Tunnels

Nu kun je gewoon ondergronds bouwen, maar de nieuwste mode heet ’tunnels boren’. Overheden hebben ontdekt dat boren veel maatschappelijke onrust voorkomt (je hoeft geen straten open te gooien) en ook technisch haalbaar is.

Verschillende projecten dienen zich aan. Voorlopig hoogtepunt is de meer dan acht kilometer lange, bijna een miljard gulden kostende HSL-tunnel die geboord moet worden om de habitat van de watersnip en de bruine pad niet aan te tasten.

Maar voordat het zo ver is zal de bouwwereld eerst ervaring moeten opdoen met het boren zelf. Dat gebeurt de komende jaren bij de aanleg van de Tweede Heinenoordtunnel, even ten zuiden van Rotterdam. Met een consortium van aannemers realiseert Rijkswaterstaat hier in – volgens planning – twee jaar tijd twee tunnels: één voor fietsers en één voor landbouwtractoren. Kosten: 190 miljoen gulden. De tunnels worden aangelegd om het drukke verkeer in de huidige Heinenoordtunnel te ontlasten, maar vooral ook om ervaring op te doen met deze dure en voorlopig nog niet risicoloze manier van tunnelen.

Nog voor de officiële opening van het bezoekerscentrum mocht onlangs een clubje ingenieurs-geologen kijken hoe Rijkswaterstaat hiermee oefent. De boorwerkzaamheden zijn nog niet begonnen, maar staan gepland vanaf het voorjaar van ’97. Met enige verbeeldingskracht konden de geologen echter een fietstunnel-in-aanbouw zien, als ze de gereed liggende prefab betonnen tunnelelementen combineerden met de losse boorkoponderdelen.

Dat de ingenieurs er zelf alle vertrouwen in hebben bleek uit de presentatie in het bezoekerscentrum. Naast de bij het ondergrondse bouwen inmiddels onvermijdelijke Delftse professor Horvat, maakten verschillende doctorandussen van de faculteit Technische Bestuurskunde hun opwachting in een weldoordachte videofilm. Aan de bezoekende belastingbetaler werd uitgelegd dat boren weliswaar duurder, maar vooral vriendelijker voor mens en milieu is. De geologen geloofden het allemaal wel, maar hadden meer interesse voor de bodemgesteldheid ter plaatse.

Ook de aandacht vanuit het buitenland valt vooralsnog mee. Het bijzondere van de Tweede Heinenoordtunnel zit ‘m er dan ook vooral in dat het voor Nederland een nieuwe manier van tunnelen is. In het buitenland is de boortechniek al zo’n honderd jaar bekend, ,,hoewel het boren in slappe grond internationaal ook nog maar in de kinderschoenen staat”, verzekert de projectleider van Rijkswaterstaat. ,,We lopen achter maar we kunnen het nog inhalen.”
(P.v.D.)

Ondergronds bouwen is bon ton. Een beetje Nederlandse stad heeft tegenwoordig zijn eigen ondergrondse winkelcentra, parkeergarages en autowegen – of heeft in ieder geval plannen in die richting. Nu kun je gewoon ondergronds bouwen, maar de nieuwste mode heet ’tunnels boren’. Overheden hebben ontdekt dat boren veel maatschappelijke onrust voorkomt (je hoeft geen straten open te gooien) en ook technisch haalbaar is.

Verschillende projecten dienen zich aan. Voorlopig hoogtepunt is de meer dan acht kilometer lange, bijna een miljard gulden kostende HSL-tunnel die geboord moet worden om de habitat van de watersnip en de bruine pad niet aan te tasten.

Maar voordat het zo ver is zal de bouwwereld eerst ervaring moeten opdoen met het boren zelf. Dat gebeurt de komende jaren bij de aanleg van de Tweede Heinenoordtunnel, even ten zuiden van Rotterdam. Met een consortium van aannemers realiseert Rijkswaterstaat hier in – volgens planning – twee jaar tijd twee tunnels: één voor fietsers en één voor landbouwtractoren. Kosten: 190 miljoen gulden. De tunnels worden aangelegd om het drukke verkeer in de huidige Heinenoordtunnel te ontlasten, maar vooral ook om ervaring op te doen met deze dure en voorlopig nog niet risicoloze manier van tunnelen.

Nog voor de officiële opening van het bezoekerscentrum mocht onlangs een clubje ingenieurs-geologen kijken hoe Rijkswaterstaat hiermee oefent. De boorwerkzaamheden zijn nog niet begonnen, maar staan gepland vanaf het voorjaar van ’97. Met enige verbeeldingskracht konden de geologen echter een fietstunnel-in-aanbouw zien, als ze de gereed liggende prefab betonnen tunnelelementen combineerden met de losse boorkoponderdelen.

Dat de ingenieurs er zelf alle vertrouwen in hebben bleek uit de presentatie in het bezoekerscentrum. Naast de bij het ondergrondse bouwen inmiddels onvermijdelijke Delftse professor Horvat, maakten verschillende doctorandussen van de faculteit Technische Bestuurskunde hun opwachting in een weldoordachte videofilm. Aan de bezoekende belastingbetaler werd uitgelegd dat boren weliswaar duurder, maar vooral vriendelijker voor mens en milieu is. De geologen geloofden het allemaal wel, maar hadden meer interesse voor de bodemgesteldheid ter plaatse.

Ook de aandacht vanuit het buitenland valt vooralsnog mee. Het bijzondere van de Tweede Heinenoordtunnel zit ‘m er dan ook vooral in dat het voor Nederland een nieuwe manier van tunnelen is. In het buitenland is de boortechniek al zo’n honderd jaar bekend, ,,hoewel het boren in slappe grond internationaal ook nog maar in de kinderschoenen staat”, verzekert de projectleider van Rijkswaterstaat. ,,We lopen achter maar we kunnen het nog inhalen.”
(P.v.D.)