Onderwijs

TU stelt ombudsman aan

Drs. W.J.M. Knippenberg is de eerste ombudsman voor studenten aan de TU Delft. Met ingang van 1 november is hij aan deze nieuwe functie begonnen.

if”>
1 Knippenberg: ,,Ik mag hopen dat ik niet te veel klachten krijg”

De aanstelling van een onafhankelijke ombudsman is een gevolg van het nieuwe Studentenstatuut dat vorige week door de u-raad is vastgesteld. De ombudsfunctie fungeert als vangnet: pas als geen enkel ander middel meer helpt, kan de ombudsman bemiddelen voor studenten die menen dat hen onrecht is aangedaan, op wat voor terrein dan ook. Als die de klacht gegrond acht, geeft hij een advies aan het college of de faculteit.

Knippenberg noemt het nieuwe klachtrecht laagdrempelig en deels symbolisch. ,,In deze functie wordt de zorg van de universiteit voor de student uitgedrukt”, zegt hij. ,,De TU heeft daar al veel aandacht voor, dus ik mag hopen dat ik niet te veel klachten krijg. De student staat er vanaf nu in ieder geval nooit meer alleen voor.” Knippenberg blijft nog tijdelijk de taken waarnemen van zijn oude functie bij het Studentenadviesbureau.

Datzelfde bureau heeft de opdracht van de u-raad gekregen om het nieuwe studentenstatuut op diskette aan elke student te verzenden en niet slechts aan alle eerstejaars, zoals eerst was voorgesteld. Alleen het ‘opleidingsgebonden deel’ van het statuut zal ter inzage liggen bij de faculteit in kwestie.

De raad drong ook aan op een regeling om nieuw aangestelde docenten didactische cursussen te laten volgen. Nieuwe leerkrachten moeten namelijk voldoen aan een basiskwalificatie. De ontwikkeling van die basiskwalificatie staat al geruime tijd op stapel, maar laat nog steeds op zich wachten. Met de vaststelling van het nieuwe statuut verplicht het college zich om hier vaart achter te zetten.

Een voorstel van het college van bestuur om op facultair niveau een extra docentenoverleg in te voeren stuitte op verzet van de raad. Dit ‘gedeelde’ docentenoverleg zou het faculteitsbestuur moeten adviseren over onderwijszaken met ‘vakgroepsoverstijgend belang’.
Prop

In de commissie voor Onderwijs en Onderzoek (Urcoo) had J. Terpstra van studentenfractie AAG het voorstel al tot een prop verfrommeld en voor de voeten van de commissie geworpen. In een emotioneel pleidooi verwoordde hij de algemene kritiek: ,,Het voorgestelde docentenoverleg is gewoon een gemaskeerd hooglerarenoverleg en tornt aan het laatste restje inspraak waar de studenten na de modernisering van de bestuursstructuur nog over beschikken: de opleidingscommissies.” Hij nam de situatie bij Bouwkunde daarbij als voorbeeld. Het college trok het voorstel in de u-raad terug.
(L.d.V.)

Leo de Vries

Drs. W.J.M. Knippenberg is de eerste ombudsman voor studenten aan de TU Delft. Met ingang van 1 november is hij aan deze nieuwe functie begonnen.


1 Knippenberg: ,,Ik mag hopen dat ik niet te veel klachten krijg”

De aanstelling van een onafhankelijke ombudsman is een gevolg van het nieuwe Studentenstatuut dat vorige week door de u-raad is vastgesteld. De ombudsfunctie fungeert als vangnet: pas als geen enkel ander middel meer helpt, kan de ombudsman bemiddelen voor studenten die menen dat hen onrecht is aangedaan, op wat voor terrein dan ook. Als die de klacht gegrond acht, geeft hij een advies aan het college of de faculteit.

Knippenberg noemt het nieuwe klachtrecht laagdrempelig en deels symbolisch. ,,In deze functie wordt de zorg van de universiteit voor de student uitgedrukt”, zegt hij. ,,De TU heeft daar al veel aandacht voor, dus ik mag hopen dat ik niet te veel klachten krijg. De student staat er vanaf nu in ieder geval nooit meer alleen voor.” Knippenberg blijft nog tijdelijk de taken waarnemen van zijn oude functie bij het Studentenadviesbureau.

Datzelfde bureau heeft de opdracht van de u-raad gekregen om het nieuwe studentenstatuut op diskette aan elke student te verzenden en niet slechts aan alle eerstejaars, zoals eerst was voorgesteld. Alleen het ‘opleidingsgebonden deel’ van het statuut zal ter inzage liggen bij de faculteit in kwestie.

De raad drong ook aan op een regeling om nieuw aangestelde docenten didactische cursussen te laten volgen. Nieuwe leerkrachten moeten namelijk voldoen aan een basiskwalificatie. De ontwikkeling van die basiskwalificatie staat al geruime tijd op stapel, maar laat nog steeds op zich wachten. Met de vaststelling van het nieuwe statuut verplicht het college zich om hier vaart achter te zetten.

Een voorstel van het college van bestuur om op facultair niveau een extra docentenoverleg in te voeren stuitte op verzet van de raad. Dit ‘gedeelde’ docentenoverleg zou het faculteitsbestuur moeten adviseren over onderwijszaken met ‘vakgroepsoverstijgend belang’.
Prop

In de commissie voor Onderwijs en Onderzoek (Urcoo) had J. Terpstra van studentenfractie AAG het voorstel al tot een prop verfrommeld en voor de voeten van de commissie geworpen. In een emotioneel pleidooi verwoordde hij de algemene kritiek: ,,Het voorgestelde docentenoverleg is gewoon een gemaskeerd hooglerarenoverleg en tornt aan het laatste restje inspraak waar de studenten na de modernisering van de bestuursstructuur nog over beschikken: de opleidingscommissies.” Hij nam de situatie bij Bouwkunde daarbij als voorbeeld. Het college trok het voorstel in de u-raad terug.
(L.d.V.)

Leo de Vries

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.