Onderwijs

Twee keer tentamen niet halen is wegwezen

Te weinig concurrentie en ongeïnteresseerde studenten, klagen buitenlandse hoogleraren over de TU. Financiële prikkels en zero tolerance kunnen uitkomst bieden.

/strong>

‘Universitair klimaat is rampzalig’, kopte het ‘NRC Handelsblad’ begin deze maand op de voorpagina. In het artikel hekelen elf hoogleraren in binnen- en buitenland de Nederlandse kenniseconomie. Prikkels voor topprestaties ontbreken, studenten zijn lui en ongeïnteresseerd.

,,In Delft is dat ook zo”, reageert prof.dr. Ted Young. Voor zijn aanstelling bij technische natuurkunde in 1981 was de Amerikaanse hoogleraar zeven jaar verbonden aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT). ,,Ook hier heerst een cultuur waarin streven naar topprestaties wordt gezien als ordinair gedrag.” De situatie is kritiek, volgens Young. ,,Als we zo doorgaan vrees ik dat Delft zijn positie in de Idea-league (een strategische alliantie tussen de technische universiteiten van London, Zürich, Delft en Aken – red.) verliest.”

De middelmaat regeert, het is een veelgehoorde klacht over het Nederlands universitair klimaat. Maar hoe valt dit te doorbreken?

,,De drie TU’s van Nederland samenvoegen tot één TU is in ieder geval een slecht idee. Nu is er tenminste nog een béétje concurrentie tussen Eindhoven, Twente en Delft”, aldus prof.dr. Stefan Luthi (Citg), van origine Zwitser. Hij was werkzaam in tal van landen, waaronder India, de Verenigde Staten, Brazilië en Angola.

Prof.dr.ing Bernard Karpuschewski (OCP), afkomstig van de universiteit van Hannover, pleit voor een wijziging in de financiering van onderzoek. ,,De geldstromen worden nu op universiteitsniveau onder de verschillende faculteiten verdeeld. Ik zou de verantwoordelijkheid voor geldwerving meer bij de individuele hoogleraar willen leggen. Zo ontstaat een grotere stimulans om te presteren.”

Maar de mogelijkheden om extra geld binnen te halen zijn beperkt, aldus Karpuschewski. ,,In Nederland heeft het bedrijfsleven de mentaliteit: we betalen belasting, daar moeten de universiteiten het maar mee doen.”

Wegwezen

Ook op de inzet van de gemiddelde TU-student hebben de geïnterviewde hoogleraren kritiek. Young: ,,Ik ken weinig studenten die gaan voor een negen. Dat is in andere landen wel anders.” Karpuschewski: ,,Ze zijn goed in projectwerk, maar minder geïnteresseerd in de materie dan elders.” Luthi: ,,De beste studenten komen niet uit Nederland maar uit landen als India en China. Die studenten werken keihard om de slechte economische toestand in het moederland te ontstijgen.”

Young en Karpuschewski willen deze cultuur ombuigen met geld als breekijzer. Karpuschewski: ,,In Duitsland beloont de overheid goed presterende studenten met een flinke korting op de studiekosten. Dit heeft mij toentertijd zeker gestimuleerd om harder te werken.”

Young probeerde in 1999 het studierendement op zijn eigen faculteit met prestatieloon omhoog te krikken. Iedere TNW-student die binnen één jaar zijn propedeuse haalde, kreeg 2800 gulden. Het experiment slaagde: bijna de helft van de eerstejaars studenten haalde zijn ‘P’ in één jaar. Een jaar eerder was dat nog iets meer dan een kwart.

Vorig jaar werd de zogenaamde ‘P-in-één’-premie afgeschaft.,,Wegens onvoldoende budget”,zegt Young. ,,Maar het project bewees wel op kleine schaal dat een cultuur met financiële prikkels omgebogen kan worden. Ouderejaars studenten vragen ons nu zelfs de premie in ere te herstellen voor hun jongere studiegenoten.”

