Campus

Swingend het jaar uit

Half november. Een grijze zaterdagochtend in Utrecht. Twintigers met instrumentkoffers haasten zich van het centraal station naar het conservatorium. Een beetje onwennig. Waar moet ik zijn? Wie zijn de andere orkestleden? Heb ik genoeg gerepeteerd?

In de kantine staan studenten met elkaar te praten. Een bekertje koffie in de hand. Naast de deur groeit het aantal instrumentkoffers. Joop Meijlink, afgestudeerd aan de TU op een nieuw type detectoren voor PET-scanners, arriveert. Dit jaar speelt hij eerste trombone.

“Hoi Joop, leuk dat je er bent”, zegt Jan Sinnige. Hij is voorzitter van het bestuur van het Nederlands Studenten Jazz Orkest (NSJO). Dit is een jaarlijks terugkerend project waarbij een jazzorkest wordt samengesteld met zo’n dertig talentvolle studenten uit heel Nederland. Zij repeteren een weekend en een week fulltime en gaan vervolgens een week lang op tournee langs Nederlandse studentensteden.

Repetitie
Kwart over tien. Tijd om naar de repetitiezaal te gaan. Instrumentkoffers en jassen worden aan de kant gelegd. Julia Stoevelaar, studente industrieel ontwerpen, gaat naar de strijkers-sectie. “Hallo, speelt een van jullie cello?” Ze heeft meteen haar enige medecellist te pakken. “Hoe ben jij hier terechtgekomen?”

Langzaam zwelt een kakofonie aan geluiden aan. Strijkers stemmen hun violen. De drummer temt zijn stokjes. Een saxofoon ontwaakt. “Van harte welkom allemaal”, roept Jan

Sinnige. “Het NSJO gaat nu echt van start. Leuk dat jullie in zo groten getale aanwezig waren bij de audities.” Hij stelt het bestuur voor. “…En ik ben Jan en ik heb de leiding over dit zootje.”

Sinnige introduceert iedere student en eindigt met dirigent Bert Pfeiffer. Spontaan applaus. Zou hij streng zijn? Pfeiffer legt uit dat de strijkers vanmiddag ook een aparte repetitie krijgen. “Een stop and go-repetitie. Het eerste stuk vandaag is: ‘Are you going with me?’”

Nerveus geblader door bladmuziek.

Stoevelaar zit op het puntje van haar stoel achter haar cello. Rechte rug. Geroezemoes. “Jullie zijn het misschien niet gewend”, zegt Pfeiffer, “maar in mijn repetities wil ik dat jullie stil zijn. Het gaat vooral om muziek maken. Oké?” Geknik. “Ready? One, two… one, two, three, four.”

Aanzwellende strijkers en voorzichtige drums. Easy listening op de zaterdagochtend. Hier en daar een valse of gemiste noot. Na ongeveer een halve minuut kapt Pfeiffer de musici af. “Is achttien een dubbele streep?” klinkt het in de zaal. “Ja”, zegt Pfeiffer. Opnieuw. “One, two, three…“ De strijkers zetten weer in. Jasper de Jonge schuift een demper in zijn trompet. De TU-student maritieme techniek begint samen met drie andere trompettisten aan zijn partij. Het klinkt behoorlijk hard. Bij maat 146 moet het weer opnieuw. Inderdaad: stop and go.

“Het is een soort bolero en het hoogtepunt ligt op 210”, legt Pfeiffer de studenten uit na weer twee onderbrekingen. “Zullen we het nog één keer doen? Dan zit het er vrij goed in.” Het eind van het stuk moet nog een paar keer over, maar daarna is het ijs gebroken. “Yeah!” klinkt het na de laatste versie. De kop is er af.

Jazzorkest
Dit jaar is alweer de derde editie van het NSJO. De bezetting is na de eerste editie in 2012 uitgebreid van een big band naar een echt jazzorkest met strijkers. Solist dit jaar is Anton Goudsmit, gitarist bij onder meer The Ploctones,

Benjamin Herman, Estafest, Krupa & the Genes en Rumbata. Hij zal in de week voor de tournee komen repeteren met het orkest.

Maar zo ver is het nog niet. Eerst een stuk van Goudsmit repeteren: Ernesto. Een rustig nummer met belangrijke rollen voor ritmesectie en bas. Moeilijke akkoorden voor TU-bassist

Jurriaan Govers. “Het is een beetje mysterioso”, legt Pfeiffer uit. Onheilspellende strijkers, intrigerende violen. “Gaat-ie!” Jurriaan Govers zet in. De blazers komen er bij.

