Campus

Spelen met levens

Vernieuwende gebouwen bedenken, zonder luchtkastelen te ontwerpen. Dat is het streven van Jeroen van Ameijde. Met de studie bouwkunde aan de TU koos hij bewust voor de combinatie creativiteit en techniek.

Nu ontwerpt hij een ‘levende’ scheepskraan en een geluidswal die tegelijkertijd winkelcentrum is. Over een architect in opkomst.

In zijn hoofd zitten talloze ideeën voor de steden van de toekomst. Als bouwkundige Jeroen van Ameijde vooruit blikt op zijn carrière als architect, schetst hij eerst een futuristisch treinstation. Het aantal bezoekers dat zich naar treinen en bussen haast, wordt nauwkeurig gemeten door zijn gebouw. Groeit de mensenmassa te snel, dan komen er verkeersborden tevoorschijn uit de muur. De bewegwijzering verandert en de stroom reizigers wordt op een zo efficiënt mogelijke manier door de stationsgangen geleid.

,,Het zou fantastisch zijn als ik ooit zo’n station kan verwezenlijken. Ik ontwerp het liefste gebouwen die nog niet bestaan”, zegt hij. ,,En dan heb ik het niet alleen over de vorm of de of de grootte van een gebouw, maar vooral over de manier waarop een bouwwerk communiceert met zijn omgeving: interactiviteit dus. Er is zoveel mogelijk met de techniek van tegenwoordig.”

Van Ameijde staat nog maar aan het begin van zijn loopbaan als bouwkundige. Sinds hij eind 2002 zijn studie bouwkunde afrondde, is hij in dienst bij het Leidse architectenbureau Vvkh van TU-professor Fons Verheijen. De eerste projecten waaraan hij werkt, passen precies bij zijn vernieuwende denkbeelden. Geluidsmuren die tegelijkertijd dienen als winkelcentrum bijvoorbeeld. Ze bestaan nog niet, maar dat gaat veranderen, weet Van Ameijde. ,,We zijn bij Vvkh bezig met het ontwerp”, zegt hij. ,,Het gebouw komt langs de A2 bij Utrecht te staan, in de nieuwbouwwijk Leidsche Rijn. De geluidswal wordt het uithangbord van het winkelcentrum, dus komt er automatisch meer geld beschikbaar voor het ontwerp en heb je meer mogelijkheden, meer uitdagingen. De muur krijgt waarschijnlijk een golvende vorm. Voor de automobilisten die er straks met honderd kilometer per uur langs scheuren, lijkt het daardoor alsof het hele winkelcentrum beweegt. Het is net als wanneer je vanuit een rijdende trein naar ‘dansende’ rails kijkt. Je perspectief verandert steeds. Dat maakt de mensen die langs het winkelcentrum komen hopelijk nieuwsgierig.”

Maar de illusie van bewegende bouwwerken is nog maar een kleine stap in de architectonische koers die Van Ameijde voor ogen heeft. Hij praat al over ‘levende’ kunstwerken alsof ze de gewoonste zaak van de wereld zijn. ,,Ik werk nu aan een blikvanger, een soort sculptuur voor in de openbare ruimte”, vertelt hij. ,,Het uiterlijk is moeilijk te omschrijven. Je kunt ’t het beste vergelijken met een grote scheepskraan, maar dan eentje die zich bemoeit met zijn omgeving. Als je bijvoorbeeld in zijn buurt staat te bellen met je mobieltje, buigt de kraan zich geïnteresseerd naar je toe. En wanneer er een heleboel mensen om de paal heen staan, begint hij misschien wel op en neer te dansen, omdat hij zo blij is. Ik weet het nog niet precies.”

Dromen

Van Ameijde laat zijn fantasie graag de vrije loop. Toen hij zich in 1996 inschreef voor de studie bouwkunde koos hij heel bewust voor de combinatie techniek en verbeeldingskracht. Hij wilde dromen, maar tegelijkertijd concreet bezig zijn. Hij voltooide twee afstudeerrichtingen in Delft: architectuur en bouwtechnologie. Zo leerde hij naast het ontwerpen, ook van alles overde bouwmaterialen en constructies waarmee hij zijn ideeën kon verwezenlijken. Want het laatste dat Van Ameijde wil, is luchtkastelen bouwen. Hij vindt het belangrijk dat architecten al tijdens hun brainstormsessies rekening houden met de realiteit.

