TU-studente Laura werd gestalkt en had meermaals seks tegen haar wil. Ze hoopt dat het delen van haar ervaringen bijdraagt aan de discussie over grensoverschrijdend gedrag.
- Waarschuwing: onderstaand artikel beschrijft situaties waarin seksueel grensoverschrijdend gedrag voorkomt.
‘Sinds de uitzending van BOOS over The Voice ben ik mij ervan bewust dat wat mij is overkomen niet mijn schuld is’, schrijft Laura (niet haar echte naam*) op 14 maart in een e-mail naar de redactie.
Laura werd gestalkt en had meermaals seks terwijl ze dat niet wilde. Ze is vastberaden en schrijft haar ervaringen te willen delen ‘zodat geen enkele student seksueel grensoverschrijdend gedrag meer hoeft mee te maken’. Dit is haar verhaal, in drie delen.
Deel I
“In het begin van mijn studietijd in Delft woonde ik in een studentenhuis met twintig huisgenoten. Van een van de mannelijke huisgenoten – ook een student – ontving ik op een gegeven moment rare appjes. De berichten werden steeds ongepaster.”
“Ik was achttien, hij een paar jaar ouder. Het was erg ongemakkelijk, ik wist me geen houding te geven en maakte me zorgen. Mijn huisgenoten wuifden het weg en adviseerden de berichten te negeren.”
“Toen hij appjes bleef sturen heb ik zijn telefoonnummer en social media-accounts geblokkeerd. Dat pikte hij niet. Hij maakte me zwart via de groepswhatsapp – daarin werd zijn nummer niet geblokkeerd – en bedreigde me via Facebook. Al die tijd woonden we in hetzelfde huis – er was wettelijk gezien geen reden hem uit te zetten. Was ik in de gezamenlijke ruimte, dan moest hij per se naast me zitten en me aanraken. Toen ook mijn huisgenoten het te ver vonden gaan legden ze hem een ‘contactverbod’ op, een soort overeenkomst waarin stond dat hij mij niet meer mocht opzoeken.”
“Maar ook dat hield hem niet tegen. Het was rond één uur ’s nachts toen huisgenoten mij wakker maakten. De jongen probeerde mij op te sluiten door purschuim rond mijn deur te spuiten. Op de muur ernaast stond met bloed ‘ga weg’ geschreven. Ik was verstijfd van angst en niet in staat de politie te bellen. Een huisgenoot belde het noodnummer, maar de politie zei ‘niet langs te komen voor een studentengrap’. Toen ik me de volgende dag met bewijsmateriaal op het bureau meldde, werd doodleuk gezegd dat ik ze ter plekke had moeten bellen. Uiteindelijk heb ik aangifte gedaan en moest ik tot het einde van het collegejaar ergens anders slapen omdat ik me niet meer veilig voelde in mijn huis.”
‘Ik had niemand om mij te helpen’
“Een half jaar nadat ik aangifte deed volgde de uitspraak. Het was de week nadat de zestienjarige Humeyra door haar stalker was doodgeschoten. Hoewel ik meer dan honderd pagina’s aan bewijs had verzameld, werd de zaak geseponeerd wegens gebrek aan bewijs. Op dat moment voelde ik de grond onder mijn voeten wegzakken. Ik twijfelde verschrikkelijk aan mezelf, zag ik het verkeerd en was het misschien minder erg dan ik dacht?”
“Na de uitspraak verhuisde ik. Ik woonde vanaf dat moment alleen en was ontzettend bang, want als er nu iets zou gebeuren was er niemand om me te helpen. Studiegenoten, vrienden en familie dachten dat het goed ging. Ik was veilig en had leuke vrienden, een familie die voor me klaarstond en ik haalde mijn vakken. Probleem opgelost, toch?”