“Zorg dat er een diepe klank in zit”, roept Pfeiffer. Ernesto is het mooiste liedje van de avond, vindt hij. “In de zin van…” en hij strijkt langs zijn hart. Duidelijk. “Hoe laat is het?” vraagt Pfeiffer in de zaal. “Hebben we al honger?” Na tien nummers is de eerste repetitiedag voorbij. Het is een erg leuke groep, vindt Pfeiffer. “Wel wat niveauverschil, maar dat lossen we op doordat er ook wat conservatoriumstudenten bij zitten.”

Aan de bak
De tweede dag, een druilerige zondagochtend, is gereserveerd voor repetities met de vocalisten. Dit keer zijn dat de aanstormende talenten Jared Grant en Joanne Smolders. ‘Cause we’ve ended as lovers, is het eerste nummer vandaag. “Graag even de strijkers vanaf het begin”, zegt Pfeiffer. Als Smolders lekker op dreef is, stoort de apparatuur plotsklaps. Wat een domper.

De trombones en trompetten zetten weer in. Jasper de Jonge kijkt Pfeiffer vragend aan. Pfeiffer gebaart met twee vingers. “Het is een D”, zegt hij later. “O, oké”, zegt Jasper en hij speelt de maten nog een keer. Ruben Koopman maakt snel van de gelegenheid gebruik een lastig gedeelte op zijn altviool te herhalen.

Er staan vandaag wat popnummers op het programma, zoals ‘Love never felt so good’ van Michael Jackson en Justin Timberlake, en ‘Who do you think you are’ van de Spice Girls. En hoewel dat vooraf niet alle studenten kan bekoren – liever wat meer jazz – komen ze behoorlijk los bij de Spice Girls. Uptempo. De zaal staat even op zijn kop.

“Het is echt geweldig” zegt Jasper de Jonge in de pauze. Ruben Koopman had wel wat moeite zijn eigen altviool te horen, met de blazers schuin achter hem. “Dan moet je wat harder spelen”, zegt een van hen bijdehand. “Nee, jullie moeten wat zachter spelen”, zegt de medecellist van Julia Stoevelaar. Zij vindt haar partijen pittig. “Ik moet nog wel aan de bak thuis”, zegt ze. Zo schuchter als het zaterdagochtend begon, zo close is het orkest na het eerste weekend. De groep groeit volgens Jurriaan Govers al helemaal naar elkaar toe.

Dat zal alleen nog maar sterker worden: in de laatste repetitieweek zitten alle studenten 24 uur per dag bij elkaar in het Drentse Drouwen. Die plek is bewust gekozen, zodat ze ‘s avonds niet naar huis kunnen, maar zich focussen op de muziek. Een intensieve periode, weet trombonist Joop Meijlink van de vorige keer. Zeker met de tournee, die deze week begint en met een bus langs Groningen, Enschede, Rotterdam, Utrecht en Amsterdam voert.

En daarna….Na twee weken bijna non-stop musiceren, zullen ze moeten afkicken. “Als je weer thuis bent, mis je het groepsgevoel”, zegt Meijlink. “Dan moet je weer over alles zelf gaan nadenken. En zorgen dat je eten krijgt.” Maar ze zijn een geweldige ervaring rijker.

Joop Meijlink
Joop Meijlink

Joop Meijlink

Studie: technische natuurkunde (afgestudeerd)
Instrument: trombone

Joop Meijlink (26) doet voor de tweede keer mee aan het Nederlands Studenten Jazz Orkest en tourde met het Nationaal Jeugd Jazz Orkest langs alle mogelijke jazzfestivals in Nederland. Hij speelt veertien jaar trombone, na eerst twee jaar trompet te hebben gespeeld. Eenmaal op de TU wilde hij ook naar het conservatorium, maar helaas stegen toen de kosten voor een tweede studie. Daarom koos hij voor (goedkopere) privélessen van zijn tromboneheld Ilja Reingoud. Joop zat zes jaar bij Groover en speelt nu in The Hague Jazz Project, de West Coast Big Band, zijn eigen jazzcombo Focus Four en een soul big band project. Hij valt veel in bij het Ricciotti Ensemble dat onder meer speelt in gevangenissen, verzorgingstehuizen en instellingen voor geestelijk gehandicapten. 