Als afstudeerproject ontwierp hij een bibliotheek met behulp van een computerprogramma. Terwijl hij de eerste schetsen van het gebouw maakte, controleerde de software of die opzet ook in de praktijk te verwezenlijken was. Geïntegreerd ontwerpen, noemt de oud-TU-student die werkwijze. ,,Het is zo belangrijk dat je eerste idee niet wordt afgezwakt tijdens de uiteindelijke bouw”, zegt Van Ameijde. ,,De computer kan zo’n situatie voorkomen. Als je bijvoorbeeld besluit een auditorium te bouwen op de tweede etage van een bibliotheek, verplaatst het programma misschien ook de keuken naar de tweede verdieping. De mensen moeten tijdens een lezing in zo’n zaal namelijk ook voorzien worden van hapjes en drankjes. Maar misschien moet de keuken vanwege logistieke problemen met de waterleiding en andere aansluitingen ook wel op de begane grond komen. Dan kún je het auditorium helemaal niet op de tweede etage plannen.”

De computer als assistent van de architect, Van Ameijde voelt zich er prettig bij. ,,De computer controleert niet alleen of alles wat je bedenkt wel mogelijk is, hij komt af en toe ook met verrassende suggesties. Maar uiteindelijk doet dat natuurlijk niets af aan de prestatie en de verantwoordelijkheden van de architect.”

Architectuur ziet hij niet alleen als het ontwerpen van gebouwen en het kiezen van de juiste constructie. Ook de sociale effecten die zijn bouwwerken op de omgeving hebben, intrigeren hem. ,,Je beïnvloedt het leven van mensen. Als je bijvoorbeeld een hotel bouwt, bepaal jij als architect waar de gasten eten, televisie kijken en slapen. En zelfs via welke route ze van de ene kamer naar de andere lopen. In zekere zin speel je met hun leven.”

Rijkeluiswoningen

Volgens de kersverse medewerker van architectenbureau Vvkh kun je dan ook niet alle kneepjes van zijn vak leren in de collegebanken van de TU. ,,Ik heb altijd veel naast mijn studie gedaan. Ik was erg actief in het studentenleven en zat in een aantal commissies. Ook koos ik voor een wat langere stage dan nodig was. Daarom heb ik langer over mijn studie gedaan. In het onderwijs op de TU was niet vaak ruimte voor extra activiteiten. De docenten gingen vaak snel van project naar project. Maar misschien is dat ook wel goed. Sociale ervaring, zoals het aansturen van mensen, moet je op eigen initiatief opdoen. Je kunt zoiets niet in een vak proppen om er dan studiepunten voor te geven.”

In zijn studententijd was Van Ameijde al gedreven om net een stapje meer te doen dan anderen. En nog steeds wil hij de hoogste trede op de bouwkundige ladder bereiken. Voorlopig heeft hij het prima naar zijn zin bij Vvkh. Maar soms droomt hij al stiekem van een eigen bureau, wereldberoemde gebouwen en rijke opdrachtgevers. Hij rook aan die wereld tijdens zijn stage in Zwitserland, waar hij meehielp bij het ontwerpen van rijkeluiswoningen. ,,Zwitserland is een beetje het walhalla van de architectuur. Het maakte daar niet uit hoeveel een project kostte. Ik was maar een stagiair, dus ik mocht alleen de trappen en de dakranden van de huizen ontwerpen, maar ook daarbij merkte je hoeveel geld er beschikbaar was. Een trap kostte al een kapitaal door dure houtsoorten en glazen leuningen.”

Ook in Nederland hoopt hij zich uiteindelijk te kunnen toeleggen op niet alledaagse projecten. ,,Doordat ik bij Vvkh werk, doe ik dat eigenlijk al een beetje. Het is een gerenommeerd bureau dat soms bijzondere opdrachten krijgt. De architecten die hier werken horen naar mijn idee toch bij de kopgroep van de Nederlandse architecten. Hopelijk kan ik dat van mezelf later ookzeggen.”

Naam :Jeroen van Ameijde.

Leeftijd :26

Studie :bouwkunde

Afstudeerrichting :architectuur en bouwtechnologie

Woonplaats : Utrecht

Afstudeerjaar : 2002

Loopbaan :liep stage bij Büro B in Zwitserland, studeerde af op het onderwerp ‘geïntegreerd ontwerpen met behulp van de computer’ en werkt nu bij architectenbureau Vvkh (Verheijen Verkoren Knappers De Haan) in Leiden.

