Hoezeer ik ook sympathiseer met het lot van vrouwen, als ik een televisieregistratie zie van een bevalling zap ik zo snel mogelijk naar MTV. Ik vind dat soort momenten zo persoonlijk dat ik het als een inbreuk op mijn privacy beschouw dat ik ernaar zou moeten kijken.
In het geval van een bevalling krijg ik de bijna onstuitbare drang om keihard terug te krijsen naar het televisietoestel.
Ik heb hetzelfde bij ontboezemingen in de Oprah Winfrey Show. Ik vind het onbegrijpelijk dat mensen hun intiemste geheimen zo aan de wereld prijsgeven. Wat mij betreft, maar ik ben een beetje preuts, is het een kwestie van beschaving dat je dat soort zaken binnenskamers houdt. In het ergste geval leidt een confrontatie met andermans pijnlijke details tot grenzeloze irritatie.
Zaterdagmiddag, in de trein van Rotterdam naar Utrecht. Schuin tegenover mij zit een echtpaar van een jaar of vijftig, waarvan de echtgenoot zojuist heeft ontdekt dat hij zijn portemonnee kwijt is.
De man is ten einde raad. Met zijn vingers gaat hij langs de randen van de kussens van de stoel. Niets. Dan zakt hij op zijn handen en knieën om onder de stoel te kijken. Met veel misbaar komt hij weer overeind en gaat met zijn vuile schoenen op de stoel staan om in het bagagerek te kijken. Zijn vrouw doet haar uiterste best zich niet te schamen. Dat wordt bijna onmogelijk als haar man zijn weekendtas open ritst en hardop vloekend tussen stapels gestreken onderbroeken begint te graaien. Tevergeefs. Voor de vijfde keer doorzoekt hij de zakken van zijn jas.
Hij gaat weer zitten, verslagen maar ook voor iedereen merkbaar inwendig kokend van woede. Al die tijd heeft zijn vrouw niets gezegd en dat leek me beter zo maar nu heeft ze blijkbaar voldoende moed gevonden om zich toch met het gebeuren te bemoeien. ,,Denk nou eens goed na”, oppert ze voorzichtig. Hierop heeft haar wederhelft gewacht. Hij bijt haar toe: ,,Ik hoef nergens over na te denken, trut!”
Hij pakt zijn mobieltje en belt Connexxion, de busmaatschappij. Vanochtend om halftien vertrokken uit Zierikzee, misschien tussen daar en Rotterdam portemonnee verloren in de bus. Als hij de verbinding weer verbreekt heeft hij duidelijk niet gehoord wat hij had willen horen. ,,Wat een klootzak”, meldt hij pontificaal. Zijn vrouw zegt niets meer en probeert een andere kant op te kijken.
Weer doorzoekt hij zijn jas en weekendtas, weer zie ik stapels gestreken onderbroeken en plotseling voel ik een ontembare woede in me opkomen.
Met een klap sla ik het boek dicht waar ik me tot dan toe achter verschool. Ik sta op en roep de man toe: ,,Als je nou nog één keer met je klauwen in de zakken van die jas komt dan doe ik je wat. Die portemonnee is weg, verloren. Die ligt ergens in de klei van Zierikzee of in het gangpad van een Connexxion-bus, maar niet in die jas en al helemaal niet tussen die zielige gestreken en gevouwen onderbroeken. Ga ogenblikkelijk zitten en houd je mond…en laat je vrouw met rust want die heeft er geen zak mee te maken!” Na mijn laatste woorden ontploft de coupé in een onstuimig applaus. Ik hoor kreten als bravo en bis. Totaal overweldigd propt de man haastigzijn kleren terug in zijn tas en gaat zitten met het schaamrood op de kaken. Zijn vrouw werpt me een dankbare blik toe.
Nou ja, zo is het niet helemaal gegaan, maar iets dergelijks zou ik zeker gezegd hebben als hij niet onder de onderste onderbroek zijn portemonnee had gevonden. Triomfantelijk houdt hij het ding onder de neus van zijn volslagen onschuldige vrouw en sist: ,,Zie je nou wel.”
