Met een nieuwe schakeltechniek moet, binnen vier jaar, het interuniversitaire computernetwerk Surfnet honderd tot duizend keer meer bits en bytes aankunnen dan nu.
Zo luidt de belangrijkste doelstelling in het nieuwe meerjarenplan 1995-1998 ‘Investeren in de kennisinfrastructuur’. Directeur Van de Graaf: ,,Ik zie een trend naar multi-mediale toepassingen”. Hij wil met Surfnet4 voorop lopen, de informatie-snelweg op.
,,Een koers die wordt uitgezet in een woelige oceaan vol onbekende golfstromen.” Zo beschrijft voorzitter drs. H.J. Brinkman het nieuwe, eind vorige maand verschenen meerjarenplan van de stichting Surf. Het op informatietechnologie gerichte samenwerkingsverband van universiteiten, is vooral bekend van het computernetwerk dat de instellingen met elkaar verbindt en ze toegang verschaft tot de rest van de wereld. Geen wetenschapper zou immers zonder de netwerkkabels van Surfnet kunnen chatten of e-mailen met een collega aan de andere kant van de wereld.
,,Ik ben er trots op dat ik hier werk. We hebben met onze aanpak wat voor de universiteiten kunnen betekenen.” Aan het woord is directeur ir. G.J. van de Graaf van de stichting Surf. De stichting overkoepelt drie bv’s. Surfnet bv exploiteert het universitaire netwerk. Surfdiensten bv sluit zogenaamde mantelcontracten af met leveranciers van software, hardware en informatiediensten. En Suaa bv adviseert bij administratieve automatisering.
Door dit brede assortiment aan diensten betekent Surf veel voor de TU: het is een PTT, bibliotheek, consumentenbond, automatiseringsbedrijf en softwareleverancier tegelijk. Dat is dus meer dan alleen zorgen dat Delftenaren kunnen internetten. De TU-campuslicentie voor het gebruik van WordPerfect-produkten is bijvoorbeeld van Surfdiensten bv afkomstig.
In het onlangs verschenen vierjarenplan vormen de innovaties op het gebied van netwerktechnologie het belangrijkste planprogramma. Het gaat daarbij om Surfnet4, het nieuwe netwerk dat binnen vier jaar alle Nederlandse wetenschappelijke bits en bytes moet vervoeren. ,,De capaciteit van Surfnet zal hierdoor honderd tot duizend maal groter zijn dan nu”, is te lezen in de strategische toekomstvisie. Deze enorme verbreding van de informatiekanalen kan worden bereikt door de toepassing van een Asynchronous Transfer Mode (ATM), een nieuwe schakeltechniek. Daardoor loopt de snelheid op van 2 Megabit per seconde nu, tot tussen de 155 Mbit/s en 2,4 Gigabit/s in 1998.
Push
Dat lijkt een beetje veel van het goede. Het huidige net – Surfnet3 – voldoet immers prima en is snel genoeg. Of niet soms? Directeur Van de Graaf: ,,Ik zie een trend naar multi-mediale toepassingen. Ik zie cd-rom’s en geluidsarchieven.Daarnaast is er een toename in het aantal toepassingen op het net en wordt de gemiddelde pc steeds krachtiger. Dan stel ik de vraag: Als dat allemaal moet, wat moet dan de capaciteit van het netwerk worden?”
,,We kiezen ervoor om met de infrastructuur voor te lopen op de toepassingen die er voor worden ontwikkeld. Dat moet ook wel, want we hebben te maken met universiteiten, internationaal geavanceerde bedrijven. We moeten dus voorop lopen. Als Nederland wil bijblijven, dan is deze technology push belangrijk.” Gezien het aantal universiteiten dat wel te porren is voor de ontwikkeling van Surfnet4, wordt dit inzicht door velen gedeeld.
Ook de TU heeft bij de bouw van dit state-of-the-art netwerk een vinger in de pap. ,,Delft doet altijd met het nieuwste mee”, vertelt Van de Graaf. De inbreng van de TU wordt nog eens vergroot door de rol van communicatiespecialist prof.dr. J. Arnbak. Hij is voorzitter van de externe kwaliteitscommissie die de ontwikkeling van Surfnet4 in de gaten moet houden.
