Onderwijs

TU is not hunting for spies

TU Delft does not screen international students based on the espionage risks they may pose to the university, says the chairman of TU Delft’s Executive Board, Paul Rullmann.

International students need not worry that TU Delft is keeping an eye on them, Rullmann remarked last week during a meeting with the university’s student council, which had raised the issue following an article published in de Volkskrant, a Dutch national daily, about efforts to detect spies among students at the Dutch universities of technology.
The article reported that universities and the Netherlands’ intelligence agency (AIVD) were increasingly working closer together to develop counter-espionage methods relating to international students. Speaking before the Dutch parliament last week, two outgoing ministers, Andre Rouvoet (Education) and Hirsch Ballin (Justice), informed MPs that the Dutch secret service maintained ‘regular contact’ with the Netherlands’ technology universities. The intelligence agency moreover had also previously briefed the universities about the potential risks posed by enrolling greater numbers of internationals students.
Rullmann informed the student council that TU Delft does not pre-screen students based on characteristics such as gender, nationality or age: “There has been no change in policy. We only investigate further if we feel that something is not quite in order.” According to de Volkskrant, the AIVD has proof that there are students in the Netherlands ‘who have been sent by their home countries’ intelligence agencies to spy’. Such spies are hard to spot among all the other students and moreover universities offer easy accessibility.
 

Zo vaak gebeurt het niet dat er een nieuwe club wordt opgericht, weet Gerard Kempf. Hij is voorzitter van de rugbybond en speciaal voor het duel naar Delft afgereisd. Of er iets officieels gaat gebeuren? Jazeker, hij heeft niet voor niets zijn officiële jasje aangetrokken, met bondsembleem. “De Delftse studenten hebben het heel stijlvol aangepakt. Ik mag dadelijk proberen de eerste bal weg te trappen.”

Een nieuwe club oprichten dat valt niet mee volgens Kempf. “Daar zijn minimaal 30, 35 mensen voor nodig.” De Tilburgse Studenten Rugbyclub Tarantula is het gelukt. Ze zijn overigens wat verlaat vandaag, omdat onderweg bleek dat er geen shirts in de tas zaten. Het kostte enig oponthoud om bij H&M in Rotterdam vervangende tricots aan te schaffen. “Die zullen wel snel aan flarden worden gescheurd tijdens de wedstrijd”, denkt Kempf.

Gaat het traditionele duel echt exact om 19.18 uur beginnen, luidt de vraag aan Michiel Povel. Hij is als verenigingscommissaris (‘ik ga onder meer over de drank en het eten’) gekleed in een met sjerp omhangen jacquet. “Jazeker”, zegt hij vastbesloten. “Wij koesteren onze tradities. Zo organiseren wij jaarlijks een oudledendag voor de Old Tigers. Wij mogen dan niet van ze winnen. We verkopen ze wel sigaren voor vijftig euro per stuk, om de kas te spekken.”

Om even na zevenen druppelen langzaam de Tilburgse gasten het veld op. Ze zijn met zijn twaalven. Drie te weinig voor een volledig team, maar dat wordt opgelost met drie geleende spelers van DSR-C. Julius Breinburg, sinds mensenheugenis coach van de Delftse rugbyers maar vandaag gastcoach van de Tilburgers, merkt op dat het een heroprichting moet zijn van Tarantula. “In mijn tijd speelden wij daar vaak tegen. Ik weet dat nog, omdat ze de enige club waren met een vrouwelijke hooker.”

Even later sluit DSR-C-president Lars de Lange zijn korte toespraakje af met de woorden “We gaan er gewoon een leuk potje van maken”. Op de middenstip brengt Kempf in zijn nette pak met een ferme aftrap de wedstrijd officieel aan de gang. “Bloedlink joh, het veld is ontzettend glad”, komt de bondsvoorzitter die zelf nooit gerugbyed heeft aan de kant verslag doen van zijn actieve bijdrage aan het duel. 

De Tilburgers komen fysiek aardig mee, maar de Delftse ploeg –voor een groot deel bestaand uit tweedeteamspelers- wint met overmacht. Na afloop verschijnt de hele groep in verenigingspak in het Sportcafé, voor een tussenbiertje. Daarna vertrekken ze naar ‘de zaak’ voor een gezamenlijk diner. En nog een biertje uiteraard, want tradities moeten in ere worden gehouden.  

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.