De wiskunde van het Delftse Instellingspakket (DIP) houdt rekening met de veranderde eindexameneisen van het vwo. Toch struikelen veel eerstejaars over dit vak.
Dat komt niet door de slechte aansluiting, maar omdat veel studenten te laat beginnen met ‘serieus studeren’.
Met de komst van het studiehuis hebben in het vwo de vakken wiskunde A en B plaatsgemaakt voor wiskunde B1 en B2. Het huidige wiskunde B1 richt zich meer op aspecten van toegepaste aard, zoals kansberekening en statistiek, en minder op vaardigheden zoals uitrekenen en differentiëren. B2 heeft – net als het vroegere wiskunde B – extra meetkunde en analyse in het pakket zitten. In eerste instantie stelden de technische universiteiten als toelatingsvoorwaarde dat studenten B1 en B2 in hun pakket hadden. Die eis wordt niet meer gesteld, aldus Harm Jan Smid, directeur interfacultair onderwijs bij de faculteit Informatietechnologie en Systemen. ,,Twente en Eindhoven hebben de eis voor B2 laten vallen en daarbij heeft de TU Delft zich aangesloten. Op zich kan dat wel. B2 geeft meer inzicht in de wiskunde, maar met de inhoud zelf doen we niet veel.”
Volgens Smid is de wiskunde voor de techniek wat de toonladders zijn voor de muziek. Het is een basisvaardigheid die je onder de knie moet krijgen om het vak te kunnen uitoefenen. Regelmatig blijkt echter dat voor menig eerstejaars student wiskunde een struikelvak is. Als reden wordt dan vaak gegeven dat de aansluiting tussen de TU Delft en het huidige vwo niet goed is. Smid vindt dat niet terecht. ,,De afgelopen jaren is wiskunde aangepast aan de nieuwe eindexameneisen van het vwo.” Het is volgens Smid wel een geleidelijke overgang geweest. ,,In 2001/2002 was maar 20 procent van de studenten afkomstig uit het studiehuis en hebben we de oude situatie gehandhaafd. In 2002/2003 was de situatie omgekeerd en werd het bijvoorbeeld toegestaan dat studenten gebruik maakten van een grafische rekenmachine en een formulekaart. Uitzondering zijn de multiplechoicetentamens, waar nooit rekenmachines mogen worden gebruikt.”
Internationaal
Verder wijst Smid erop dat voor wiskunde van het Delftse Instellingspakket (DIP) gebruik wordt gemaakt van internationaal lesmateriaal. ,,Wiskunde is op bijna alle nationale en internationale technische universiteiten gelijk. Wij hebben ons daar met onze leerstof bij aangesloten. Wij doceren niet anders dan die wiskunde die iedere ingenieur ter wereld moet beheersen.”
De reden dat zoveel studenten moeite met het vak hebben ligt volgens Smid in een verkeerde studiehouding. Als de eerstejaars aan de TU Delft beginnen hebben ze een lange vakantie achter de rug. Een deel van de wiskunde van het vwo is dan weggezakt. ,,Op de TU sluiten wij aan op de stof van het vwo, maar we geven geen herhalingscursus. Studenten moeten zelf in de boeken duiken om hun weggezakte kennis op te frissen.”
Wiskunde is volgens Smid vooral een struikelblok voor degenen die het studeren onderschatten. ,,Wij krijgen hier de beste leerlingen van het vwo die veelal zonder hard te hoeven blokken door de examens zijn gekomen. Ze verwachten dat ze op de TU Delft ook weinig hoeven te doen en dat bijvoorbeeld het bijwonen van de lessen al voldoende is om een tentamen te halen. Dat is niet zo. Het tempo ligt veel hoger dan op het vwo en daarom moet er daadwerkelijk ook thuis gestudeerd worden.”
Al struikelt menig student in de eerste maanden van zijn studie; in de loop van het jaar pakken velen de draad toch weer op. ,,Zij zijn dan hun schoolse houding kwijt en hebben begrepen dat je gewoon flink moet aanpakken bij een technische studie.”
