Sport

Tijdens wedstrijden in Berlijn toonde hij vormbehoud aan het NOC door een hoogte van 2,25 te behalen. In de afgelopen maanden bleef de de student lucht- en ruimtevaart herhaaldelijk steken bij pogingen om aan die limiet te voldoen. Nadat hij vorig jaar in Eberstadt het Nederlands record op 2,30 meter had gezet, lukte het hem lange tijd niet meer om op grote evenementen bij deze prestatie in de buurt te komen.

,,Ik ben vreselijk opgelucht”, verklaarde Pennings een dag na zijn plaatsing. “2,25 meter was een soort obsessie voor me geworden. Eigenlijk moet ik die hoogte makkelijk kunnen halen.”

Zijn optreden in Sydney ziet de hoogspringer onbevangen tegemoet. ,,Het is heel simpel. Ik moet daar nog een keer 2,30 meter springen om de finale te halen en daartoe acht ik mezelf zeker in staat. Maar daarnaast vind ik het al fantastisch dat ik de Olympische Spelen als atleet mag meemaken”, aldus een tevreden Pennings.

Monique de Wilt zal het polstokhoogspringen in Sydney waarschijnlijk via de televisie volgen. De student verspeelde haar laatste kans op een wedstrijd in Landau, waar ze met een sprong van 4,05 meter ver onder de Olymische limiet van 4,35 meter bleef. Een verzachtende omstandigheid voor haar falen was de zware regenval, waardoor ze twee keer haar warming-up moest onderbreken.

De Olympische roeiers trainen de laatste week juist onafgebroken voor Sydney. De nationale dubbel vier, waarvan Laga-lid Jochem Verberne deel uit maakt, is al afgereisd naar Australie, om zich daar ter plaatse voor te bereiden op de Spelen. Het team kende wat aanloopproblemen door de ziekte van bemanningslid Richard Simon, die zelfs even in een ziekenhuis moest worden opgenomen. Hij is echter weer hersteld en met hem denken de roeiers een goede kans te maken op een medaille. Op 9 september zullen ze hun intrek nemen in het Olympisch dorp.

Ex-Lagaaister Eeke van Nes zal zich komende week eveneens in Sydney melden. Zij roeit zowel in de dubbel twee als in de dames acht. Vooral in die laatste categorie liggen er kansen voor haar om een gouden plak te bemachtigen. In de dubbel twee wordt de Duitse boot oppermachtig geacht.

In de schaduw van alle Olympische activiteit in de TU-sportwereld, werken de universiteitteams de laatste oefenwedstrijden af.

De hockeyers van DSHC maakten zich dit weekeinde in Nijmegen op voor de start van de competitie in de overgangsklasse. De ploeg won een vriendschappelijke wedstrijd tegen Upward uit Arnhem met 3-1. Eerder speelde de selectie van coach Diederik Hoeufft tegen Union uit Papendal (2-2).

,,Het zal een zwaar seizoen worden”, voorspelt Hoeufft. ,,We zijn enkele bepalende spelers kwijtgeraakt omdat ze zijn afgestudeerd en missen daarnaast veel eerstejaars, die midden in hun introductie zitten.” Volgende week begint DSHC de competitie tegen Hattum, datvorig jaar als tweede eindige. De Delftse studenten werden afgelopen seizoen zesde en willen zich dit jaar in ieder geval handhaven in de overgangsklasse. ,,Ik denk dat we daar voldoende kwaliteit voor hebben”, aldus Hoeufft.

De rugbydames van Thor stellen hun doelen iets hoger. Zij willen dit jaar weer meestrijden voor de landstitel. In een oefenwedstrijd tegen het Franse Lille kende de ploeg echter een slechte generale repetitie. De wedstrijd eindigde op het TU-sportpark in 0-15.

Ruim een week voor het begin van de Spelen is de beslissing gevallen voor de TU-sporters die nog kans maakten op een ticket voor Sydney.