“Nou, niet dus. Door alles wat er was gebeurd had ik een angststoornis ontwikkeld. Ik had niemand om mij te helpen. Niet vanuit mijn omgeving, de politie of de universiteit. De dag dat ik aangifte deed werd wel slachtofferhulp aangeboden, maar ik zat zo vol adrenaline door wat er de nacht daarvoor was gebeurd, dat ik daar niet op ben ingegaan.”
‘Het ging niet om straf voor hem, maar om bevestiging voor mezelf’
“Op de TU Delft is geen persoon die of loket dat studenten bijstaat als ze aangifte moeten doen en daarna. Ik wist bijvoorbeeld niet wat mij overkwam en wilde koste wat het kost mijn studiepunten halen. Het was fijn geweest om binnen de TU een vaste begeleider te hebben die af en toe checkte of het oké ging. Ik moest alles zelf uitzoeken, van aangifte tot verwerking. Je kunt je afvragen of dat realistisch is als je zoiets hebt meegemaakt. Ik vind dat de universiteit serieuzer moet omgaan met studenten die problemen ervaren omdat ze seksueel zijn mishandeld, gestalkt of op een andere manier ongewenst gedrag hebben ervaren.”
Uiteindelijk heb ik psychologische hulp gezocht en werd ik dankzij trauma- en EMDR-therapie de angststoornis de baas. Ook ben ik na de uitspraak in hoger beroep gegaan. Tweeënhalf jaar na het seponeren van de zaak is mijn stalker alsnog veroordeeld. Hij moest duizend euro schadevergoeding betalen, maar kreeg geen gebiedsverbod opgelegd. Want, zo oordeelde de rechter, hij moest zijn studie kunnen afmaken. Toch was ik opgelucht, het zat dus niet tussen mijn oren. Het ging mij ook niet om straf voor hem, maar om bevestiging voor mezelf.”
Deel II
“Tijdens het begin van mijn tweede studiejaar leerde ik een jongen kennen. We kregen een relatie en ik was dolblij. Hij was geïnteresseerd in mij en ik kreeg het gevoel dat ik er niet meer alleen voor stond.”
‘Zijn vrienden hadden drie keer per week seks, dus moesten wij dat ook’
“Hij was erbij toen er, vlak nadat de zaak werd geseponeerd, een vorm van vaginisme bij mij werd geconstateerd. Samen gingen we naar de gynaecoloog en seksuoloog. Daar leerden we dat het kwam omdat ik door de stalking veel spanning in mijn lichaam had opgebouwd. Het maakte me erg onzeker, want ik was bang dat mijn vriend mij hierom zou verlaten en ik er opnieuw alleen voor zou staan. Maar hij zei dat hij me steunde en er voor me was…”
“Dit vind ik het moeilijkste om te vertellen, want ik blijf me maar afvragen of het niet aan mij ligt. Heb ik er misschien zelf om gevraagd?”
“Als we seks hadden en penetratie niet lukte, dan ontbrak die beloofde steun. Dan was het mijn probleem en moest ik het maar op een andere manier oplossen. Want hij was een man, dus hij had daar behoefte aan. Zei ik duidelijk nee, dan haalde hij mij over. ‘Niemand wil een vriendin zoals jij’, zei hij dan. Of hij dreigde me naar huis te sturen. Op die momenten vond ik het vervelender om alleen te zijn, dan hem seks te geven. Dus deed ik het maar. Ik ontving nooit iets, waardoor het voelde alsof ik gestraft werd voor het feit dat ik vaginisme had.”
- Vaginisme of vaginistisch reageren wil zeggen dat het niet lukt om een penis, vingers of tampon in de vagina in te brengen. Als je dit probeert spannen de spieren in de bekkenbodem zich onbewust aan. Soms lukt het wel iets (een klein stukje) in te brengen, maar doordat je bekkenbodemspieren gespannen zijn kan dit pijnlijk zijn.
