Studentenraad praat weer Nederlands

De studentenraad van de TU Delft bestaat uit twee partijen, Oras en Lijst Bèta. Namens Lijst Bèta namen de afgelopen twee jaar internationale studenten Katharina Ertman (2018-2019) en Nima Salami (2019-2020) zitting in de raad. De voertaal veranderde van Nederlands naar Engels, zodat iedereen de vergaderingen kon volgen. Nu grijpt ze weer terug op het Nederlands. Waarom? Eva Slingerland en Sam Vijlbrief van Lijst Bèta leggen het uit.



Waarom houdt de studentenraad niet vast aan Engels als voertaal?

Slingerland: “De afgelopen twee jaar vonden overlegvergaderingen met het college van bestuur plaats in het Engels omdat er een internationale student in de raad zat. Dit jaar bestaat de raad uit studenten die allen Nederlands als moedertaal hebben. Toen bleek dat niet alle leden zich comfortabel voelen bij het Engels, zijn we met zijn allen om tafel gegaan. Omdat ook de effectiviteit van vergaderen een belangrijke rol speelde, hebben we uiteindelijk gezamenlijk besloten om dit jaar weer Nederlands als voertaal te gebruiken. Dat was geen gemakkelijk besluit, want de studentenraad bestaat uit twee partijen die het echt niet altijd met elkaar eens zijn. Gelukkig was er veel begrip voor elkaars standpunten.”

Wat merkt de TU-gemeenschap hiervan?

Slingerland: “Deze beslissing heeft invloed op alle studenten. Iedereen heeft namelijk de mogelijkheid om de openbare overlegvergaderingen als toehoorder bij te wonen. Vergaderen wij in het Nederlands, dan wordt het moeilijker voor internationale studenten om het overleg te volgen. Dat strookt met twee belangrijke pijlers van Lijst Bèta: internationalisering en inclusiviteit. We willen er juist voor zorgen dat alle studenten kunnen meeluisteren, ook internationale studenten. Want uiteindelijk is twintig procent van de totale studentenpopulatie op de TU internationaal.”

Hoe houd je de vergaderingen toegankelijk voor internationale studenten?

Slingerland: “We versturen de agenda, net als voorgaande jaren, tweetalig. Daarnaast zijn de notulen ook in het Engels beschikbaar. En ieder agendapunt wordt na afronding in het Engels samengevat.”



Vijlbrief: “Dat laatste is een goede verbetering. Daarnaast hebben we afgesproken dat punten die expliciet over internationale studenten gaan, volledig in het Engels behandeld worden. Denk hierbij aan onderwerpen als collegegeld en diversiteit. Hetzelfde geldt voor een spreker die het Nederlands niet beheerst.”

Hoe reageerde jullie achterban op het besluit?

Slingerland: “Best goed. Omdat in de vorige fracties wel internationale studenten zaten vonden we het belangrijk om hun mening te horen. Er waren wat teleurgestelde reacties onder oud-fractieleden, maar zij begrepen uiteindelijk welke afwegingen wij maakten en zagen in dat het belangrijk was om ons coöperatief op te stellen.”

Vijlbrief: “Ons uitgangspunt is om de vergaderingen in het Engels te houden, dus dit is iets waar we in de toekomst naar blijven streven.”



Hoe reageerden studenten op dit besluit?

Vijlbrief: “We hebben geen directe feedback gekregen. Dat toont dat de vergaderingen wat dat betreft nog te privé zijn voor een publieke vergadering van een publiek orgaan. Nu we veel online vergaderen, zien we wel mogelijkheden om het maandelijkse overleg meer toegankelijk te maken.”

Hoe willen jullie dat doen? Hoe zorg je ervoor dat (internationale) studenten zich meer betrokken voelen bij de medezeggenschap?

Slingerland: “Ik denk dat het belangrijk is om tijdens openbare vergaderingen onderwerpen te bespreken die interessant zijn voor internationale studenten. We proberen daarom goed contact te houden met de internationale verenigingen. Wat speelt er binnen hun community? Daarnaast doen we hard ons best om weer een internationale student op de lijst te krijgen, zodat die groep volgend jaar weer is vertegenwoordigd in de studentenraad.”

Vijlbrief: “Dit ligt overigens breder dan de medezeggenschap. Op het moment dat de TU-gemeenschap meer een geheel wordt en de Nederlandse en internationale gemeenschap dichter tot elkaar komen, wordt de betrokkenheid vanzelf groter. Daar moet je van beide kanten voor openstaan en je voor inzetten.”

Hebben jullie het gevoel, nu Nederlands weer de voertaal is, te hebben ingeboet op het gebied van internationalisering en inclusiviteit?

Slingerland: “Dat voelt misschien zo, maar ik denk dat het vooral een wake-up call is over waar we staan op dit moment. Als partij zijn we misschien iets minder ver dan we hadden gewild, terwijl de TU Delft zich als universiteit hard inzet en hard werkt aan internationalisering. Dat staat ook in het strategisch kader, de leidraad die de universiteit voor zes jaar opstelt. De TU wil internationalisering verwerken in alle kernactiviteiten en de studentenraad was eigenlijk een van de kartrekkers daarin.”

Vijlbrief: “Ons doel is om in de toekomst weer in het Engels te vergaderen. Dus we grijpen dit punt ook aan om internationalisering weer op de agenda te zetten. Het is belangrijk dat we het gesprek daarover blijven voeren.”

• De studentenraad vergadert iedere maand met het college van bestuur. Deze vergaderingen zijn openbaar. Wil je een overleg bijwonen? Neem dan contact op met de studentenraad.