Op grote schaal is Young pessimistisch: ,,Nog steeds vinden studenten en hun ouders het opbouwen van een sociaal netwerk bij een studentenvereniging belangrijker dan presteren op het vakgebied. En eigenlijk kan ik ze dat niet eens kwalijk nemen. Ik ben nog nooit door Shell of DSM gebeld met de vraag: vertel eens, is deze oud-student van u eigenlijk wel kundig? Toen ik bij MIT werkte, belden bedrijven mij regelmatig. En in studenten die lager dan een 8,5 scoorden, waren prestigieuze bedrijven echt niet geïnteresseerd.” ,,Maar Nederlandse Bedrijven hebben helemaal geen moeite om iemand in dienst te nemen die zessen haalde op de universiteit”, aldus de uit Iran afkomstige prof.dr.ir. Majid Hassanizadeh (Citg).

Levenslang

Naast het belonen van topprestaties, is het natuurlijk ook mogelijk slechte prestaties af te straffen. Luthi: ,,Een aantal Zwitserse universiteiten hanteert de regel ’twee keer tentamen niet halen is wegwezen’. Dat zou ik aan de TU ook willen.”

Hassanizadeh: ,,Maar dan moet ook de wetenschappelijke staf strenger beoordeeld worden. Geen levenslange dienstverbanden, maar tijdelijke contracten met periodieke prestatie-evaluaties, vooral voor jonge onderzoekers.”

Zou de TU Delft een strenger instroom- en personeelsbeleid moeten hanteren? Karpuschewski: ,,Ik ben bang dat er dan nog minder studenten voor een bètastudie kiezen. Maar ja, hoe word je een topuniversiteit als je iedereen toelaat en presteren niet beloont?”

Ook prof.dr.ir Joseph Braat (TNW), die promoveerde in Frankrijk, heeft zijn twijfels: ,,Een land kan economisch niet leven van alleen de prestaties van de absolute top, maar moet ook de subtop maximaal exploiteren. We moeten ons niet alleen richten op de één procent topgetalenteerden die het altijd wel redden. Onderwijs geven aan en onderzoek doen met deze mensen is gemakkelijk. Ons onderwijssysteem moet ook de volgende twee à drie procent maximaal benutten.” Luthi blijft echter een vastberaden voorstander van strengere selectie aan de poort: ,,Dit hoeft helemaal niet tot minder aanmeldingen te leiden. Een universiteit met een elite-imago trekt juist veel studenten.”

Te weinig concurrentie en ongeïnteresseerde studenten, klagen buitenlandse hoogleraren over de TU. Financiële prikkels en zero tolerance kunnen uitkomst bieden.

‘Universitair klimaat is rampzalig’, kopte het ‘NRC Handelsblad’ begin deze maand op de voorpagina. In het artikel hekelen elf hoogleraren in binnen- en buitenland de Nederlandse kenniseconomie. Prikkels voor topprestaties ontbreken, studenten zijn lui en ongeïnteresseerd.

,,In Delft is dat ook zo”, reageert prof.dr. Ted Young. Voor zijn aanstelling bij technische natuurkunde in 1981 was de Amerikaanse hoogleraar zeven jaar verbonden aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT). ,,Ook hier heerst een cultuur waarin streven naar topprestaties wordt gezien als ordinair gedrag.” De situatie is kritiek, volgens Young. ,,Als we zo doorgaan vrees ik dat Delft zijn positie in de Idea-league (een strategische alliantie tussen de technische universiteiten van London, Zürich, Delft en Aken – red.) verliest.”

De middelmaat regeert, het is een veelgehoorde klacht over het Nederlands universitair klimaat. Maar hoe valt dit te doorbreken?

,,De drie TU’s van Nederland samenvoegen tot één TU is in ieder geval een slecht idee. Nu is er tenminste nog een béétje concurrentie tussen Eindhoven, Twente en Delft”, aldus prof.dr. Stefan Luthi (Citg), van origine Zwitser. Hij was werkzaam in tal van landen, waaronder India, de Verenigde Staten, Brazilië en Angola.

Prof.dr.ing Bernard Karpuschewski (OCP), afkomstig van de universiteit van Hannover, pleit voor een wijziging in de financiering van onderzoek. ,,De geldstromen worden nu op universiteitsniveau onder de verschillende faculteiten verdeeld. Ik zou de verantwoordelijkheid voor geldwerving meer bij de individuele hoogleraar willen leggen. Zo ontstaat een grotere stimulans om te presteren.”

