B. El Marhfoul heeft Marokko vijf maanden geleden verlaten en wil nu aan de TU gaan studeren. Alleen de toelatingstoets moet hij nog met goed gevolg voltooien. Dat heeft hij afgelopen vrijdag geprobeerd, samen met dertig andere deelnemers.
De toelatingstoets is bedoeld voor vwo-ers en buitenlandse studenten met een natuurkunde-deficiëntie. Daardoor vormen de deelnemers een bont gezelschap met veel nationaliteiten. Alle buitenlanders spreken een aardig woordje Nederlands, ondanks hun korte aanwezigheid in Nederland van soms slechts drie weken. De meeste hebben de Nederlandse taal geleerd via de ‘Delftse methode’ – in een paar weken Nederlands praten, denken en schrijven. Anderen, zoals de 19-jarige Bulgaar Alexander Dimitrov Dountchev, hebben zich het Nederlands zelf eigen gemaakt.
Naast de vijftien buitenlanders zijn er vwo-ers, en TU’ers zoals Margaux Lekkerkerker. De eerstejaars studente Technische Bestuurskunde had ook geen natuurkunde had ook geen natuurkunde in haar pakket. Omdat ze nu wil switchen naar een meer technische studie, is d etoets noodzakelijk. Echt hard heeft ze er niet voor geleerd, maar ze denkt het wel te halen.
Ook het grootste deel van de buitenlandse deelnemers denkt de toets met goed gevolg af te leggen. De meesten hebben de cursus voorafgaand aan de toets gevolgd en vonden deze niet al te moeilijk. De Nederlandse taal gaf meer problemen.
Coördinator drs. R. Struikmans legt uit dat het maken van een toets voor mensen die net Nederlands hebben geleerd, geen makkelijke opgave is. Afkortingen blijven in de toets achterwege en synoniemen probeert Struikmans zoveel mogelijk te voorkomen. Ook vragen waarin een mening of uitleg wordt gevraagd ontbreken. ,,Na afloop van een toets”, vertelt Struikmans, ,,kwam er eens een buitenlandse kandidaat naar me toe en vertelde in paniek dat hij vraag vier niet gemaakt had, omdat hij deze niet gezien had. Terwijl er duidelijk z.o.z. op de opgave stond. Hij wist dus niet wat z.o.z. betekende.”
Ondanks het optimisme van de meeste deelnemers ligt het slagingspercentage rond de dertig procent. Volgens ir. G.K. Berghuis van het Admissions Office (de TU-instantie die bepaalt of buitenlandse studenten de ingangstoets moeten afleggen) wordt de toets door veel deelnemers onderschat. ,,Er zitten veel gokkers tussen. Je mag de toets namelijk zo vaak doen als je wil en veel deelnemers gaan er dus onvoorbereid naar toe.”
De toelatingstoets is bedoeld voor vwo-ers en buitenlandse studenten met een natuurkunde-deficiëntie. Daardoor vormen de deelnemers een bont gezelschap met veel nationaliteiten. Alle buitenlanders spreken een aardig woordje Nederlands, ondanks hun korte aanwezigheid in Nederland van soms slechts drie weken. De meeste hebben de Nederlandse taal geleerd via de ‘Delftse methode’ – in een paar weken Nederlands praten, denken en schrijven. Anderen, zoals de 19-jarige Bulgaar Alexander Dimitrov Dountchev, hebben zich het Nederlands zelf eigen gemaakt.
Naast de vijftien buitenlanders zijn er vwo-ers, en TU’ers zoals Margaux Lekkerkerker. De eerstejaars studente Technische Bestuurskunde had ook geen natuurkunde had ook geen natuurkunde in haar pakket. Omdat ze nu wil switchen naar een meer technische studie, is d etoets noodzakelijk. Echt hard heeft ze er niet voor geleerd, maar ze denkt het wel te halen.
Ook het grootste deel van de buitenlandse deelnemers denkt de toets met goed gevolg af te leggen. De meesten hebben de cursus voorafgaand aan de toets gevolgd en vonden deze niet al te moeilijk. De Nederlandse taal gaf meer problemen.
Coördinator drs. R. Struikmans legt uit dat het maken van een toets voor mensen die net Nederlands hebben geleerd, geen makkelijke opgave is. Afkortingen blijven in de toets achterwege en synoniemen probeert Struikmans zoveel mogelijk te voorkomen. Ook vragen waarin een mening of uitleg wordt gevraagd ontbreken. ,,Na afloop van een toets”, vertelt Struikmans, ,,kwam er eens een buitenlandse kandidaat naar me toe en vertelde in paniek dat hij vraag vier niet gemaakt had, omdat hij deze niet gezien had. Terwijl er duidelijk z.o.z. op de opgave stond. Hij wist dus niet wat z.o.z. betekende.”
Ondanks het optimisme van de meeste deelnemers ligt het slagingspercentage rond de dertig procent. Volgens ir. G.K. Berghuis van het Admissions Office (de TU-instantie die bepaalt of buitenlandse studenten de ingangstoets moeten afleggen) wordt de toets door veel deelnemers onderschat. ,,Er zitten veel gokkers tussen. Je mag de toets namelijk zo vaak doen als je wil en veel deelnemers gaan er dus onvoorbereid naar toe.”
Comments are closed.