“Zijn vrienden zeiden dat zij drie keer per week seks hadden, dus dat moesten wij ook. Soms was het wel fijn en kon het, maar heel vaak niet. Om discussies te vermijden plande ik op een gegeven moment in wanneer ik dronken zou worden. Dan kreeg ik van de seks niets mee en hoefde ik niets te voelen. Het klinkt ridicuul, maar ik was verliefd en zo bang hem kwijt te raken. Het was kiezen tussen twee kwaden.”
“Ik schaamde me en sprak er met niemand over. Ik voelde me niet vrij om te praten, want ik heb een relatie met die jongen dan hoort seks er een beetje bij… toch? Nee, hij had gewoon naar mij moeten luisteren als ik weigerde of pijn had. Seks komt van twee kanten, je hoeft niet alleen te geven. Dat ik vaginisme heb, betekent niet dat ik geen recht heb op plezierige seks.”
‘Ik verstijf nog steeds van angst als ik hem zie’
“Uiteindelijk heeft hij het uitgemaakt. ‘Je bent fucked up, dat vinden mijn vrienden ook. Ik wil niet met iemand zoals jij geassocieerd worden’ zei hij. Die woorden resoneren nog steeds in mijn hoofd.”
“We studeren op dezelfde faculteit, dus ik zie hem regelmatig. Hij kan rustig zijn ding doen, terwijl ik nog steeds verstijf van angst als ik hem zie. Op zijn cv prijkt een bestuursfunctie, maar ik kan niet op mijn cv zetten wat mij is overkomen. Daar kan ik zo boos om worden.”
Deel III
“In het jaar voor corona maakte ik deel uit van een studententeam. We organiseerden een feest waarvoor een date voor mij was geregeld. Ik vond het ontzettend spannend, maar het was een leuke jongen. Na het diner gingen we naar mijn huis. Vooraf had ik duidelijk gezegd geen seks te willen.”
‘Mijn vaginisme deed hij af als een ‘kutsmoes’’
“Je raadt het al. We kwamen bij mijn huis en hij begon direct over seks. Net zoals mijn ex bleef hij doorgaan. ‘Weet je het zeker’, vroeg hij toen ik hem herhaaldelijk afwees. ‘Kijk nou wat je doet, je maakt me zo geil’. Dit had ik eerder meegemaakt. Ik wist dat hij niet zou ophouden en weer maakte ik die afweging: want hoe erg is het nou? Misschien moest ik me inderdaad wel wat losser gedragen zoals medestudenten zeiden. Mijn vaginisme deed hij af als een ‘kutsmoes’.”
“Dat het vervolgens niet lukte was geen verrassing. Net als zijn opmerking, ‘want ik kon het dan toch op een andere manier oplossen?’. Dus daar zat ik weer, net als bij mijn ex, het op een andere manier op te lossen.”
“De volgende ochtend werd ik wakker met zijn hand in mijn onderbroek. Hij betastte me en zei dat het ‘allemaal niet zo strak voelde als gister’ en of we het nog een keer konden proberen. Ik zei dat ik het niet wilde en stapte uit bed.”
“Opnieuw werden duidelijk mijn grenzen overschreden. Nee is nee, het is geen ‘overtuig me’. Zonder een duidelijke ‘ja’ zullen ze geen seks met je hebben, maar je kunt je afvragen wat die ‘ja’ nog waard is als de ander een half uur lang ‘nee’ heeft gezegd.”
Cultuurverandering nodig
Na het vertellen van haar verhaal is de opluchting van Laura’s gezicht af te lezen. Het is klaar, ze heeft haar verhaal verteld, haar ervaringen gedeeld.
“Het doet me meer dan ik had verwacht. De spanning giert door mijn hele lichaam. Maar ik wil mijn verhaal delen omdat ik niet wil dat iemand anders deze ellende meemaakt. Natuurlijk, dit is een samenloop van omstandigheden, maar ieder incident is al erg genoeg.”
