Onderwijs

TU Delft biedt geen overvloed aan masters aan

Invoering van de bachelor-masterstructuur betekent niet dat de TU een kakofonie van masteropleidingen aanbiedt. De TU kiest voor een internationaal herkenbaar opleidingsprofiel met als basis de traditionele ingenieurswetenschappen.

De voorbereidingen voor de invoering van het bachelor-mastermodel (bama-model) zijn in volle gang. Het ministerie heeft richtlijnen uitgevaardigd waaraan het model moet voldoen maar daarbinnen is er ruimte voor een eigen invulling. Zo mag een instelling zelf bepalen aan welke criteria de instroom voor de masters moet voldoen, hoe breed de bacheloropleidingen worden, hoeveel masteropleidingen ze wil verzorgen en hoe ze de overgangsregelingen voor de studenten in de huidige en de nieuwe structuur invult.

Opleidingsprofiel

Nauw betrokken bij de invoering van de bama-structuur is Geerlinge Pessers, beleidsmedewerker van de Staf Onderwijs, Onderzoek en Studentenbeleid. ,,De TU heeft al een aantal principiële keuzes gemaakt. Vaststaat dat de propedeuse gehandhaafd blijft. De functie hiervan is verwijzen, selecteren en oriënteren en dat verandert niet bij de nieuwe structuur.”

Zestien opleidingen (de opleiding technische materiaalwetenschappen doet niet mee) bieden een bachelor. De opzet is dat deze geleidelijk naar elkaar toe groeien zodat de mobiliteit van de student wordt bevorderd. De masters zullen gekoppeld zijn aan het onderzoek en de traditionele disciplines van de ingenieurswetenschappen weerspiegelen.

Pessers: ,,De TU kiest voor een internationaal herkenbaar opleidingsprofiel en dat betekent dat de universiteit terughoudend is met het opzetten van nieuwe masters om wildgroei te voorkomen. Aan de andere kant biedt de nieuwe structuur de mogelijkheid om een aantal afstudeerspecialisaties als masteropleiding aan te bieden. Op de faculteiten loopt nu de portfoliodiscussie en die zal bepalend zijn voor de inrichting van de toekomstige masteropleidingen.”

Iedereen die aan de TU een bachelor afrondt, heeft toegang tot de aansluitende masteropleidingen. ,,Voor zij-instromers % dat zijn buitenlandse studenten en diegenen die elders een bachelor hebben behaald % wordt een toets ontwikkeld”, zegt Pessers. ,,Overigens moeten studenten, die kiezen voor een masteropleiding met een internationaal karakter, beschikken over een goede kennis van de Engelse taal. Bij alle bachelors is de voertaal Nederlands maar bij de meeste masters wordt dit Engels.”

Overgangsregelingen

Voor de student in de huidige structuur moet een overgangsregeling komen. De komende maanden zullen de faculteiten onderzoeken hoeveel studenten het kandidaatsprogramma hebben afgerond. Pessers:,,Vervolgens kijken we op individueel niveau wat de beste manier is om de studie te voltooien. We verwachten dat de opleidingen daarbij de nodige soepelheid zullen betrachten.”

Daarnaast gaan de faculteiten een regeling ontwikkelen voor de doorstroom van de bacheloropleiding naar de masteropleiding. ,,Stel dat een student klaar is in november. Moet hij of zij dan wachten tot september om te starten met een masteropleiding? Of is het toegestaan alvast een deel van dit programma te volgen? Of kiest een faculteit ervoor om twee maal per jaar met een opleiding te starten?”, aldus Pessers. ,,Uit deze opties, of combinatie ervan, zullen de faculteiten het komende jaar een keuze moeten maken.”

De bama-structuur zorgt voor veranderingen in de universitaire opleiding. Toch moet volgens Pessers de breuk tussen het oude en nieuwe systeem niet overdreven worden. ,,Het is meer het voortzetten van een trend. Het is bijvoorbeeld straks vereist aan het eind van de bacheloropleiding een toets af te leggen in de vorm van ontwerpopdracht of een werkstuk. Tien van de zeventien opleidingen gebruiken al langere tijd zo’n toets en daarom benadruk ik regelmatig dat de komst van de bama-structuur niet zo’n grote overgang is als sommigen beweren.”