Hoezeer ik ook sympathiseer met het lot van vrouwen, als ik een televisieregistratie zie van een bevalling zap ik zo snel mogelijk naar MTV. Ik vind dat soort momenten zo persoonlijk dat ik het als een inbreuk op mijn privacy beschouw dat ik ernaar zou moeten kijken. In het geval van een bevalling krijg ik de bijna onstuitbare drang om keihard terug te krijsen naar het televisietoestel.
Ik heb hetzelfde bij ontboezemingen in de Oprah Winfrey Show. Ik vind het onbegrijpelijk dat mensen hun intiemste geheimen zo aan de wereld prijsgeven. Wat mij betreft, maar ik ben een beetje preuts, is het een kwestie van beschaving dat je dat soort zaken binnenskamers houdt. In het ergste geval leidt een confrontatie met andermans pijnlijke details tot grenzeloze irritatie.
Zaterdagmiddag, in de trein van Rotterdam naar Utrecht. Schuin tegenover mij zit een echtpaar van een jaar of vijftig, waarvan de echtgenoot zojuist heeft ontdekt dat hij zijn portemonnee kwijt is.
De man is ten einde raad. Met zijn vingers gaat hij langs de randen van de kussens van de stoel. Niets. Dan zakt hij op zijn handen en knieën om onder de stoel te kijken. Met veel misbaar komt hij weer overeind en gaat met zijn vuile schoenen op de stoel staan om in het bagagerek te kijken. Zijn vrouw doet haar uiterste best zich niet te schamen. Dat wordt bijna onmogelijk als haar man zijn weekendtas open ritst en hardop vloekend tussen stapels gestreken onderbroeken begint te graaien. Tevergeefs. Voor de vijfde keer doorzoekt hij de zakken van zijn jas.
Hij gaat weer zitten, verslagen maar ook voor iedereen merkbaar inwendig kokend van woede. Al die tijd heeft zijn vrouw niets gezegd en dat leek me beter zo maar nu heeft ze blijkbaar voldoende moed gevonden om zich toch met het gebeuren te bemoeien. ,,Denk nou eens goed na”, oppert ze voorzichtig. Hierop heeft haar wederhelft gewacht. Hij bijt haar toe: ,,Ik hoef nergens over na te denken, trut!”
Hij pakt zijn mobieltje en belt Connexxion, de busmaatschappij. Vanochtend om halftien vertrokken uit Zierikzee, misschien tussen daar en Rotterdam portemonnee verloren in de bus. Als hij de verbinding weer verbreekt heeft hij duidelijk niet gehoord wat hij had willen horen. ,,Wat een klootzak”, meldt hij pontificaal. Zijn vrouw zegt niets meer en probeert een andere kant op te kijken.
Weer doorzoekt hij zijn jas en weekendtas, weer zie ik stapels gestreken onderbroeken en plotseling voel ik een ontembare woede in me opkomen.
Met een klap sla ik het boek dicht waar ik me tot dan toe achter verschool. Ik sta op en roep de man toe: ,,Als je nou nog één keer met je klauwen in de zakken van die jas komt dan doe ik je wat. Die portemonnee is weg, verloren. Die ligt ergens in de klei van Zierikzee of in het gangpad van een Connexxion-bus, maar niet in die jas en al helemaal niet tussen die zielige gestreken en gevouwen onderbroeken. Ga ogenblikkelijk zitten en houd je mond…en laat je vrouw met rust want die heeft er geen zak mee te maken!” Na mijn laatste woorden ontploft de coupé in een onstuimig applaus. Ik hoor kreten als bravo en bis. Totaal overweldigd propt de man haastigzijn kleren terug in zijn tas en gaat zitten met het schaamrood op de kaken. Zijn vrouw werpt me een dankbare blik toe.
Nou ja, zo is het niet helemaal gegaan, maar iets dergelijks zou ik zeker gezegd hebben als hij niet onder de onderste onderbroek zijn portemonnee had gevonden. Triomfantelijk houdt hij het ding onder de neus van zijn volslagen onschuldige vrouw en sist: ,,Zie je nou wel.”
Comments are closed.