Studentenraadsfractie Aag en belangenoranisatie VSSD willen studenten stimuleren bij het ontwerpen. De twee organisaties hebben vrijdag een plan met de titel ‘Student als Onderzoeker’ aangeboden aan rector Wakker.
In het plan staat beschreven hoe ontwerpen ook financieel aantrekkelijk gemaakt kan worden voor studenten.
De opzet is om ‘wetenschappelijk veelbelovende of commercieel haalbare ontwerpen’ door de student te laten uitwerken, met gebruik van de faciliteiten van de universiteit. Hiervoor moet hij worden betaald.
Die betaling, maximaal vijftienhonderd gulden netto per maand, is volgens de opstellers van het plan nodig omdat de huidige studiebeurs te krap is. Nu hebben studenten vaak bijbanen die volstrekt los staan van de studie. Dat is niet productief, stellen Aag en VSSD.
Per jaar, zo rekenen de planschrijvers voor, worden er op de universiteit zesentwintigduizend ontwerpen gemaakt. Zij gaan daarbij uit van een studentenaantal van dertienduizend. Vijftig tot vijfenzeventig van deze ontwerpen zouden in aanmerking komen voor verdere uitwerking. De kosten liggen rond de vijfduizend gulden per project. Daarbij komen nog de overheadkosten, waardoor het totaal uitkomt op vier ton per jaar. Bij winstgevende projecten zal een octrooi worden aangevraagd.
De voordelen zijn legio, zo stelt het plan. Het kan ‘excellente studenten’ aantrekken, omdat zij zich hier verder kunnen ontwikkelen. De universiteit kan zich profileren met goede ontwerpen. Het niveau van het onderwijs zal een stimulans krijgen door de nadruk op onderzoek: ‘het standaard zesje’ volstaat niet. Afgestudeerden zijn ervarener, wat hun waarde op de arbeidsmarkt verhoogt. Van succesvolle projecten kunnen publicaties worden gemaakt, die weer meetellen in de puntentelling van de wetenschappelijke publicaties.
Als voorbeelden staan in het rapport de studies industrieel ontwerpen en scheikundige technologie genoemd. Bij de eerste studie zou in de begeleidingscommissie een vertegenwoordiger van het bedrijfsleven moeten zitten die het werkstuk op commerciële gronden beoordeelt. Bij de tweede studierichting betreft het plan het vak zelfstandig en duurzaam ondernemen. Ook hierbij is iemand van een bedrijf betrokken bij de beoordeling van een ondernemingsplan. ‘In principe mag men zelf bepalen waarmee men in zaken gaat’, zo staat in het plan. ‘Variërend van een taxibedrijf via MP3-spelers tot een nijlpaardenverhuurbedrijf (het Hippotheek Advies Centrum).’
De twee organisaties hebben vrijdag een plan met de titel ‘Student als Onderzoeker’ aangeboden aan rector Wakker. In het plan staat beschreven hoe ontwerpen ook financieel aantrekkelijk gemaakt kan worden voor studenten.
De opzet is om ‘wetenschappelijk veelbelovende of commercieel haalbare ontwerpen’ door de student te laten uitwerken, met gebruik van de faciliteiten van de universiteit. Hiervoor moet hij worden betaald.
Die betaling, maximaal vijftienhonderd gulden netto per maand, is volgens de opstellers van het plan nodig omdat de huidige studiebeurs te krap is. Nu hebben studenten vaak bijbanen die volstrekt los staan van de studie. Dat is niet productief, stellen Aag en VSSD.
Per jaar, zo rekenen de planschrijvers voor, worden er op de universiteit zesentwintigduizend ontwerpen gemaakt. Zij gaan daarbij uit van een studentenaantal van dertienduizend. Vijftig tot vijfenzeventig van deze ontwerpen zouden in aanmerking komen voor verdere uitwerking. De kosten liggen rond de vijfduizend gulden per project. Daarbij komen nog de overheadkosten, waardoor het totaal uitkomt op vier ton per jaar. Bij winstgevende projecten zal een octrooi worden aangevraagd.
De voordelen zijn legio, zo stelt het plan. Het kan ‘excellente studenten’ aantrekken, omdat zij zich hier verder kunnen ontwikkelen. De universiteit kan zich profileren met goede ontwerpen. Het niveau van het onderwijs zal een stimulans krijgen door de nadruk op onderzoek: ‘het standaard zesje’ volstaat niet. Afgestudeerden zijn ervarener, wat hun waarde op de arbeidsmarkt verhoogt. Van succesvolle projecten kunnen publicaties worden gemaakt, die weer meetellen in de puntentelling van de wetenschappelijke publicaties.
Als voorbeelden staan in het rapport de studies industrieel ontwerpen en scheikundige technologie genoemd. Bij de eerste studie zou in de begeleidingscommissie een vertegenwoordiger van het bedrijfsleven moeten zitten die het werkstuk op commerciële gronden beoordeelt. Bij de tweede studierichting betreft het plan het vak zelfstandig en duurzaam ondernemen. Ook hierbij is iemand van een bedrijf betrokken bij de beoordeling van een ondernemingsplan. ‘In principe mag men zelf bepalen waarmee men in zaken gaat’, zo staat in het plan. ‘Variërend van een taxibedrijf via MP3-spelers tot een nijlpaardenverhuurbedrijf (het Hippotheek Advies Centrum).’
Comments are closed.