Vernieuwende gebouwen bedenken, zonder luchtkastelen te ontwerpen. Dat is het streven van Jeroen van Ameijde. Met de studie bouwkunde aan de TU koos hij bewust voor de combinatie creativiteit en techniek. Nu ontwerpt hij een ‘levende’ scheepskraan en een geluidswal die tegelijkertijd winkelcentrum is. Over een architect in opkomst.

In zijn hoofd zitten talloze ideeën voor de steden van de toekomst. Als bouwkundige Jeroen van Ameijde vooruit blikt op zijn carrière als architect, schetst hij eerst een futuristisch treinstation. Het aantal bezoekers dat zich naar treinen en bussen haast, wordt nauwkeurig gemeten door zijn gebouw. Groeit de mensenmassa te snel, dan komen er verkeersborden tevoorschijn uit de muur. De bewegwijzering verandert en de stroom reizigers wordt op een zo efficiënt mogelijke manier door de stationsgangen geleid.

,,Het zou fantastisch zijn als ik ooit zo’n station kan verwezenlijken. Ik ontwerp het liefste gebouwen die nog niet bestaan”, zegt hij. ,,En dan heb ik het niet alleen over de vorm of de of de grootte van een gebouw, maar vooral over de manier waarop een bouwwerk communiceert met zijn omgeving: interactiviteit dus. Er is zoveel mogelijk met de techniek van tegenwoordig.”

Van Ameijde staat nog maar aan het begin van zijn loopbaan als bouwkundige. Sinds hij eind 2002 zijn studie bouwkunde afrondde, is hij in dienst bij het Leidse architectenbureau Vvkh van TU-professor Fons Verheijen. De eerste projecten waaraan hij werkt, passen precies bij zijn vernieuwende denkbeelden. Geluidsmuren die tegelijkertijd dienen als winkelcentrum bijvoorbeeld. Ze bestaan nog niet, maar dat gaat veranderen, weet Van Ameijde. ,,We zijn bij Vvkh bezig met het ontwerp”, zegt hij. ,,Het gebouw komt langs de A2 bij Utrecht te staan, in de nieuwbouwwijk Leidsche Rijn. De geluidswal wordt het uithangbord van het winkelcentrum, dus komt er automatisch meer geld beschikbaar voor het ontwerp en heb je meer mogelijkheden, meer uitdagingen. De muur krijgt waarschijnlijk een golvende vorm. Voor de automobilisten die er straks met honderd kilometer per uur langs scheuren, lijkt het daardoor alsof het hele winkelcentrum beweegt. Het is net als wanneer je vanuit een rijdende trein naar ‘dansende’ rails kijkt. Je perspectief verandert steeds. Dat maakt de mensen die langs het winkelcentrum komen hopelijk nieuwsgierig.”

Maar de illusie van bewegende bouwwerken is nog maar een kleine stap in de architectonische koers die Van Ameijde voor ogen heeft. Hij praat al over ‘levende’ kunstwerken alsof ze de gewoonste zaak van de wereld zijn. ,,Ik werk nu aan een blikvanger, een soort sculptuur voor in de openbare ruimte”, vertelt hij. ,,Het uiterlijk is moeilijk te omschrijven. Je kunt ’t het beste vergelijken met een grote scheepskraan, maar dan eentje die zich bemoeit met zijn omgeving. Als je bijvoorbeeld in zijn buurt staat te bellen met je mobieltje, buigt de kraan zich geïnteresseerd naar je toe. En wanneer er een heleboel mensen om de paal heen staan, begint hij misschien wel op en neer te dansen, omdat hij zo blij is. Ik weet het nog niet precies.”

Dromen

Van Ameijde laat zijn fantasie graag de vrije loop. Toen hij zich in 1996 inschreef voor de studie bouwkunde koos hij heel bewust voor de combinatie techniek en verbeeldingskracht. Hij wilde dromen, maar tegelijkertijd concreet bezig zijn. Hij voltooide twee afstudeerrichtingen in Delft: architectuur en bouwtechnologie. Zo leerde hij naast het ontwerpen, ook van alles overde bouwmaterialen en constructies waarmee hij zijn ideeën kon verwezenlijken. Want het laatste dat Van Ameijde wil, is luchtkastelen bouwen. Hij vindt het belangrijk dat architecten al tijdens hun brainstormsessies rekening houden met de realiteit.

