering
van het steunpunt studerende moeders en buitenlandbeurzen voor
wetenschappers zijn gestrand in de Tweede Kamer.

Een Delftse vrouw is een meisje dat te lang is blootgesteld aan de Delftse man. Ik heb er nooit in geloofd. Ze zou arrogant zijn, veeleisend en onmogelijk om te versieren. Wat een onzin. Ik woon al vijf jaar in Delft en ben toevallig hartstikke lief. Althans, dat dacht ik tot vorige week zaterdag.
We gaan naar een typisch Delfts feest. Redelijke muziek, jongens en drankjes. Dansend als een malle vermaak ik me prima. Dan is hij daar ineens, vastberaden jongen nummer één. Hij hangt om me heen waardoor ik al snel genoeg van hem krijg. Ik negeer hem en hij druipt af. Hetzelfde lot ondergaan nummer twee en drie die hun geluk bij mij beproeven.
Het punt is, feestjes gaan voor mij om het dansen. Jongens ontmoeten prima: spreek me aan op straat, in de UB of in de trein en ik zal vriendelijk reageren. Maar op feestjes wordt geen kostbare danstijd verspild.
Terug op het feest wacht jongen nummer één op mij, maar ik zwaai en verdwijn. De volgende middag krijg ik een berichtje. Hij heeft me digitaal opgespoord en vraagt me mee uit. Mijn antwoord: ‘Nee, liever niet.’ Hij stuurt een bericht naar mijn vriendinnetje: ‘Ik wilde alleen iets met haar gaan drinken om haar te leren kennen, ze leek me superleuk.’ De ideale schoonzoon zou je zeggen.
In een perfecte wereld zou ik zwichten voor deze lieve jongen. Ik zou een geweldige date met hem hebben, razend verliefd worden en voor eeuwig en altijd gelukkig zijn met elkaar en onze acht kinderen. Maar de realiteit is dat ik hem behalve opdringerig ook woest onaantrekkelijk vind. En nog belangrijker, welke sukkel vindt mij nog steeds leuk als ik hem eerst negeer en daarna afwijs.
Oh nee, het zal toch niet… Ik ben een Delftse vrouw!

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.