Met het nieuwe netwerk houdt wetenschappelijk Nederland een plek bij de internationale top op dit gebied. ,,Er zijn een paar landen waar het beter is geregeld. De Verenigde Staten, Groot Brittannië en Zwitserland. We zeggen het altijd in wielertermen: We zijn niet ontsnapt, maar we rijden vooraan in het peleton. We lopen met andere woorden twee tot drie jaar achter op de allernieuwste ontwikkelingen.”
Een universiteitsraadslid zal hevig fronsen bij het lezen van deze technologische ambities. Want het gaat de TU wel weer een flinke duit kosten. De opstellers van het meerjarenplan vinden echter dat dat wel meevalt.
Surfnet4 wordt volgens hen gerealiseerd tegen een ,,verwachte kostenstijging van slechts vijftig à honderd procent.” Een verdubbeling van de netwerkkosten voor honderd maal zoveel netwerkcapaciteit, dan moet je dus eigenlijk praten over een ,,relatieve prijsdaling”. Echter, zo’n verhoudingsgewijs lage prijs kan alleen worden gehaald ,,als de Nederlandse en Europese tarieven voor huurlijnen dalen tot Amerikaans niveau.”
Dat gaat wel lukken, meent Van de Graaf. ,,De verhuur van communicatielijnen moet in de vrije concurrentie worden gebracht. Dat gebeurt ook, alleen verschilt het tempo van land tot land. En je wilt natuurlijk een totale, internationale liberalisatie van het communicatie-regime. Dat zal wel tot in de volgende eeuw duren.”
Diensten
Goed, dan heeft Nederland zo’n snel informatiekanaal, maar dan moet er wel zinnige informatie zijn om te versturen. Ook daar wordt aan gewerkt, en wel op twee manieren. Uit het plan: ,,In de komende planperiode zal Surfdiensten bv extra aandacht besteden aan informatiediensten, zoals databanken en cd-rom’s.” Nog meer toepassingen dus. Van de Graaf: ,,Het zal niet lang meer duren voordat de omzet van Surfdiensten die van Surfnet te boven stijgt.”
Daarnaast verandert de aard van de informatie op Surfnet. ,,Bibliografische gegevens krijgen gezelschap van full-text documenten die via het netwerk bezorgd worden. Daarmee betreden we het tijdperk van de virtuele bibliotheek”, zegt het meerjarenplan daarover. Daardoor ontstaat er een dilemma: hoe is het geregeld met de auteursrechten? Iedere gebruiker van het netwerk kan immers een kopie van een document naar zijn eigen pc downloaden, zonder daar ook maar een dubbeltje aan auteursrechten over te betalen.
Op dit punt ziet Van de Graaf zich voor een groot probleem gesteld. ,,We proberen te onderhandelen met wetenschappelijke uitgevers, maar die doen lastig. We willen een soort koppengeld-regeling, zoals we dat nu voor diverse software-pakketten hebben. We betalen één keer voor een artikel als het op het net komt en daarna dan niet meer. Dat willen de uitgevers niet; ze willen per kopie betaald worden”, verklaart Van de Graaf. Hij klaagt verder: ,,Er zijn op de wereld meer dan tienduizend wetenschappelijke uitgevers. En die zijn op geen enkele manier centraal georganiseerd. Dat maakt het lastig onderhandelen.”
Maar in het algemeen is Van de Graaf optimistisch over de informatietechnologische ontwikkelingen van Surf. Het licht staat op groen voor de uitbreiding van een netwerk waar nu al tweehonderdvijftigduizend computers op zijn aangesloten. Een investering in de goede richting, daar is hij van overtuigd. ,,We hebben tot nu toe nog nooit misgekleund.” (R.L.)
