Om meer internationale TU-studenten de kans te geven om Nederlands te leren, wil studentenraadslid Abdelkader Karbache het huidige cursusaanbod uitbreiden met een mooc.
Er komen steeds meer internationale studenten naar Delft en zij willen steeds vaker Nederlands leren. Zo ook de Poolse masterstudent Marta Zapaśnik (Bouwkunde). Ze woont sinds september 2021 in Nederland en volgt een Nederlandse taalcursus via het Delftse Instituut voor Talen en Academische Vaardigheden (ITAV). “Ik vind het belangrijk om de mensen om me heen, in de winkel, op straat, de universiteit of op het werk, te begrijpen”, zegt Zapásnik. Ze merkt dat het haar meer mogelijkheden geeft en ze zich er zelfverzekerder door voelt. “Ik begrijp belangrijke informatie beter, zoals berichten van de gemeente of andere organisaties. Daarnaast leer ik de cultuur kennen waardoor Delft ook meer voelt als thuis. Ook viel me op dat mijn collega’s vriendelijker zijn als ik Nederlands met ze spreek.”
ITAV-docent Nederlands Astrid van Laar herkent dit beeld. “We horen veelvuldig van cursisten dat het leren van de Nederlandse taal leidt tot meer verbondenheid. Ook nemen baankansen toe als men de taal op een hoger niveau machtig is.”
Internationalisering
Mede daarom verwacht studentenraadslid Abdelkader Karbache (Lijst Bèta) dat de behoefte om de Nederlandse taal te leren zal toenemen. “Dit merk ik ook uit gesprekken met internationale studenten en ik krijg hierover ook feedback vanuit studieverenigingen.”
Volgens Karbache sluiten Nederlandse studenten hun internationale medestudenten regelmatig (onbewust) buiten, doordat ze tijdens groepsprojecten of borrels Nederlands met elkaar praten. “Dit is een reden om Nederlands te willen leren. Ook vinden ze het fijn om een aantal basiswoorden te leren om bijvoorbeeld eten te bestellen of een datumprikker in te vullen.”
Hij noemt ook het in de Tweede Kamer actuele thema internationalisering. Internationals krijgen steeds meer kritiek. Ze zouden hierheen komen voor de kennis en na hun studie weer vertrekken. Karbache: “De universiteit kan in de integratie een verbindende rol spelen door bijvoorbeeld meer Nederlandse taalcursussen aan te bieden.”
Volgens Karbache zijn die cursussen erg populair en zitten ze vaak al snel vol. Hij wil daarom op andere manieren het aanbod uitbreiden. “Denk aan een taalbuddysysteem waarbij je een internationale student koppelt aan een Nederlandse student. Of een ‘taaluitwisseling’, daarbij leert de ene student bijvoorbeeld Vietnamees en de ander Nederlands.”
Namens het ITAV weerspreekt Van Laar de gedachte dat er onvoldoende cursusplekken zijn. “Terwijl de belangstelling voor onze cursussen onverminderd hoog is, hebben we vrijwel alle studenten de afgelopen jaren direct of in het kwartaal na hun aanmelding in onze cursussen kunnen plaatsen.”
Mooc
Toch wil Karbache graag dat de TU meer taalcursussen aanbiedt. “Al is dat niet makkelijk door een tekort aan gekwalificeerde docenten.” Een mooc (massive open online course), een online cursus waarbij je zelf je studietempo kunt bepalen, biedt volgens hem uitkomst. “Een mooc is een stuk flexibeler dan een cursus omdat je zelf kunt bepalen wanneer je begint en zelf je tempo bepaalt.”
Karbache wil voor het ontwikkelen van zo’n cursus het investeringsfonds van de TU Delft aanspreken. Deze pot van een half miljoen euro – door de TU in het leven geroepen om de basisbeursmiljoenen bestemming te geven – mag de studentenraad besteden aan het verbeteren van de kwaliteit van het TU-onderwijs. Tijdens het maandelijkse overleg met het college van bestuur eind maart reageerde vice rector magnificus Rob Mudde positief op deze plannen. “Nu wil ik de ideeën voorleggen aan het ITAV om te zien wat we gezamenlijk kunnen bereiken.”
Zorgen
Van Laar juicht het plan voor een mooc toe. “Sinds maart 2022 kunnen alle TU’ers al de Dutch Online Course for Beginners volgen. Het is een online, laagdrempelige kennismaking met de Nederlandse taal. De cursus start zes keer per jaar en biedt voldoende plek. Mocht Karbache mogelijkheden vinden om deze cursus als mooc aan te bieden – waar geen limiet op het aantal deelnemers zit – dan kunnen aanmerkelijk meer mensen in hun eigen tempo deelnemen, dat is een groot voordeel.”
Maar er zijn ook zorgen die ze graag met Karbache wil bespreken. Want volgens Van Laar kunnen studenten en PhD’s door hun drukke programma’s maar beperkte tijd besteden aan het leren van de taal. “En dat terwijl het leren van een taal een flinke tijdsinvestering vraagt. Als we het belangrijk vinden dat buitenlandse studenten en PhD’s zich door de Nederlandse taal meer verbonden voelen met hun omgeving, biedt ze dan behalve cursussen, ook voldoende tijd om zich de Nederlandse taal tot op een zeker niveau eigen te maken. ”
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
m.vanderveldt@tudelft.nl
Comments are closed.