Aut: Angèle Steentjes

De voorbereidingen voor de invoering van het bachelor-mastermodel (bama-model) zijn in volle gang. Het ministerie heeft richtlijnen uitgevaardigd waaraan het model moet voldoen maar daarbinnen is er ruimte voor een eigen invulling. Zo mag een instelling zelf bepalen aan welke criteria de instroom voor de masters moet voldoen, hoe breed de bacheloropleidingen worden, hoeveel masteropleidingen ze wil verzorgen en hoe ze de overgangsregelingen voor de studenten in de huidige en de nieuwe structuur invult.

Opleidingsprofiel

Nauw betrokken bij de invoering van de bama-structuur is Geerlinge Pessers, beleidsmedewerker van de Staf Onderwijs, Onderzoek en Studentenbeleid. ,,De TU heeft al een aantal principiële keuzes gemaakt. Vaststaat dat de propedeuse gehandhaafd blijft. De functie hiervan is verwijzen, selecteren en oriënteren en dat verandert niet bij de nieuwe structuur.”

Zestien opleidingen (de opleiding technische materiaalwetenschappen doet niet mee) bieden een bachelor. De opzet is dat deze geleidelijk naar elkaar toe groeien zodat de mobiliteit van de student wordt bevorderd. De masters zullen gekoppeld zijn aan het onderzoek en de traditionele disciplines van de ingenieurswetenschappen weerspiegelen.

Pessers: ,,De TU kiest voor een internationaal herkenbaar opleidingsprofiel en dat betekent dat de universiteit terughoudend is met het opzetten van nieuwe masters om wildgroei te voorkomen. Aan de andere kant biedt de nieuwe structuur de mogelijkheid om een aantal afstudeerspecialisaties als masteropleiding aan te bieden. Op de faculteiten loopt nu de portfoliodiscussie en die zal bepalend zijn voor de inrichting van de toekomstige masteropleidingen.”

Iedereen die aan de TU een bachelor afrondt, heeft toegang tot de aansluitende masteropleidingen. ,,Voor zij-instromers % dat zijn buitenlandse studenten en diegenen die elders een bachelor hebben behaald % wordt een toets ontwikkeld”, zegt Pessers. ,,Overigens moeten studenten, die kiezen voor een masteropleiding met een internationaal karakter, beschikken over een goede kennis van de Engelse taal. Bij alle bachelors is de voertaal Nederlands maar bij de meeste masters wordt dit Engels.”

Overgangsregelingen

Voor de student in de huidige structuur moet een overgangsregeling komen. De komende maanden zullen de faculteiten onderzoeken hoeveel studenten het kandidaatsprogramma hebben afgerond. Pessers:,,Vervolgens kijken we op individueel niveau wat de beste manier is om de studie te voltooien. We verwachten dat de opleidingen daarbij de nodige soepelheid zullen betrachten.”

Daarnaast gaan de faculteiten een regeling ontwikkelen voor de doorstroom van de bacheloropleiding naar de masteropleiding. ,,Stel dat een student klaar is in november. Moet hij of zij dan wachten tot september om te starten met een masteropleiding? Of is het toegestaan alvast een deel van dit programma te volgen? Of kiest een faculteit ervoor om twee maal per jaar met een opleiding te starten?”, aldus Pessers. ,,Uit deze opties, of combinatie ervan, zullen de faculteiten het komende jaar een keuze moeten maken.”

De bama-structuur zorgt voor veranderingen in de universitaire opleiding. Toch moet volgens Pessers de breuk tussen het oude en nieuwe systeem niet overdreven worden. ,,Het is meer het voortzetten van een trend. Het is bijvoorbeeld straks vereist aan het eind van de bacheloropleiding een toets af te leggen in de vorm van ontwerpopdracht of een werkstuk. Tien van de zeventien opleidingen gebruiken al langere tijd zo’n toets en daarom benadruk ik regelmatig dat de komst van de bama-structuur niet zo’n grote overgang is als sommigen beweren.”

Aut: Angèle Steentjes

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.