Het meerjarenplan 1995-1998 is voor iedereen te downloaden van de Gopher van Surfnet Info Services. Kies, uitgaande van het hoofdmenu van de TU-gopher, de volgende opties: ‘Nationale informatiediensten’, ‘Netwerkorganisaties’, ‘Surfnet InfoServices’, ‘Stichting Surf’, ‘Surf Press’, ‘Surf documenten’
Met een nieuwe schakeltechniek moet, binnen vier jaar, het interuniversitaire computernetwerk Surfnet honderd tot duizend keer meer bits en bytes aankunnen dan nu. Zo luidt de belangrijkste doelstelling in het nieuwe meerjarenplan 1995-1998 ‘Investeren in de kennisinfrastructuur’. Directeur Van de Graaf: ,,Ik zie een trend naar multi-mediale toepassingen”. Hij wil met Surfnet4 voorop lopen, de informatie-snelweg op.
,,Een koers die wordt uitgezet in een woelige oceaan vol onbekende golfstromen.” Zo beschrijft voorzitter drs. H.J. Brinkman het nieuwe, eind vorige maand verschenen meerjarenplan van de stichting Surf. Het op informatietechnologie gerichte samenwerkingsverband van universiteiten, is vooral bekend van het computernetwerk dat de instellingen met elkaar verbindt en ze toegang verschaft tot de rest van de wereld. Geen wetenschapper zou immers zonder de netwerkkabels van Surfnet kunnen chatten of e-mailen met een collega aan de andere kant van de wereld.
,,Ik ben er trots op dat ik hier werk. We hebben met onze aanpak wat voor de universiteiten kunnen betekenen.” Aan het woord is directeur ir. G.J. van de Graaf van de stichting Surf. De stichting overkoepelt drie bv’s. Surfnet bv exploiteert het universitaire netwerk. Surfdiensten bv sluit zogenaamde mantelcontracten af met leveranciers van software, hardware en informatiediensten. En Suaa bv adviseert bij administratieve automatisering.
Door dit brede assortiment aan diensten betekent Surf veel voor de TU: het is een PTT, bibliotheek, consumentenbond, automatiseringsbedrijf en softwareleverancier tegelijk. Dat is dus meer dan alleen zorgen dat Delftenaren kunnen internetten. De TU-campuslicentie voor het gebruik van WordPerfect-produkten is bijvoorbeeld van Surfdiensten bv afkomstig.
In het onlangs verschenen vierjarenplan vormen de innovaties op het gebied van netwerktechnologie het belangrijkste planprogramma. Het gaat daarbij om Surfnet4, het nieuwe netwerk dat binnen vier jaar alle Nederlandse wetenschappelijke bits en bytes moet vervoeren. ,,De capaciteit van Surfnet zal hierdoor honderd tot duizend maal groter zijn dan nu”, is te lezen in de strategische toekomstvisie. Deze enorme verbreding van de informatiekanalen kan worden bereikt door de toepassing van een Asynchronous Transfer Mode (ATM), een nieuwe schakeltechniek. Daardoor loopt de snelheid op van 2 Megabit per seconde nu, tot tussen de 155 Mbit/s en 2,4 Gigabit/s in 1998.
Push
Dat lijkt een beetje veel van het goede. Het huidige net – Surfnet3 – voldoet immers prima en is snel genoeg. Of niet soms? Directeur Van de Graaf: ,,Ik zie een trend naar multi-mediale toepassingen. Ik zie cd-rom’s en geluidsarchieven.Daarnaast is er een toename in het aantal toepassingen op het net en wordt de gemiddelde pc steeds krachtiger. Dan stel ik de vraag: Als dat allemaal moet, wat moet dan de capaciteit van het netwerk worden?”
,,We kiezen ervoor om met de infrastructuur voor te lopen op de toepassingen die er voor worden ontwikkeld. Dat moet ook wel, want we hebben te maken met universiteiten, internationaal geavanceerde bedrijven. We moeten dus voorop lopen. Als Nederland wil bijblijven, dan is deze technology push belangrijk.” Gezien het aantal universiteiten dat wel te porren is voor de ontwikkeling van Surfnet4, wordt dit inzicht door velen gedeeld.
Ook de TU heeft bij de bouw van dit state-of-the-art netwerk een vinger in de pap. ,,Delft doet altijd met het nieuwste mee”, vertelt Van de Graaf. De inbreng van de TU wordt nog eens vergroot door de rol van communicatiespecialist prof.dr. J. Arnbak. Hij is voorzitter van de externe kwaliteitscommissie die de ontwikkeling van Surfnet4 in de gaten moet houden.
