De sectie windenergie van de TU coördineert het project van de Europese Commissie om de ontwikkeling van offshore windenergie te stimuleren.
/strong>
Deskundigen verwachten dat binnen tien jaar de capaciteit van offshore windmolenparken duizenden megawatt kan bedragen, gelijk aan dat van meerdere kolencentrales. Dat is genoeg om enkele miljoenen huishoudens van elektriciteit te voorzien. Om de prijs van elektriciteit opgewekt door offshore windenergie competitief te maken met elektriciteit vanuit andere bronnen, moeten de kosten de komende jaren teruggebracht worden, zoals al gebeurd is met de prijs van onshore energie.
De Europese Unie wil de ontwikkelingen op offshore windenergiegebied steunen met het project ‘Concerted Action on Offshore Wind Energy in Europe‘, dat gericht is op het verzamelen en verspreiden van kennis over alle aspecten van offshore windenergie. Zeventien partners uit dertien Europese landen doen mee aan het anderhalf jaar durende project. De sectie windenergie van de TU Delft heeft de coördinatie van het project toebedeeld gekregen. ,,Dat is een eer”, vindt sectiemedewerker Andrew Henderson. Het totale budget voor het project beraagt 472.500 euro.
Nederland experimenteert nu met enkele toetsprojecten in het IJsselmeer en in afgeschermde en ondiepe stukken zee. Binnen twee jaar moet het eerste grote Nederlandse windmolenpark in zee verrijzen. Bij Egmond aan Zee zullen zo’n zeventig windturbines nearshore (tussen acht en twintig kilometer uit de kust) worden geplaatst die gezamelijk een vermogen van 100 megawatt moeten leveren. Dergelijke windmolens zijn zo’n zeventig meter hoog tot de rotor, de rotorbladen zijn ongeveer veertig meter lang.
De sectie windenergie van de TU coördineert het project van de Europese Commissie om de ontwikkeling van offshore windenergie te stimuleren.
Deskundigen verwachten dat binnen tien jaar de capaciteit van offshore windmolenparken duizenden megawatt kan bedragen, gelijk aan dat van meerdere kolencentrales. Dat is genoeg om enkele miljoenen huishoudens van elektriciteit te voorzien. Om de prijs van elektriciteit opgewekt door offshore windenergie competitief te maken met elektriciteit vanuit andere bronnen, moeten de kosten de komende jaren teruggebracht worden, zoals al gebeurd is met de prijs van onshore energie.
De Europese Unie wil de ontwikkelingen op offshore windenergiegebied steunen met het project ‘Concerted Action on Offshore Wind Energy in Europe‘, dat gericht is op het verzamelen en verspreiden van kennis over alle aspecten van offshore windenergie. Zeventien partners uit dertien Europese landen doen mee aan het anderhalf jaar durende project. De sectie windenergie van de TU Delft heeft de coördinatie van het project toebedeeld gekregen. ,,Dat is een eer”, vindt sectiemedewerker Andrew Henderson. Het totale budget voor het project beraagt 472.500 euro.
Nederland experimenteert nu met enkele toetsprojecten in het IJsselmeer en in afgeschermde en ondiepe stukken zee. Binnen twee jaar moet het eerste grote Nederlandse windmolenpark in zee verrijzen. Bij Egmond aan Zee zullen zo’n zeventig windturbines nearshore (tussen acht en twintig kilometer uit de kust) worden geplaatst die gezamelijk een vermogen van 100 megawatt moeten leveren. Dergelijke windmolens zijn zo’n zeventig meter hoog tot de rotor, de rotorbladen zijn ongeveer veertig meter lang.
Comments are closed.