“Er is een cultuurverandering binnen de studentenwereld nodig”, zegt ze resoluut. Ze vindt dat de universiteit en de verenigingen verantwoordelijkheid moeten dragen voor voorlichting over hoe je op een prettige manier seks hebt. En dat studenten elkaar moeten aanspreken op hun gedrag.
‘Studenten hitsen elkaar op, het gaat meer om de frequentie dan om een prettige ervaring’
“Ik heb nu vooral ervaren dat studenten elkaar ophitsen, dat het meer om de frequentie gaat dan om een prettige ervaring. Terwijl het oké is als je veel of juist minder seks wilt. Het gaat er niet om dat je seks hebt, maar dat de manier waarop voor iedereen prettig is.”
“Mijn ervaringen zijn een concreet voorbeeld van wat er in het Delftse studentenleven gebeurt. Ik hoop dat medestudenten, als ze zich in dit verhaal herkennen, weten dat het oké is om angstig of verdrietig te zijn over wat ze hebben meegemaakt. Er zullen mensen zijn die begrijpen dat wat ik heb meegemaakt heel vervelend is. Er zullen ook mensen zijn die denken ‘joh, je hebt toch ‘ja’ gezegd?’”
“Ik weet niet wat er nu allemaal op mij afkomt, maar ik hoop dat door het delen van mijn verhaal de discussie over grensoverschrijdend gedrag ook op de TU Delft ontstaat. En dat het gesprek over een gezonde sekscultuur op gang komt.”
Hulp
Toen Laura dit meemaakte was hulp vanuit de TU Delft minder goed beschikbaar. Inmiddels is dit beter geregeld, al is het wel goed zoeken. Delta stelde daarom onderstaand hulpkader op.
- Heb jij een ongewenste seksuele ervaring meegemaakt en wil je daarover praten? Neem dan contact op met Centrum Seksueel Geweld, daar staan specialisten voor je klaar. Je kunt gratis en anoniem chatten of bellen met 0800-0188.
- Het kan ook fijn zijn om met mensen om je heen te praten.
- Ook de TU biedt ondersteuning. Je eerste aanspreekpunt is hiervoor altijd je studieadviseur.
- Die brengt je, als jij dat wilt, in contact met de afdeling Integrale Veiligheid. Zij begeleiden studenten bij het doen van aangifte wanneer zijn slachtoffer zijn van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ook kijken zij samen met jou of er nazorg nodig is.
- De studieadviseur kan je doorverwijzen naar de studentpsychologen. Zij bieden kortdurende begeleiding aan van maximaal drie gesprekken. Is er behoefte aan langdurige hulp, dan verwijzen zij je door naar de huisarts of een psycholoog buiten de TU.
- Je kunt altijd met je eigen huisarts of de Studentengezondheidszorg (SGZ) contact opnemen. Mocht de huisarts in het weekend niet aanwezig zijn, dan kun je (in Delft) contact opnemen met de huisartsenpost via 015-2511930. Meer informatie kun je vinden op de website.
- Het kan goed zijn om contact op te nemen met een vertrouwenspersoon. Meer informatie vind je hier.
- Omdat een op de tien studenten te maken krijgt met seksuele intimidatie is de kans groot dat jij misschien iemand een luisterend oor biedt. In dat geval is het fijn om te weten hoe je het beste kunt reageren. Het belangrijkste is dat je kalm blijft. Als jij de rust bewaart kan de ander zijn of haar verhaal doen. Meer gesprekstechnieken vind je in de #metoo gespreksetiquette.
- Heb jij of ken jij iemand die ooit te maken heeft gehad met pesterijen, wangedrag of ongewenst gedrag op en rond de campus van de TU Delft of tijdens je studie aan de universiteit? En wil jij je verhaal delen? Neem dan contact op met Lijst Bèta en Delta.
* Laura’s echte naam is bekend bij de redactie.
Gender equality vector created by freepik – www.freepik.com
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
m.vanderveldt@tudelft.nl
Comments are closed.