Hoogspringer Wilbert Pennings kwalificeerde zich vrijdag op de valreep. Tijdens wedstrijden in Berlijn toonde hij vormbehoud aan het NOC door een hoogte van 2,25 te behalen. In de afgelopen maanden bleef de de student lucht- en ruimtevaart herhaaldelijk steken bij pogingen om aan die limiet te voldoen. Nadat hij vorig jaar in Eberstadt het Nederlands record op 2,30 meter had gezet, lukte het hem lange tijd niet meer om op grote evenementen bij deze prestatie in de buurt te komen.

,,Ik ben vreselijk opgelucht”, verklaarde Pennings een dag na zijn plaatsing. “2,25 meter was een soort obsessie voor me geworden. Eigenlijk moet ik die hoogte makkelijk kunnen halen.”

Zijn optreden in Sydney ziet de hoogspringer onbevangen tegemoet. ,,Het is heel simpel. Ik moet daar nog een keer 2,30 meter springen om de finale te halen en daartoe acht ik mezelf zeker in staat. Maar daarnaast vind ik het al fantastisch dat ik de Olympische Spelen als atleet mag meemaken”, aldus een tevreden Pennings.

Monique de Wilt zal het polstokhoogspringen in Sydney waarschijnlijk via de televisie volgen. De student verspeelde haar laatste kans op een wedstrijd in Landau, waar ze met een sprong van 4,05 meter ver onder de Olymische limiet van 4,35 meter bleef. Een verzachtende omstandigheid voor haar falen was de zware regenval, waardoor ze twee keer haar warming-up moest onderbreken.

De Olympische roeiers trainen de laatste week juist onafgebroken voor Sydney. De nationale dubbel vier, waarvan Laga-lid Jochem Verberne deel uit maakt, is al afgereisd naar Australie, om zich daar ter plaatse voor te bereiden op de Spelen. Het team kende wat aanloopproblemen door de ziekte van bemanningslid Richard Simon, die zelfs even in een ziekenhuis moest worden opgenomen. Hij is echter weer hersteld en met hem denken de roeiers een goede kans te maken op een medaille. Op 9 september zullen ze hun intrek nemen in het Olympisch dorp.

Ex-Lagaaister Eeke van Nes zal zich komende week eveneens in Sydney melden. Zij roeit zowel in de dubbel twee als in de dames acht. Vooral in die laatste categorie liggen er kansen voor haar om een gouden plak te bemachtigen. In de dubbel twee wordt de Duitse boot oppermachtig geacht.

In de schaduw van alle Olympische activiteit in de TU-sportwereld, werken de universiteitteams de laatste oefenwedstrijden af.

De hockeyers van DSHC maakten zich dit weekeinde in Nijmegen op voor de start van de competitie in de overgangsklasse. De ploeg won een vriendschappelijke wedstrijd tegen Upward uit Arnhem met 3-1. Eerder speelde de selectie van coach Diederik Hoeufft tegen Union uit Papendal (2-2).

,,Het zal een zwaar seizoen worden”, voorspelt Hoeufft. ,,We zijn enkele bepalende spelers kwijtgeraakt omdat ze zijn afgestudeerd en missen daarnaast veel eerstejaars, die midden in hun introductie zitten.” Volgende week begint DSHC de competitie tegen Hattum, datvorig jaar als tweede eindige. De Delftse studenten werden afgelopen seizoen zesde en willen zich dit jaar in ieder geval handhaven in de overgangsklasse. ,,Ik denk dat we daar voldoende kwaliteit voor hebben”, aldus Hoeufft.

De rugbydames van Thor stellen hun doelen iets hoger. Zij willen dit jaar weer meestrijden voor de landstitel. In een oefenwedstrijd tegen het Franse Lille kende de ploeg echter een slechte generale repetitie. De wedstrijd eindigde op het TU-sportpark in 0-15.