De TU Delft zal geen medewerking verlenen aan de komst van een Eindhovense opleiding industrieel ontwerpen. De maatschappelijke behoefte aan industrieel ontwerpers wordt zowel kwalitatief als kwantitatief voldoende gedekt door de Delftse opleiding, schrijft het college van bestuur aan het college van de TU Eindhoven.
De TU kan daarom ook niet tegemoet komen aan het verzoek van Eindhoven om samenwerking. In september had collegevoorzitter De Voogd bij de opening van het academisch jaar nog laten weten ‘voorshands positief’ tegenover het Eindhovense verzoek te staan.
In Eindhoven reageert het college teleurgesteld op de brief. ,,Het is jammer”, aldus rector dr. M. Rem. ,,We wilden tot een goede afstemming met Delft komen. Ons idee was de twee opleidingen complementair te maken, zodat er geen sprake was van nodeloze concurrentie. Een stuurgroep met daarin mensen uit Delft en Eindhoven zou zich over de opzet van de studie gaan buigen.”
Ook in de Delftse faculteit heeft teleurstelling de overhand. ,,Wij zagen de komst van de Eindhovense opleiding niet zozeer als een bedreiging, eerder als een verrijking van het veld”, zegt prof.ir. J. Jacobs, vice-decaan van de faculteit Ontwerp, Constructie en Productie. ,,In de studentenwerving zagen we geen probleem, alleen bij de werving van personeel: je vist tenslotte in dezelfde vijver. Daar waren afspraken over te maken geweest, evenals over de formulering van onderzoeksthema’s. Dat is onmogelijk gebleven: ons werd te verstaan gegeven dat er geen gesprekken met Eindhoven mochten komen. Omdat er niets afgestemd is, kan de Eindhovense opleiding wel een bedreiging gaan vormen. Je kunt je dan gaan voorbereiden op een echte concurrentieslag.” Samen met facultaire collega’s bereidt hij een brief voor, om het Delftse college op andere gedachten te brengen.
Rector Rem meldt dat Eindhoven toch haar voornemen doorzet om de opleiding september 2001 te beginnen. ,,We gaan gewoon verder. De minister weet ook al van onze plannen.”
De maatschappelijke behoefte aan industrieel ontwerpers wordt zowel kwalitatief als kwantitatief voldoende gedekt door de Delftse opleiding, schrijft het college van bestuur aan het college van de TU Eindhoven. De TU kan daarom ook niet tegemoet komen aan het verzoek van Eindhoven om samenwerking. In september had collegevoorzitter De Voogd bij de opening van het academisch jaar nog laten weten ‘voorshands positief’ tegenover het Eindhovense verzoek te staan.
In Eindhoven reageert het college teleurgesteld op de brief. ,,Het is jammer”, aldus rector dr. M. Rem. ,,We wilden tot een goede afstemming met Delft komen. Ons idee was de twee opleidingen complementair te maken, zodat er geen sprake was van nodeloze concurrentie. Een stuurgroep met daarin mensen uit Delft en Eindhoven zou zich over de opzet van de studie gaan buigen.”
Ook in de Delftse faculteit heeft teleurstelling de overhand. ,,Wij zagen de komst van de Eindhovense opleiding niet zozeer als een bedreiging, eerder als een verrijking van het veld”, zegt prof.ir. J. Jacobs, vice-decaan van de faculteit Ontwerp, Constructie en Productie. ,,In de studentenwerving zagen we geen probleem, alleen bij de werving van personeel: je vist tenslotte in dezelfde vijver. Daar waren afspraken over te maken geweest, evenals over de formulering van onderzoeksthema’s. Dat is onmogelijk gebleven: ons werd te verstaan gegeven dat er geen gesprekken met Eindhoven mochten komen. Omdat er niets afgestemd is, kan de Eindhovense opleiding wel een bedreiging gaan vormen. Je kunt je dan gaan voorbereiden op een echte concurrentieslag.” Samen met facultaire collega’s bereidt hij een brief voor, om het Delftse college op andere gedachten te brengen.
Rector Rem meldt dat Eindhoven toch haar voornemen doorzet om de opleiding september 2001 te beginnen. ,,We gaan gewoon verder. De minister weet ook al van onze plannen.”
Comments are closed.