De TU wil het internationale stagebureau Iaeste niet langer in huis houden. Per 1 september is het bureau overgenomen door Nuffic in Den Haag.
Hoewel bij de TU internationalisering hoog in het vaandel staat, heeft de universiteit het internationale stagebureau Iaeste, the International Association for the Exchange of Students for Technical Experience, definitief van de hand gedaan. Afgelopen week werd het bureau overgedragen aan Nuffic, een organisatie die de internationale samenwerking binnen het hoger onderwijs probeert te bevorderen door onder andere uitwisselingsprogramma’s als Socrates en Leonardo da Vinci.
Bij de reorganisatie van het dienstencentrum van de TU, vorig jaar, is besloten alle externe organisaties overboord te zetten. Daar viel Iaeste ook onder. Annemarie Rima, hoofd van het student facility center: ,,Het was niet ons bureau. Ook de universiteiten in Twente en Eindhoven maakten er gebruik van. We wilden het niet langer als TU Delft in stand houden, met alle risico’s van dien. Bij de reorganisatie is een kosten-batenanalyse gemaakt en die was negatief: de opbrengsten uit de bemiddeling wogen niet op tegen de kosten die de TU maakte aan huisvesting en personeel.”
Iaeste bestaat al sinds 1948. Delft was één van de oprichters. De organisatie is inmiddels uitgegroeid tot een internationaal netwerk dat actief is in tachtig landen. Elsa van der Kooi is sinds 1994 de nationaal secretaris voor de Nederlandse vestiging. ,,Na de Tweede Wereldoorlog leefde ook bij de professoren op de universiteiten het idee: dit nooit meer. Begrip kweken tussen studenten uit verschillende landen moest daaraan bijdragen. Toen is besloten Iaeste op te richten.”
De basis van het werk van het stagebureau is vanzelfsprekend het regelen van technische stages. Maar het doet meer: ,,We regelen ook werkvergunningen en doen aan visumbemiddeling”, aldus Van der Kooi. Daarnaast houdt het bureau zich ook bezig met de sociale kant van het verblijf in het buitenland. ,,We geven altijd een lijst mee van mensen die stage lopen in hetzelfde land. Bovendien is het Iaeste-kantoor in het betreffende land altijd een aanspreekpunt.”
Sociale opvang is af en toe erg belangrijk, zegt ze: ,,Twee jaar geleden ging er een student naar Macedonië. Hij kreeg last van heimwee, omdat hij het idee had dat hij niet zinvol bezig was. Daarnaast was hem het niveau van de techniek daar erg tegen gevallen. Ik heb toen een tijd lang uitgebreid met hem gemaild om suggesties te doen en hem te stimuleren om door te gaan. Na een maand hebben we het contact weer op een laag pitje gezet: het ging beter op zijn stage en hij had een leuk Deens meisje ontmoet.”
Gat
Op het moment dat besloten werd het doek te laten vallen voor Iaeste was de toekomst nog onduidelijk. In september 2002 was er in feite niets meer: de personeelsleden hadden na de reorganisatie andere functies gekregen. Van der Kooi is toen samen met Jan Kapteijn van het IRI, toen tijdelijk directeur van het universitair dienstencentrum, in dit gat gesprongen.
Kapteijn vindt het een vreemde beslissing van de TU om het internationale stagebureau af te stoten. ,,Het blijft onbegrijpelijk dat als internationalisering één van de speerpunten is, de TUzo’n activiteit als die van Iaeste stilzet.”
Van der Kooi en Kapteijn zijn aanvankelijk aan de slag gegaan om de boel overeind te houden. Kapteijn: ,,Ons eerste doel was doordraaien. Anders zou de TU gezichtsverlies lijden tegenover Eindhoven en Twente, en natuurlijk tegenover de studenten en bedrijven waartussen wij bemiddelden. We hebben in de eerste maand geld en medewerkers gezocht. Vervolgens zijn we ons bezig gaan houden met de vraag of we zouden gaan afbouwen of dat we zouden proberen het stagebureau ergens anders onder te brengen.”
De reorganisatie is te abrupt geweest, vindt hij. ,,Er werd gezegd: we stoppen. Over het hoe en wat is niet nagedacht. De knop ging om en dat was het.” Van der Kooi: ,,Het college van bestuur heeft het uiteindelijk, begin september 2002, nog wel toezeggingen gedaan over de financiën, zodat we uitzendkrachten konden aannemen.” In de loop van het jaar zijn gesprekken gevoerd met andere organisaties om te onderzoeken of Iaeste toch ergens anders terecht kon. In het voorjaar van 2003 werd duidelijk dat het Haagse Nuffic hiertoe wel bereid was.
Voor de student zal er met de overdracht van het stagebureau niet zo veel veranderen, meent Nuffic. Wat wel verandert is dat faculteiten nu moeten gaan betalen voor bemiddeling door Iaeste. Stagecoördinator Struikmans van technische natuurkunde voorziet dat er nog flink voor geld zal moeten worden gelobbyd. ,,De faculteiten kampen met steeds groter wordende tekorten. Toch zal het geld ergens boven water moeten komen.” Toch is hij redelijk positief over de overname. ,,Nuffic is van alle alternatieven de beste.”