Maar de mogelijkheden om extra geld binnen te halen zijn beperkt, aldus Karpuschewski. ,,In Nederland heeft het bedrijfsleven de mentaliteit: we betalen belasting, daar moeten de universiteiten het maar mee doen.”

Wegwezen

Ook op de inzet van de gemiddelde TU-student hebben de geïnterviewde hoogleraren kritiek. Young: ,,Ik ken weinig studenten die gaan voor een negen. Dat is in andere landen wel anders.” Karpuschewski: ,,Ze zijn goed in projectwerk, maar minder geïnteresseerd in de materie dan elders.” Luthi: ,,De beste studenten komen niet uit Nederland maar uit landen als India en China. Die studenten werken keihard om de slechte economische toestand in het moederland te ontstijgen.”

Young en Karpuschewski willen deze cultuur ombuigen met geld als breekijzer. Karpuschewski: ,,In Duitsland beloont de overheid goed presterende studenten met een flinke korting op de studiekosten. Dit heeft mij toentertijd zeker gestimuleerd om harder te werken.”

Young probeerde in 1999 het studierendement op zijn eigen faculteit met prestatieloon omhoog te krikken. Iedere TNW-student die binnen één jaar zijn propedeuse haalde, kreeg 2800 gulden. Het experiment slaagde: bijna de helft van de eerstejaars studenten haalde zijn ‘P’ in één jaar. Een jaar eerder was dat nog iets meer dan een kwart.

Vorig jaar werd de zogenaamde ‘P-in-één’-premie afgeschaft.,,Wegens onvoldoende budget”,zegt Young. ,,Maar het project bewees wel op kleine schaal dat een cultuur met financiële prikkels omgebogen kan worden. Ouderejaars studenten vragen ons nu zelfs de premie in ere te herstellen voor hun jongere studiegenoten.”

Op grote schaal is Young pessimistisch: ,,Nog steeds vinden studenten en hun ouders het opbouwen van een sociaal netwerk bij een studentenvereniging belangrijker dan presteren op het vakgebied. En eigenlijk kan ik ze dat niet eens kwalijk nemen. Ik ben nog nooit door Shell of DSM gebeld met de vraag: vertel eens, is deze oud-student van u eigenlijk wel kundig? Toen ik bij MIT werkte, belden bedrijven mij regelmatig. En in studenten die lager dan een 8,5 scoorden, waren prestigieuze bedrijven echt niet geïnteresseerd.” ,,Maar Nederlandse Bedrijven hebben helemaal geen moeite om iemand in dienst te nemen die zessen haalde op de universiteit”, aldus de uit Iran afkomstige prof.dr.ir. Majid Hassanizadeh (Citg).

Levenslang

Naast het belonen van topprestaties, is het natuurlijk ook mogelijk slechte prestaties af te straffen. Luthi: ,,Een aantal Zwitserse universiteiten hanteert de regel ’twee keer tentamen niet halen is wegwezen’. Dat zou ik aan de TU ook willen.”

Hassanizadeh: ,,Maar dan moet ook de wetenschappelijke staf strenger beoordeeld worden. Geen levenslange dienstverbanden, maar tijdelijke contracten met periodieke prestatie-evaluaties, vooral voor jonge onderzoekers.”

Zou de TU Delft een strenger instroom- en personeelsbeleid moeten hanteren? Karpuschewski: ,,Ik ben bang dat er dan nog minder studenten voor een bètastudie kiezen. Maar ja, hoe word je een topuniversiteit als je iedereen toelaat en presteren niet beloont?”

Ook prof.dr.ir Joseph Braat (TNW), die promoveerde in Frankrijk, heeft zijn twijfels: ,,Een land kan economisch niet leven van alleen de prestaties van de absolute top, maar moet ook de subtop maximaal exploiteren. We moeten ons niet alleen richten op de één procent topgetalenteerden die het altijd wel redden. Onderwijs geven aan en onderzoek doen met deze mensen is gemakkelijk. Ons onderwijssysteem moet ook de volgende twee à drie procent maximaal benutten.” Luthi blijft echter een vastberaden voorstander van strengere selectie aan de poort: ,,Dit hoeft helemaal niet tot minder aanmeldingen te leiden. Een universiteit met een elite-imago trekt juist veel studenten.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.