Als afstudeerproject ontwierp hij een bibliotheek met behulp van een computerprogramma. Terwijl hij de eerste schetsen van het gebouw maakte, controleerde de software of die opzet ook in de praktijk te verwezenlijken was. Geïntegreerd ontwerpen, noemt de oud-TU-student die werkwijze. ,,Het is zo belangrijk dat je eerste idee niet wordt afgezwakt tijdens de uiteindelijke bouw”, zegt Van Ameijde. ,,De computer kan zo’n situatie voorkomen. Als je bijvoorbeeld besluit een auditorium te bouwen op de tweede etage van een bibliotheek, verplaatst het programma misschien ook de keuken naar de tweede verdieping. De mensen moeten tijdens een lezing in zo’n zaal namelijk ook voorzien worden van hapjes en drankjes. Maar misschien moet de keuken vanwege logistieke problemen met de waterleiding en andere aansluitingen ook wel op de begane grond komen. Dan kún je het auditorium helemaal niet op de tweede etage plannen.”

De computer als assistent van de architect, Van Ameijde voelt zich er prettig bij. ,,De computer controleert niet alleen of alles wat je bedenkt wel mogelijk is, hij komt af en toe ook met verrassende suggesties. Maar uiteindelijk doet dat natuurlijk niets af aan de prestatie en de verantwoordelijkheden van de architect.”

Architectuur ziet hij niet alleen als het ontwerpen van gebouwen en het kiezen van de juiste constructie. Ook de sociale effecten die zijn bouwwerken op de omgeving hebben, intrigeren hem. ,,Je beïnvloedt het leven van mensen. Als je bijvoorbeeld een hotel bouwt, bepaal jij als architect waar de gasten eten, televisie kijken en slapen. En zelfs via welke route ze van de ene kamer naar de andere lopen. In zekere zin speel je met hun leven.”

Rijkeluiswoningen

Volgens de kersverse medewerker van architectenbureau Vvkh kun je dan ook niet alle kneepjes van zijn vak leren in de collegebanken van de TU. ,,Ik heb altijd veel naast mijn studie gedaan. Ik was erg actief in het studentenleven en zat in een aantal commissies. Ook koos ik voor een wat langere stage dan nodig was. Daarom heb ik langer over mijn studie gedaan. In het onderwijs op de TU was niet vaak ruimte voor extra activiteiten. De docenten gingen vaak snel van project naar project. Maar misschien is dat ook wel goed. Sociale ervaring, zoals het aansturen van mensen, moet je op eigen initiatief opdoen. Je kunt zoiets niet in een vak proppen om er dan studiepunten voor te geven.”

In zijn studententijd was Van Ameijde al gedreven om net een stapje meer te doen dan anderen. En nog steeds wil hij de hoogste trede op de bouwkundige ladder bereiken. Voorlopig heeft hij het prima naar zijn zin bij Vvkh. Maar soms droomt hij al stiekem van een eigen bureau, wereldberoemde gebouwen en rijke opdrachtgevers. Hij rook aan die wereld tijdens zijn stage in Zwitserland, waar hij meehielp bij het ontwerpen van rijkeluiswoningen. ,,Zwitserland is een beetje het walhalla van de architectuur. Het maakte daar niet uit hoeveel een project kostte. Ik was maar een stagiair, dus ik mocht alleen de trappen en de dakranden van de huizen ontwerpen, maar ook daarbij merkte je hoeveel geld er beschikbaar was. Een trap kostte al een kapitaal door dure houtsoorten en glazen leuningen.”

Ook in Nederland hoopt hij zich uiteindelijk te kunnen toeleggen op niet alledaagse projecten. ,,Doordat ik bij Vvkh werk, doe ik dat eigenlijk al een beetje. Het is een gerenommeerd bureau dat soms bijzondere opdrachten krijgt. De architecten die hier werken horen naar mijn idee toch bij de kopgroep van de Nederlandse architecten. Hopelijk kan ik dat van mezelf later ookzeggen.”

Naam :Jeroen van Ameijde.

Leeftijd :26

Studie :bouwkunde

Afstudeerrichting :architectuur en bouwtechnologie

Woonplaats : Utrecht

Afstudeerjaar : 2002

Loopbaan :liep stage bij Büro B in Zwitserland, studeerde af op het onderwerp ‘geïntegreerd ontwerpen met behulp van de computer’ en werkt nu bij architectenbureau Vvkh (Verheijen Verkoren Knappers De Haan) in Leiden.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.