Onderwijs

Studieadviseurs moeten kennismakingsgesprekken voeren

Veel studieadviseurs richten hun aandacht (noodgedwongen) voornamelijk op de eerstejaarsstudenten. De studentenraad vindt dat ze ook meer tijd moeten inplannen voor de bachelorstudenten die een keuze moeten maken uit de vele masteropleidingen.

Onlangs is de inventarisatie ‘Eerstejaars Studiebegeleiding en %advies’ verschenen. Hans van Velthoven, lid van studentenraad en Oras vindt het een waardevol rapport. ,,Het blijft natuurlijk lastig om studiebegeleiding van de opleidingen te vergelijken, omdat ze alleen al in grootte sterk van elkaar verschillen.”

Een belangrijke bijdrage van de inventarisatie is volgens Van Velthoven dat het voorbeelden van good practices geeft. Bij technische aardwetenschappen zorgt de studieadviseur ervoor dat hij iedereen kent door mee te gaan met de bedrijvenbezoeken in het eerste jaar. ,,Maar bij een grote faculteit als Bouwkunde kennen de eerstejaars de studieadviseurs niet en daardoor is de drempel hoger om bij hen aan te kloppen als ze vastlopen in hun studie. Wij als studentenraad begrijpen natuurlijk wel dat het onmogelijk is om in zo’n grote faculteit iedereen te kennen. Je kunt er echter wel over nadenken of initiatieven uit andere faculteiten % om de afstand tussen studieadviseur en studenten te verkleinen % in aangepaste vorm in de eigen faculteit in te zetten zijn.”

Een belangrijke bijdrage van de inventarisatie vindt Van Velthoven dat eruit te distilleren is aan welke minimumeisen de studiebegeleiding moet voldoen. ,,Ten eerste zouden wij graag zien dat er op de faculteiten één loket komt waar studenten met al hun vragen over de studie terechtkunnen. Voor informatie over bijvoorbeeld studiefinanciering of bij persoonlijke problemen moet je niet naar de studieadviseur, maar naar respectievelijk het hoofdgebouw en de studentenpsycholoog. Het zou handig zijn als je dat ergens kon vragen, zodat je niet de verkeerde persoon benadert.”

Basiskwalificaties

De studentenraad wil ook dat de studieadviseurs zo vroeg mogelijk in het jaar zoiets als kennismakingsgesprekken houden met de nieuwe studenten, zodat deze elkaar in ieder geval één keer gezien hebben. ,,Ook willen wij als sr dat studenten die achterblijven in de studie een tussentijds studieadvies krijgen. Met ‘Volg Plus’ zijn de achterblijvers er makkelijk uit te filteren. Daarnaast vindt de sr het belangrijk dat voor een studieadviseur bepaalde basiskwalificaties vastgesteld worden. Er wordt te makkelijk gedacht dat iedereen de functie wel kan vervullen.”

De studentenraad vindt het jammer dat de inventarisatie van de studiebegeleiding en %advisering beperkt is gebleven tot de eerstejaars studenten. Door de komst van de bachelor-masterstructuur staan studenten na drie jaar voor een belangrijk beslismoment. Van Velthoven verwacht dat binnenkort veel studenten bij een studieadviseur zullen aankloppen met de vraag: zal ik doorgaan naar een masteropleiding? En zo ja, uit welke masteropleidingen kan ik dan kiezen?

,,De studieadviseur zal op de eerste vraag samen met een student wel een antwoord kunnen vinden. Wij betwijfelen echter of de adviseurs al voldoende kennis in huis hebben % of überhaupt kunnen hebben % om een student over de verschillende studiepaden te kunnen informeren die mogelijk zijn na de bachelor.”

Van Velthoven, die deelneemt aan Plasa (Platform studieadviseurs), heeft de indruk dat studieadviseurs zich wel willen verdiepen in de masteropleidingen, maar dat daarvoor veelal de tijd ontbreekt. ,,Daarnaast is er eveneens een probleem van afbakening. Studenten kunnen ook een masteropleiding volgen bij een andere universiteit. Het is bijna ondoenlijk om kennis te hebben van al die masteropleidingen. Als sr vinden wij dat er duidelijkheid moet komen over wat we van studieadviseurs in dat opzicht mogen en kunnen verlangen.”

