Bekwame ingenieurs uit de beroepspraktijk die willen overstappen naar de universiteit worden onredelijk benadeeld, vindt prof.dr.ir. Jan Vugts.
/strong>
Bij het benoemen van nieuwe hoogleraren moeten er geen hoge drempels opgeworpen worden voor bekwame ingenieurs uit de beroepspraktijk. Dat is schadelijk voor de universiteit en haar opleidingen. Dat stelde Vugts afgelopen vrijdag in zijn afscheidsrede als hoogleraar offshoretechnologie bij civiele techniek.
De kern van het ingenieur zijn is volgens Vugts de kunde en het lef hebben om een complexe werkelijkheid in zo eenvoudig mogelijke modellen te vangen, de gevoeligheden en onzekerheden daarvan te evalueren, de resultaten te beoordelen en op grond daarvan een beslissing te nemen. Daar is niet alleen een wetenschappelijke opleiding, maar ook praktijkervaring voor nodig. ,,Het is van groot belang dat ingenieurs die deze bekwaamheid bezitten, de kans krijgen om zowel hun kennis en ervaring als hun emoties aan de komende generaties door te geven. Dat geldt zowel voor opleidingen op de TU als voor interne scholing bij bedrijven.”
Ingenieurs met zulke vaardigheden op de universiteit opleiden is nodig voor grote en gecompliceerde projecten. Als voornaamste obstakel bij de realisatie van zulke projecten voorziet Vugts een tekort aan ingenieurs met de daarvoor benodigde kwaliteiten. In zijn rede doet Vugts een dringende oproep aan het bestuur van de universiteit de beslissing om van Delft een researchuniversiteit te maken nog eens goed te heroverwegen. ,,Ik verlaat mijn post met enige zorg, mede doordat de benoeming van een opvolger nog steeds niet rond is.”
Bekwame ingenieurs uit de beroepspraktijk die willen overstappen naar de universiteit worden onredelijk benadeeld, vindt prof.dr.ir. Jan Vugts.
Bij het benoemen van nieuwe hoogleraren moeten er geen hoge drempels opgeworpen worden voor bekwame ingenieurs uit de beroepspraktijk. Dat is schadelijk voor de universiteit en haar opleidingen. Dat stelde Vugts afgelopen vrijdag in zijn afscheidsrede als hoogleraar offshoretechnologie bij civiele techniek.
De kern van het ingenieur zijn is volgens Vugts de kunde en het lef hebben om een complexe werkelijkheid in zo eenvoudig mogelijke modellen te vangen, de gevoeligheden en onzekerheden daarvan te evalueren, de resultaten te beoordelen en op grond daarvan een beslissing te nemen. Daar is niet alleen een wetenschappelijke opleiding, maar ook praktijkervaring voor nodig. ,,Het is van groot belang dat ingenieurs die deze bekwaamheid bezitten, de kans krijgen om zowel hun kennis en ervaring als hun emoties aan de komende generaties door te geven. Dat geldt zowel voor opleidingen op de TU als voor interne scholing bij bedrijven.”
Ingenieurs met zulke vaardigheden op de universiteit opleiden is nodig voor grote en gecompliceerde projecten. Als voornaamste obstakel bij de realisatie van zulke projecten voorziet Vugts een tekort aan ingenieurs met de daarvoor benodigde kwaliteiten. In zijn rede doet Vugts een dringende oproep aan het bestuur van de universiteit de beslissing om van Delft een researchuniversiteit te maken nog eens goed te heroverwegen. ,,Ik verlaat mijn post met enige zorg, mede doordat de benoeming van een opvolger nog steeds niet rond is.”
Comments are closed.