De wiskunde van het Delftse Instellingspakket (DIP) houdt rekening met de veranderde eindexameneisen van het vwo. Toch struikelen veel eerstejaars over dit vak. Dat komt niet door de slechte aansluiting, maar omdat veel studenten te laat beginnen met ‘serieus studeren’.
Met de komst van het studiehuis hebben in het vwo de vakken wiskunde A en B plaatsgemaakt voor wiskunde B1 en B2. Het huidige wiskunde B1 richt zich meer op aspecten van toegepaste aard, zoals kansberekening en statistiek, en minder op vaardigheden zoals uitrekenen en differentiëren. B2 heeft – net als het vroegere wiskunde B – extra meetkunde en analyse in het pakket zitten. In eerste instantie stelden de technische universiteiten als toelatingsvoorwaarde dat studenten B1 en B2 in hun pakket hadden. Die eis wordt niet meer gesteld, aldus Harm Jan Smid, directeur interfacultair onderwijs bij de faculteit Informatietechnologie en Systemen. ,,Twente en Eindhoven hebben de eis voor B2 laten vallen en daarbij heeft de TU Delft zich aangesloten. Op zich kan dat wel. B2 geeft meer inzicht in de wiskunde, maar met de inhoud zelf doen we niet veel.”
Volgens Smid is de wiskunde voor de techniek wat de toonladders zijn voor de muziek. Het is een basisvaardigheid die je onder de knie moet krijgen om het vak te kunnen uitoefenen. Regelmatig blijkt echter dat voor menig eerstejaars student wiskunde een struikelvak is. Als reden wordt dan vaak gegeven dat de aansluiting tussen de TU Delft en het huidige vwo niet goed is. Smid vindt dat niet terecht. ,,De afgelopen jaren is wiskunde aangepast aan de nieuwe eindexameneisen van het vwo.” Het is volgens Smid wel een geleidelijke overgang geweest. ,,In 2001/2002 was maar 20 procent van de studenten afkomstig uit het studiehuis en hebben we de oude situatie gehandhaafd. In 2002/2003 was de situatie omgekeerd en werd het bijvoorbeeld toegestaan dat studenten gebruik maakten van een grafische rekenmachine en een formulekaart. Uitzondering zijn de multiplechoicetentamens, waar nooit rekenmachines mogen worden gebruikt.”
Internationaal
Verder wijst Smid erop dat voor wiskunde van het Delftse Instellingspakket (DIP) gebruik wordt gemaakt van internationaal lesmateriaal. ,,Wiskunde is op bijna alle nationale en internationale technische universiteiten gelijk. Wij hebben ons daar met onze leerstof bij aangesloten. Wij doceren niet anders dan die wiskunde die iedere ingenieur ter wereld moet beheersen.”
De reden dat zoveel studenten moeite met het vak hebben ligt volgens Smid in een verkeerde studiehouding. Als de eerstejaars aan de TU Delft beginnen hebben ze een lange vakantie achter de rug. Een deel van de wiskunde van het vwo is dan weggezakt. ,,Op de TU sluiten wij aan op de stof van het vwo, maar we geven geen herhalingscursus. Studenten moeten zelf in de boeken duiken om hun weggezakte kennis op te frissen.”
Wiskunde is volgens Smid vooral een struikelblok voor degenen die het studeren onderschatten. ,,Wij krijgen hier de beste leerlingen van het vwo die veelal zonder hard te hoeven blokken door de examens zijn gekomen. Ze verwachten dat ze op de TU Delft ook weinig hoeven te doen en dat bijvoorbeeld het bijwonen van de lessen al voldoende is om een tentamen te halen. Dat is niet zo. Het tempo ligt veel hoger dan op het vwo en daarom moet er daadwerkelijk ook thuis gestudeerd worden.”
Al struikelt menig student in de eerste maanden van zijn studie; in de loop van het jaar pakken velen de draad toch weer op. ,,Zij zijn dan hun schoolse houding kwijt en hebben begrepen dat je gewoon flink moet aanpakken bij een technische studie.”
Comments are closed.