Onderwijs

Studenten zijn wel/niet harder gaan studeren

Studenten zijn helemaal niet harder gaan studeren, stelt directeur Frank Steenkamp van onderzoeksbureau CHOI, maker van de Keuzegids. Hij gelooft onderzoeksbureau ResearchNed niet.


Vrijdag 20 april kwam een rapport van ResearchNed uit, waarin staat dat studenten de afgelopen jaren meer tijd aan hun opleiding gingen besteden. In de grafiek lijkt de toename sinds 2002 nogal spectaculair: meer dan tien uur in de week.


“100% broodje aap”, twittert Steenkamp erover. Uit andere gegevens (de Nationale Studenten Enquête) blijkt volgens hem geen enkele toename van het wekelijkse aantal studie-uren in de jaren 2005 tot en met 2009.


Bovendien wantrouwt hij de sprong die de Studentenmonitor laat zien in de jaren 2003 en 2004. Toen zou het aantal studie-uren zijn gestegen van 26 naar 31 in de week. “Daar moet sprake zijn van een meetfout”, zegt hij, “zoals ze ook dachten dat neutrino’s sneller dan het licht konden gaan.”


Maar Anja van den Broek van ResearchNed blijft erbij dat studenten tegenwoordig meer tijd aan hun studie besteden. “Je ziet over de hele periode tussen 2003 en 2009 dat de studietijd van studenten verbetert. Er is wel degelijk een trend. We hebben nagekeken of er een meeteffect heeft meegespeeld in 2004, maar dat is niet of nauwelijks het geval. We zagen alleen dat studenten hun zelfstudie en contacttijd iets lager inschatten als ze de vragenlijst schriftelijk invulden en vanaf 2004 hebben we de enquête alleen nog maar online afgenomen. Maar dat verklaarde maar één uur.”


De trend verbaast haar ook niet. “Je kunt wel stellen dat het overheidsbeleid zich sterk is gaan richten op studievoortgang en rendement. Kennelijk heeft dat zijn vruchten afgeworpen in het aantal studie-uren. Studenten zijn serieuzer geworden. Er wordt harder gewerkt.”













 

Onrustig schuiven de kinderen van groep 7 van de Cornelis Musiusschool in Delft op hun stoelen, die voor de gelegenheid in rijen zijn neergezet. Drie meisjes zitten dicht tegen elkaar aan. De middelste is duidelijk op van de zenuwen. “Ik moet kotsen”, fluistert ze tegen haar vriendinnen als het haar beurt is om met haar groepje haar spel te presenteren.

Het is dan al de derde presentatie die maandagmiddag 16 mei wordt gegeven van spellen die het leren van de tafeltjes in de groepen 4 en 5 moeten vergemakkelijken. De klasgenoten luisteren aandachtig. Maar de belangrijkste toehoorder is Petri Duysters, projectontwikkelaar spelletjes van Heutink, dat aan scholen en kinderopvang allerlei creatieve onderwijsmaterialen levert. Het bedrijf gaat één van de vier ontwerpen van de kinderen van groep 7 echt in productie nemen. 

Om ervoor te zorgen dat er bruikbare ideeën kwamen bovendrijven, zijn de kinderen begeleid door een studente industrieel ontwerpen van de TU en door Joke Visschedijk van ontwerpbureau Meeple. Onder hun toeziend oog doorliepen de kinderen als echte ontwerpers een ontwerpproces. Dat begon met het opstellen van een lijst met wensen en eisen, zoals dat je het spel zonder de hulp van de juf of de meester moet kunnen spelen en dat je het gemakkelijk moet kunnen opruimen. Daarna gingen de kinderen brainstormen in het Science Centre. De volgende stap was kiezen en ideeën uitwerken. 

Dit alles leverde vier spellen op: Beweegspel, Tafeltwister, Hordenloop en Snoepspel. Op het whiteboard laten de groepjes één voor één zien hoe hun spellen werken. Af en toe hakkelen de kinderen wat, of krijgt er één de slappe lach, maar de meesten beheersen zich en weten zo hun waar enthousiast te ‘pitchen’. 

Het Beweegspel blijkt een ‘spring-huppel-hinkrace’ van het ene matje met een som erop naar het volgende. Tafeltwister blijkt geïnspireerd op het aloude Twister.

Hordenloop en Snoepspel worden niet op de grond, maar aan tafel gespeeld. Hordenloop lijkt een beetje op Ganzenbord. Kinderen gooien met een dobbelsteen en mogen dan hun pion verzetten. Op ieder vakje staat een som. Indien goed beantwoord mag de speler verder. Als extraatje kunnen de spelers spullen kopen die het spel vergemakkelijk, zoals supersnelle schoenen. 

Het Snoepspel bestaat uit een taart, waarop de spelers snoepjes moeten verzamelen. Spelers moeten snel sommen maken. Wie de som goed heeft, krijgt een snoepje. 

Duysters is na iedere presentatie vol lof over de ideeën van de kinderen. Maar een winnaar kan ze nog niet aanwijzen. Dat doet ze met haar collega’s in het Twentse Rijssen. “Bent u voor Twente?”, vraagt een jongetje. Daarna wil hij precies weten wanneer het winnende spel klaar is. “Dat zal rond Sinterklaas zijn”, denkt Duysters. In de klas breekt meteen rumoer uit. De kinderen vinden dat duidelijk nog veel te ver weg.

Vlak voor de deadline kwam het nieuws dat Hordenloop door Heutink op de markt gebracht zal worden, maar onder een andere naam. De komende weken gaan de kinderen nog wat aanpassingen doen, een prototype van het bordspel bouwen en testen.

www.wetenschapsknooppuntdelft.nl

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.