Hoewel bij de TU internationalisering hoog in het vaandel staat, heeft de universiteit het internationale stagebureau Iaeste, the International Association for the Exchange of Students for Technical Experience, definitief van de hand gedaan. Afgelopen week werd het bureau overgedragen aan Nuffic, een organisatie die de internationale samenwerking binnen het hoger onderwijs probeert te bevorderen door onder andere uitwisselingsprogramma’s als Socrates en Leonardo da Vinci.
Bij de reorganisatie van het dienstencentrum van de TU, vorig jaar, is besloten alle externe organisaties overboord te zetten. Daar viel Iaeste ook onder. Annemarie Rima, hoofd van het student facility center: ,,Het was niet ons bureau. Ook de universiteiten in Twente en Eindhoven maakten er gebruik van. We wilden het niet langer als TU Delft in stand houden, met alle risico’s van dien. Bij de reorganisatie is een kosten-batenanalyse gemaakt en die was negatief: de opbrengsten uit de bemiddeling wogen niet op tegen de kosten die de TU maakte aan huisvesting en personeel.”
Iaeste bestaat al sinds 1948. Delft was één van de oprichters. De organisatie is inmiddels uitgegroeid tot een internationaal netwerk dat actief is in tachtig landen. Elsa van der Kooi is sinds 1994 de nationaal secretaris voor de Nederlandse vestiging. ,,Na de Tweede Wereldoorlog leefde ook bij de professoren op de universiteiten het idee: dit nooit meer. Begrip kweken tussen studenten uit verschillende landen moest daaraan bijdragen. Toen is besloten Iaeste op te richten.”
De basis van het werk van het stagebureau is vanzelfsprekend het regelen van technische stages. Maar het doet meer: ,,We regelen ook werkvergunningen en doen aan visumbemiddeling”, aldus Van der Kooi. Daarnaast houdt het bureau zich ook bezig met de sociale kant van het verblijf in het buitenland. ,,We geven altijd een lijst mee van mensen die stage lopen in hetzelfde land. Bovendien is het Iaeste-kantoor in het betreffende land altijd een aanspreekpunt.”
Sociale opvang is af en toe erg belangrijk, zegt ze: ,,Twee jaar geleden ging er een student naar Macedonië. Hij kreeg last van heimwee, omdat hij het idee had dat hij niet zinvol bezig was. Daarnaast was hem het niveau van de techniek daar erg tegen gevallen. Ik heb toen een tijd lang uitgebreid met hem gemaild om suggesties te doen en hem te stimuleren om door te gaan. Na een maand hebben we het contact weer op een laag pitje gezet: het ging beter op zijn stage en hij had een leuk Deens meisje ontmoet.”
Gat
Op het moment dat besloten werd het doek te laten vallen voor Iaeste was de toekomst nog onduidelijk. In september 2002 was er in feite niets meer: de personeelsleden hadden na de reorganisatie andere functies gekregen. Van der Kooi is toen samen met Jan Kapteijn van het IRI, toen tijdelijk directeur van het universitair dienstencentrum, in dit gat gesprongen.
Kapteijn vindt het een vreemde beslissing van de TU om het internationale stagebureau af te stoten. ,,Het blijft onbegrijpelijk dat als internationalisering één van de speerpunten is, de TUzo’n activiteit als die van Iaeste stilzet.”
Van der Kooi en Kapteijn zijn aanvankelijk aan de slag gegaan om de boel overeind te houden. Kapteijn: ,,Ons eerste doel was doordraaien. Anders zou de TU gezichtsverlies lijden tegenover Eindhoven en Twente, en natuurlijk tegenover de studenten en bedrijven waartussen wij bemiddelden. We hebben in de eerste maand geld en medewerkers gezocht. Vervolgens zijn we ons bezig gaan houden met de vraag of we zouden gaan afbouwen of dat we zouden proberen het stagebureau ergens anders onder te brengen.”
De reorganisatie is te abrupt geweest, vindt hij. ,,Er werd gezegd: we stoppen. Over het hoe en wat is niet nagedacht. De knop ging om en dat was het.” Van der Kooi: ,,Het college van bestuur heeft het uiteindelijk, begin september 2002, nog wel toezeggingen gedaan over de financiën, zodat we uitzendkrachten konden aannemen.” In de loop van het jaar zijn gesprekken gevoerd met andere organisaties om te onderzoeken of Iaeste toch ergens anders terecht kon. In het voorjaar van 2003 werd duidelijk dat het Haagse Nuffic hiertoe wel bereid was.
Voor de student zal er met de overdracht van het stagebureau niet zo veel veranderen, meent Nuffic. Wat wel verandert is dat faculteiten nu moeten gaan betalen voor bemiddeling door Iaeste. Stagecoördinator Struikmans van technische natuurkunde voorziet dat er nog flink voor geld zal moeten worden gelobbyd. ,,De faculteiten kampen met steeds groter wordende tekorten. Toch zal het geld ergens boven water moeten komen.” Toch is hij redelijk positief over de overname. ,,Nuffic is van alle alternatieven de beste.”
Comments are closed.