Onderwijs

Strop van zestig miljoen dreigt over wachtgelden

Een wijziging in de wachtgeldregeling dreigt voor de universiteiten uit te lopen op een strop van zestig miljoen gulden.Een aanpassing van de BWOO, de wachtgelduitkering, kan voor de universiteiten catastrofale gevolgen krijgen, nu het ministerie de aanpassing in de wet anders interpreteert dan de universiteiten.

Als het ministerie voet bij stuk houdt, moeten universiteiten al hun wachtgelders een jaar langer betalen. Dat levert een extra kostenpost op van ongeveer dertigduizend gulden per wachtgelder.

Een wachtgelduitkering is opgebouwd uit twee delen: een zogeheten ‘loongerelateerd’ deel, en een uitkering op bijstandsniveau, de vervolguitkering. De hoogte van het loongerelateerde deel hangt af van het aantal dagen dat een werknemer de afgelopen vijf jaar heeft gewerkt. Ook het aantal jaren dat dit deel wordt betaald hangt daarvan af.

Sinds 1 augustus zijn de regels voor de BWOO gewijzigd. De duur van deze uitkering wordt ingekort; in sommige gevallen wordt de uitkering zelfs twaalf maanden eerder gestopt. In ruil daarvoor ontvangen wachtgelders eerder een vervolguitkering op bijstandsniveau.

De wijziging, zo hield het ministerie indertijd voor, zou voor de universiteiten gunstig uitpakken. Het ministerie legde hen daarom dit jaar alvast een korting op van 1,8 miljoen gulden. Volgend jaar bedraagt de korting 6,5 miljoen gulden.

De VSNU, de vereniging van universiteiten, is er altijd van uitgegaan dat de wetswijziging zou gelden voor personeel dat na 1 augustus wachtgelder is geworden. Het ministerie denkt daar echter anders over, blijkt nu. OCenW vindt dat ook oude wachtgelders, die op of na 1 augustus een vervolguitkering krijgen, onder de nieuwe regeling vallen. Hun vervolguitkering, redeneert het ministerie, moet eveneens met een jaar worden verlengd.

Volgens een eerste schatting van de VSNU kost de tegenvaller de universiteiten tot het jaar 2000 in totaal zestig miljoen gulden. De VSNU vreest dat dit bedrag nog zal oplopen, omdat de administratie van de USZO – de uitvoerder van de uitkeringen – de afgelopen jaren zeer onoverzichtelijk is geweest (zie het voorlichtingskatern in deze krant). De werkelijke kosten kunnen, volgens de VSNU, mede door dat slechte beheer wellicht nog twintig miljoen gulden hoger uitvallen. Het ministerie was woensdagochtend niet voor commentaar bereikbaar. (HOP/M.t.W.)

Een wijziging in de wachtgeldregeling dreigt voor de universiteiten uit te lopen op een strop van zestig miljoen gulden.

Een aanpassing van de BWOO, de wachtgelduitkering, kan voor de universiteiten catastrofale gevolgen krijgen, nu het ministerie de aanpassing in de wet anders interpreteert dan de universiteiten. Als het ministerie voet bij stuk houdt, moeten universiteiten al hun wachtgelders een jaar langer betalen. Dat levert een extra kostenpost op van ongeveer dertigduizend gulden per wachtgelder.

Een wachtgelduitkering is opgebouwd uit twee delen: een zogeheten ‘loongerelateerd’ deel, en een uitkering op bijstandsniveau, de vervolguitkering. De hoogte van het loongerelateerde deel hangt af van het aantal dagen dat een werknemer de afgelopen vijf jaar heeft gewerkt. Ook het aantal jaren dat dit deel wordt betaald hangt daarvan af.

Sinds 1 augustus zijn de regels voor de BWOO gewijzigd. De duur van deze uitkering wordt ingekort; in sommige gevallen wordt de uitkering zelfs twaalf maanden eerder gestopt. In ruil daarvoor ontvangen wachtgelders eerder een vervolguitkering op bijstandsniveau.

De wijziging, zo hield het ministerie indertijd voor, zou voor de universiteiten gunstig uitpakken. Het ministerie legde hen daarom dit jaar alvast een korting op van 1,8 miljoen gulden. Volgend jaar bedraagt de korting 6,5 miljoen gulden.

De VSNU, de vereniging van universiteiten, is er altijd van uitgegaan dat de wetswijziging zou gelden voor personeel dat na 1 augustus wachtgelder is geworden. Het ministerie denkt daar echter anders over, blijkt nu. OCenW vindt dat ook oude wachtgelders, die op of na 1 augustus een vervolguitkering krijgen, onder de nieuwe regeling vallen. Hun vervolguitkering, redeneert het ministerie, moet eveneens met een jaar worden verlengd.

Volgens een eerste schatting van de VSNU kost de tegenvaller de universiteiten tot het jaar 2000 in totaal zestig miljoen gulden. De VSNU vreest dat dit bedrag nog zal oplopen, omdat de administratie van de USZO – de uitvoerder van de uitkeringen – de afgelopen jaren zeer onoverzichtelijk is geweest (zie het voorlichtingskatern in deze krant). De werkelijke kosten kunnen, volgens de VSNU, mede door dat slechte beheer wellicht nog twintig miljoen gulden hoger uitvallen. Het ministerie was woensdagochtend niet voor commentaar bereikbaar. (HOP/M.t.W.)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.