Met het nieuwe netwerk houdt wetenschappelijk Nederland een plek bij de internationale top op dit gebied. ,,Er zijn een paar landen waar het beter is geregeld. De Verenigde Staten, Groot Brittannië en Zwitserland. We zeggen het altijd in wielertermen: We zijn niet ontsnapt, maar we rijden vooraan in het peleton. We lopen met andere woorden twee tot drie jaar achter op de allernieuwste ontwikkelingen.”
Een universiteitsraadslid zal hevig fronsen bij het lezen van deze technologische ambities. Want het gaat de TU wel weer een flinke duit kosten. De opstellers van het meerjarenplan vinden echter dat dat wel meevalt.
Surfnet4 wordt volgens hen gerealiseerd tegen een ,,verwachte kostenstijging van slechts vijftig à honderd procent.” Een verdubbeling van de netwerkkosten voor honderd maal zoveel netwerkcapaciteit, dan moet je dus eigenlijk praten over een ,,relatieve prijsdaling”. Echter, zo’n verhoudingsgewijs lage prijs kan alleen worden gehaald ,,als de Nederlandse en Europese tarieven voor huurlijnen dalen tot Amerikaans niveau.”
Dat gaat wel lukken, meent Van de Graaf. ,,De verhuur van communicatielijnen moet in de vrije concurrentie worden gebracht. Dat gebeurt ook, alleen verschilt het tempo van land tot land. En je wilt natuurlijk een totale, internationale liberalisatie van het communicatie-regime. Dat zal wel tot in de volgende eeuw duren.”
Diensten
Goed, dan heeft Nederland zo’n snel informatiekanaal, maar dan moet er wel zinnige informatie zijn om te versturen. Ook daar wordt aan gewerkt, en wel op twee manieren. Uit het plan: ,,In de komende planperiode zal Surfdiensten bv extra aandacht besteden aan informatiediensten, zoals databanken en cd-rom’s.” Nog meer toepassingen dus. Van de Graaf: ,,Het zal niet lang meer duren voordat de omzet van Surfdiensten die van Surfnet te boven stijgt.”
Daarnaast verandert de aard van de informatie op Surfnet. ,,Bibliografische gegevens krijgen gezelschap van full-text documenten die via het netwerk bezorgd worden. Daarmee betreden we het tijdperk van de virtuele bibliotheek”, zegt het meerjarenplan daarover. Daardoor ontstaat er een dilemma: hoe is het geregeld met de auteursrechten? Iedere gebruiker van het netwerk kan immers een kopie van een document naar zijn eigen pc downloaden, zonder daar ook maar een dubbeltje aan auteursrechten over te betalen.
Op dit punt ziet Van de Graaf zich voor een groot probleem gesteld. ,,We proberen te onderhandelen met wetenschappelijke uitgevers, maar die doen lastig. We willen een soort koppengeld-regeling, zoals we dat nu voor diverse software-pakketten hebben. We betalen één keer voor een artikel als het op het net komt en daarna dan niet meer. Dat willen de uitgevers niet; ze willen per kopie betaald worden”, verklaart Van de Graaf. Hij klaagt verder: ,,Er zijn op de wereld meer dan tienduizend wetenschappelijke uitgevers. En die zijn op geen enkele manier centraal georganiseerd. Dat maakt het lastig onderhandelen.”
Maar in het algemeen is Van de Graaf optimistisch over de informatietechnologische ontwikkelingen van Surf. Het licht staat op groen voor de uitbreiding van een netwerk waar nu al tweehonderdvijftigduizend computers op zijn aangesloten. Een investering in de goede richting, daar is hij van overtuigd. ,,We hebben tot nu toe nog nooit misgekleund.” (R.L.)
Het meerjarenplan 1995-1998 is voor iedereen te downloaden van de Gopher van Surfnet Info Services. Kies, uitgaande van het hoofdmenu van de TU-gopher, de volgende opties: ‘Nationale informatiediensten’, ‘Netwerkorganisaties’, ‘Surfnet InfoServices’, ‘Stichting Surf’, ‘Surf Press’, ‘Surf documenten’
Comments are closed.