Opinie

Straks ontstaat er ook nog een afgestudeerdenpartij

In 1998 werd Stip tot ieders verbazing opgenomen in het college van B en W van Delft.Deze uitnodiging had alles te maken met het politieke machtsspel.

Stip was voor de PvdA de enige mogelijkheid om aan een meerderheid te komen zonder CDA en VVD. Tevens bood het de enige mogelijkheid om een ‘progressief’ college te vormen en toch de SP buiten de deur houden.

Als jongste wethouder van het land bekleedde Astrid Janssen voor het eerst in Nederland namens een studentenpartij een wethouderszetel. Zij kreeg de portefeuille cultuur, jongerenbeleid en ICT. Twee jaar later, toen Janssen plaats maakte voor Mathijs Mahler, werd het onderdeel cultuur fors verlicht. Nu, vier jaar na dato wordt de deelname van Stip door de ‘Delftsche Courant’ (16 februari) bestempeld als een mislukt experiment dat niet voor herhaling vatbaar is.

Er is zeker behoefte aan meer aandacht voor studentenbelangen in de gemeentepolitiek. De hamvraag is: moeten studenten door een studentenpartij vertegenwoordigd worden?

Het antwoord luidt: nee. Het is de taak van de breed georiënteerde partijen om deze belangrijke groep te vertegenwoordigen. Partijen die een breed samenhangende visie op politiek en maatschappij hebben, mogen studenten zeker niet negeren. Studentenhuisvesting is iets waar meer aan gedaan moet worden, evenals de deelname van studenten aan culturele activiteiten.

Vóór de verkiezingen van 1994 waren studenten ronduit ondervertegenwoordigd in de Delftse raad. Dankzij Stip wordt er nu serieuzer gekeken naar jongeren en besteden grote partijen, althans in hun verkiezingsprogramma’s, aandacht aan deze groep. Stip heeft jongerenbeleid op de politieke agenda van de gemeenteraad gekregen.

Maar de vraag is of zitting hebben in een gemeenteraad daarvoor de meest efficiënte manier is. Want in de raad heb je immers heel veel te maken met zaken die weinig of geen betekenis hebben voor studenten. Je verspilt dus veel tijd, als het je om de belangen van studenten gaat.

Het wakker schudden van andere partijen gaat met acties buiten de raad veel beter. Steek alle energie daarin om problemen goed over het voetlicht te krijgen, en je bereikt meer.

Studentenpartijen die de ambitie hebben meer te zijn dan een partij voor het groepsbelang, lopen gegarandeerd vast. Een gemeenschappelijke ideologie ontbreekt immers.

Studenten zouden actiever deel moeten nemen aan hun lokale samenleving. Ze zouden zich moeten oriënteren op de brede lokale partijen en daar actief in participeren. Dan worden studentenbelangen goed vertegenwoordigd. Studentenpartijen hebben in dat opzicht geen positief effect op de integratie van de studenten in de lokale samenleving.

De Socialistische Partij waardeert de bijdrage die Stip aan de democratie heeft geleverd en nog levert, maar is geen voorstander van aparte partijen voor bepaalde doelgroepen. Voor hetzelfde geld ontstaan er straks vrouwenpartijen, allochtonenpartijen, afgestudeerdenpartijen en managerspartijen. Die werken alleen maar verdeeldheid in de hand.

Behnam Taebi studeert technische materiaalwetenschappen aan de TU Delft en is lijsttrekker voor de Socialistische Partij bij de gemeenteraadsverkiezingen in Delft.

In 1998 werd Stip tot ieders verbazing opgenomen in het college van B en W van Delft.

Deze uitnodiging had alles te maken met het politieke machtsspel. Stip was voor de PvdA de enige mogelijkheid om aan een meerderheid te komen zonder CDA en VVD. Tevens bood het de enige mogelijkheid om een ‘progressief’ college te vormen en toch de SP buiten de deur houden.

Als jongste wethouder van het land bekleedde Astrid Janssen voor het eerst in Nederland namens een studentenpartij een wethouderszetel. Zij kreeg de portefeuille cultuur, jongerenbeleid en ICT. Twee jaar later, toen Janssen plaats maakte voor Mathijs Mahler, werd het onderdeel cultuur fors verlicht. Nu, vier jaar na dato wordt de deelname van Stip door de ‘Delftsche Courant’ (16 februari) bestempeld als een mislukt experiment dat niet voor herhaling vatbaar is.

Er is zeker behoefte aan meer aandacht voor studentenbelangen in de gemeentepolitiek. De hamvraag is: moeten studenten door een studentenpartij vertegenwoordigd worden?

Het antwoord luidt: nee. Het is de taak van de breed georiënteerde partijen om deze belangrijke groep te vertegenwoordigen. Partijen die een breed samenhangende visie op politiek en maatschappij hebben, mogen studenten zeker niet negeren. Studentenhuisvesting is iets waar meer aan gedaan moet worden, evenals de deelname van studenten aan culturele activiteiten.

Vóór de verkiezingen van 1994 waren studenten ronduit ondervertegenwoordigd in de Delftse raad. Dankzij Stip wordt er nu serieuzer gekeken naar jongeren en besteden grote partijen, althans in hun verkiezingsprogramma’s, aandacht aan deze groep. Stip heeft jongerenbeleid op de politieke agenda van de gemeenteraad gekregen.

Maar de vraag is of zitting hebben in een gemeenteraad daarvoor de meest efficiënte manier is. Want in de raad heb je immers heel veel te maken met zaken die weinig of geen betekenis hebben voor studenten. Je verspilt dus veel tijd, als het je om de belangen van studenten gaat.

Het wakker schudden van andere partijen gaat met acties buiten de raad veel beter. Steek alle energie daarin om problemen goed over het voetlicht te krijgen, en je bereikt meer.

Studentenpartijen die de ambitie hebben meer te zijn dan een partij voor het groepsbelang, lopen gegarandeerd vast. Een gemeenschappelijke ideologie ontbreekt immers.

Studenten zouden actiever deel moeten nemen aan hun lokale samenleving. Ze zouden zich moeten oriënteren op de brede lokale partijen en daar actief in participeren. Dan worden studentenbelangen goed vertegenwoordigd. Studentenpartijen hebben in dat opzicht geen positief effect op de integratie van de studenten in de lokale samenleving.

De Socialistische Partij waardeert de bijdrage die Stip aan de democratie heeft geleverd en nog levert, maar is geen voorstander van aparte partijen voor bepaalde doelgroepen. Voor hetzelfde geld ontstaan er straks vrouwenpartijen, allochtonenpartijen, afgestudeerdenpartijen en managerspartijen. Die werken alleen maar verdeeldheid in de hand.

Behnam Taebi studeert technische materiaalwetenschappen aan de TU Delft en is lijsttrekker voor de Socialistische Partij bij de gemeenteraadsverkiezingen in Delft.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.