Ruben Koopman
Ruben Koopman

Ruben Koopman

Studie: werktuigbouw
Instrument: altviool

Ruben Koopman (21) speelt vanaf zijn zevende. Eerst viool, nu altviool. Daar is moeilijker geluid uit te krijgen, vindt hij, omdat je andere partijen speelt. Hij zat jaren op de muziekschool, kreeg veel privélessen en volgde af en toe een masterclass. Twee avonden per week repeteert hij bij Krashna Musika, één keer per maand een dag bij het Noord-Hollands Jeugdorkest en sinds een half jaar speelt hij bij het VU-Orkest. Is dat te combineren met werktuigbouw? “Nee. Er komen zoveel leuke projecten om de hoek kijken.” Zo speelde hij twee edities bij het Nederlands Studenten Orkest. Jazz vergt een andere manier van spelen op zijn altviool. “De noten zijn niet zo moeilijk, maar de timing en de klank is anders. Ach, we krijgen het wel onder de knie.”

Julia Stoevelaar
Julia Stoevelaar

Julia Stoevelaar

Studie: industrieel ontwerpen
Instrument: cello

Een dag voor de laatste repetitieweek gaf Julia Stoevelaar (22) nog een theatershow met haar bandje Qui?Oui in het kleine Teatro da Graça van kennissen van haar ouders. Easy listening. Ze speelde niet eerder in een groot orkest, alleen in kleine ensembles én vier jaar bij Groover. Daar deed ze een bestuur, richtte ze een strijkensemble op en hoorde ze leuke verhalen over de vorige editie van het Nederlands Studenten Jazz Orkest. De auditie vond ze ritmisch lastig. “Er zitten een paar loopjes in die eerst onmogelijk leken te spelen, maar die na wat gepuzzel wel lukten. Van dirigent Bert Pfeiffer kreeg ik tips hoe ik beter jazz kan leren spelen.” Ze hoopt dan ook veel van deze tournee te leren. “Het wordt leuk!” 

Jurriaan Govers
Jurriaan Govers

Jurriaan Govers

Studie: werktuigbouw
Instrument: contrabas en basgitaar

Toen Jurriaan Govers (22) vijf jaar was, moest hij van zijn ouders een jaar op muziekles. Hij mocht zelf kiezen wat hij leuk vond. Na vijf jaar cello koos hij het instrument van zijn moeder en zus: contrabas. “Ik wilde de lichte muziek in en samen spelen. Met een contrabas kom je overal in.” En ja hoor, hij speelde klassiek in het Amersfoorts Jeugdorkest, Jeugdorkest Nederland en hetNederlands Studenten Orkest. In Delft koos hij voor de Groover Big Band en schafte hij een basgitaar aan, zijn ‘B-instrument’. In deze tournee speelt hij beide instrumenten en hoopt hij zichzelf te ontwikkelen als bassist. Ervaring heeft hij in ieder geval al met zijn bandjes De Nachtwacht en Count Basses, genoemd naar zijn instrument én twee bandleden die Bas heten.  

Jasper de Jonge
Jasper de Jonge

Jasper de Jonge

Studie: maritieme techniek
Instrument: trompet en bugel

Na één jaar bugel in de dorpsfanfare stapte Jasper de Jonge (26) over op trompet. “Dat instrument heeft wat meer ballen. Klinkt scherper.” Met een moeder die drumde en een vader die trombone speelt, was het niet verwonderlijk dat Jasper ook muziek ging spelen. “Mijn vader grapte altijd dat we geen eten kregen als we niet repeteerden.” Jasper viel in bij symfonieorkesten, met een kleine rol als trompettist. Hij houdt van filmmuziek, Star Wars, James Horner, John Williams: lekker veel trompet. Zo wil hij klinken. Bij de Groover Big Band begon er een nieuw hoofdstuk: jazz. Zes jaar lang op tournee. En dan nu – aan het eind van zijn studie – deze tournee, waarbij hij naast drie professionele trompettisten in spe staat. “Daar kan ik veel van opsteken. Schiet mij maar lek, ik zie het wel.” 

Het Nederlands Studenten Jazz Orkest is van 15 tot en met 20 december op tournee en geeft op 17 december een concert in het Erasmus Paviljoen in Rotterdam. nsjo.nl

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.