Onlangs is de inventarisatie ‘Eerstejaars Studiebegeleiding en %advies’ verschenen. Hans van Velthoven, lid van studentenraad en Oras vindt het een waardevol rapport. ,,Het blijft natuurlijk lastig om studiebegeleiding van de opleidingen te vergelijken, omdat ze alleen al in grootte sterk van elkaar verschillen.”

Een belangrijke bijdrage van de inventarisatie is volgens Van Velthoven dat het voorbeelden van good practices geeft. Bij technische aardwetenschappen zorgt de studieadviseur ervoor dat hij iedereen kent door mee te gaan met de bedrijvenbezoeken in het eerste jaar. ,,Maar bij een grote faculteit als Bouwkunde kennen de eerstejaars de studieadviseurs niet en daardoor is de drempel hoger om bij hen aan te kloppen als ze vastlopen in hun studie. Wij als studentenraad begrijpen natuurlijk wel dat het onmogelijk is om in zo’n grote faculteit iedereen te kennen. Je kunt er echter wel over nadenken of initiatieven uit andere faculteiten % om de afstand tussen studieadviseur en studenten te verkleinen % in aangepaste vorm in de eigen faculteit in te zetten zijn.”

Een belangrijke bijdrage van de inventarisatie vindt Van Velthoven dat eruit te distilleren is aan welke minimumeisen de studiebegeleiding moet voldoen. ,,Ten eerste zouden wij graag zien dat er op de faculteiten één loket komt waar studenten met al hun vragen over de studie terechtkunnen. Voor informatie over bijvoorbeeld studiefinanciering of bij persoonlijke problemen moet je niet naar de studieadviseur, maar naar respectievelijk het hoofdgebouw en de studentenpsycholoog. Het zou handig zijn als je dat ergens kon vragen, zodat je niet de verkeerde persoon benadert.”

Basiskwalificaties

De studentenraad wil ook dat de studieadviseurs zo vroeg mogelijk in het jaar zoiets als kennismakingsgesprekken houden met de nieuwe studenten, zodat deze elkaar in ieder geval één keer gezien hebben. ,,Ook willen wij als sr dat studenten die achterblijven in de studie een tussentijds studieadvies krijgen. Met ‘Volg Plus’ zijn de achterblijvers er makkelijk uit te filteren. Daarnaast vindt de sr het belangrijk dat voor een studieadviseur bepaalde basiskwalificaties vastgesteld worden. Er wordt te makkelijk gedacht dat iedereen de functie wel kan vervullen.”

De studentenraad vindt het jammer dat de inventarisatie van de studiebegeleiding en %advisering beperkt is gebleven tot de eerstejaars studenten. Door de komst van de bachelor-masterstructuur staan studenten na drie jaar voor een belangrijk beslismoment. Van Velthoven verwacht dat binnenkort veel studenten bij een studieadviseur zullen aankloppen met de vraag: zal ik doorgaan naar een masteropleiding? En zo ja, uit welke masteropleidingen kan ik dan kiezen?

,,De studieadviseur zal op de eerste vraag samen met een student wel een antwoord kunnen vinden. Wij betwijfelen echter of de adviseurs al voldoende kennis in huis hebben % of überhaupt kunnen hebben % om een student over de verschillende studiepaden te kunnen informeren die mogelijk zijn na de bachelor.”

Van Velthoven, die deelneemt aan Plasa (Platform studieadviseurs), heeft de indruk dat studieadviseurs zich wel willen verdiepen in de masteropleidingen, maar dat daarvoor veelal de tijd ontbreekt. ,,Daarnaast is er eveneens een probleem van afbakening. Studenten kunnen ook een masteropleiding volgen bij een andere universiteit. Het is bijna ondoenlijk om kennis te hebben van al die masteropleidingen. Als sr vinden wij dat er duidelijkheid moet komen over wat we van studieadviseurs in dat opzicht mogen en kunnen verlangen.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.