Campus

’Tien jaar geleden was ondernemen nog een scheldwoord’

Ondernemersbroedplaats YesDelft bestaat tien jaar. Het start-upbolwerk is uitgegroeid tot een van de belangrijkste incubators van Europa. Zijn de verwachtingen uit 2005 uitgekomen?

De tijd tikt weg. Anderhalve minuut. Zie maar eens in zo’n korte tijd met een pitch investeerders te enthousiasmeren voor jouw idee. Er staat veel op het spel. Want ze zitten daadwerkelijk in de zaal, de particuliere investeerders – de zogenaamde angel investors – die bereid zijn tonnen te steken in een nieuw veelbelovend bedrijf.

De Belg Edward Belderbos steekt van wal. “YouTube staat vol filmpjes die tonen hoe gevaarlijk het is in de offshore industrie”, vertelt hij. “Onderdelen voor olie-installaties of windmolens die van een schip getakeld worden, zwiepen vaak over het dek, rakelings langs medewerkers. Ik heb het met eigen ogen gezien toen ik in de offshore industrie werkte.”

Belderbos was met zijn bedrijf SeaState5 op 4 juni een van de twaalf startende ondernemers die een power pitch hielden in het gebouw van YesDelft tijdens de laatste dag van het Launchlab, een drie maanden durende stoomcursus ondernemen.

Met zijn idee om een nieuw soort veiliger takelmechanisme te ontwikkelen voor de offshore-industrie hoopt de jonge ingenieur een plekje te krijgen binnen YesDelft. Andere pitches gingen onder meer over een reddings-boei voor drones die in de sloot belanden, een navigatiesysteem waarmee piloten wolken kunnen ontwijken en een medisch instrument dat een gaatje in het strottenhoofd maakt – coniotomie – om bij luchtweg-obstructie verstikking te voorkomen.

Brainstormen

Elk jaar opnieuw trekt de incubator op het Technopolis-terrein vlak achter het Reactor Instituut Delft zo’n tweehonderd nieuwe bedrijven aan, waarvan ze er vijftien à twintig selecteert. De startende ondernemers krijgen training, juridisch advies, komen in contact met investeerders en kunnen brainstormen over hun businessmodellen met collega’s en met oude rotten uit het bedrijfsleven.

Belderbos ziet het helemaal zitten. De jonge ingenieur studeerde werktuigbouwkunde aan de KU Leuven. Waarom sloot hij zich niet in België aan bij een ondernemersbroedplaats? “Omdat ik dan tussen de softwarebedrijven en handelsondernemingen in zit. Daar heb ik weinig mee”, zegt hij. “In België heb je geen incubators die zich richten op techniek. Hier kan ik praten met mensen die actief zijn in de industrie. Met de mensen van VizionZ bijvoorbeeld, die technologie leveren voor windturbines op zee of met de mensen van MGAubel, die allerlei soorten beton maken. De sfeer is hier heel anders.”

Een andere nieuwkomer die tot de verbeelding spreekt is Steinar Henskes. Enkele jaren geleden sleutelde de twintiger nog tussen de elektriciens op een bedrijventerrein in Haarlem aan een laser om vogels mee te verjagen. In 2013 vestigde hij zich in Delft. Grote luchthavens waaronder Schiphol en London Airport gebruiken zijn uitvinding.

Trok YesDelft in het begin, toen ze in 2005 haar intrek nam aan de Rotterdamseweg, alleen TU-alumni en –studenten, nu, tien jaar later, is ze een magneet voor technostarters uit de wijde omtrek en uitgegroeid tot een van de grootste broedplaatsen voor ondernemers in de techniek in Europa.

De Zweedse denktank UBI Global stelt jaarlijks een ranglijst op van incubators met de meeste impact in Europa. YesDelft stond daarop vorig jaar de negende plek. Op nummer één stond SETsquared, van de universiteiten van Bath, Bristol, Exeter Southampton en Surrey.

Wereldwijd eindigt YesDelft op nummer zesentwintig, op een gedeelde plek met nog twee andere incubators. UBI Global telt bij haar beoordeling onder meer mee welke economische impact de broedplaats heeft en hoe goed ze ondernemers coacht.

Tijdens de viering van het tienjarige bestaan op 18 mei maakte gastspreker premier Mark Rutte de balans op. “Uit de ondernemersclub zijn meer dan honderdvijftig ondernemingen ontstaan. Meer dan duizend mensen werken bij YesDelft-bedrijven en er is meer dan honderdvijfendertig miljoen geïnvesteerd in de bedrijven. Een groot deel van de generatie die nu opgroeit, zal waarschijnlijk ergens in zijn carrière ooit ondernemer zijn”, aldus de premier. “Het zijn clubs als YesDelft die het zaadje al vroeg planten.”

Tien jaar geleden

De huidige euforie over het ondernemerschap staat in schril contrast met het sentiment dat tien jaar geleden heerste. “Ondernemerschap was bijna een scheldwoord”, vertelt Marco Waas, de toenmalig decaan van de faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen. Hij was een van de oprichters van YesDelft.

Waas had de opdracht meegekregen om valorisatie – het ten gelden maken van wetenschappelijk onderzoek – meer elan te geven. De oprichting van YesDelft in 2005 door het valorisatiecentrum van de TU en de gemeente Delft maakte hier deel van uit.

“Aan het begin van het collegejaar vroeg ik steevast aan de eerstejaarsstudenten werktuigbouwkunde of ze een baan bij een start-up ambieerden. In 2005 stak bijna niemand zijn hand in de lucht. Iedereen wilde bij een groot bedrijf of adviesbureau werken, of desnoods als onderzoeker verder gaan. Niemand had interesse in ondernemen.”

“Men ging er in die tijd vanuit dat alle productie naar China zou verplaatsen, en dat wij onze kennis aan dat land zouden verkopen. Dat was de sfeer toen. Het is de dood in de pot voor ondernemerschap en economie. Je moet dingen maken. In de Verenigde Staten deden ze dat nog wel. In de top honderd van beursgenoteerde bedrijven van de VS zaten veel nieuwkomers.”

Impact

Het tij moest gekeerd. Er kwamen vakken als Turning technology into business en minoren entrepreneurship. Het vak Writing a businessplan bestond al maar studenten kregen daar geen studiepunten voor, hetgeen veranderde.

Marco Waas en toenmalig rector Jacob Fokkema reisden af naar het MIT in de VS, het mekka voor technostarters. Ze ontdekten dat daar sterke netwerken bestonden voor ondernemers en dat veel rijke particulieren – angel investors – bereid waren geld te steken in gedurfde ideeën. “In Nederland heerste toen nog het adagium dat startende ondernemers op eigen houtje hun zaak van de grond moesten zien te krijgen. In de VS deed men dat immers ook, zo redeneerde men. Maar dat was niet zo. Achter de schermen konden ondernemers in Amerika rekenen op veel hulp.”

“In Delft moesten soortgelijke netwerken opgetuigd worden. Dat is met YesDelft goed gelukt. De broedplaats is verworden tot wat ik gehoopt had. Het heeft nu zelfs landelijk impact. Grote bedrijven als Eneco, het Havenbedrijf Rotterdam en Akzo Nobel werken samen met YesDelft en investeren in start-ups.” <</p>

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.