Campus

‘Solidariteit in tijd en ruimte’

Lisette de Boer (24, bijna 25), zevendejaars civiele techniek, wordt 13 april geïnstalleerd als lid van de Provinciale Staten. De nummer vier van de Groenlinks-lijst kijkt vooruit op vier jaar volksvertegenwoordiging.

Lisette de Boer (24, bijna 25), zevendejaars civiele techniek, wordt 13 april geïnstalleerd als lid van de Provinciale Staten. De nummer vier van de Groenlinks-lijst kijkt vooruit op vier jaar volksvertegenwoordiging.

,,Mij is van huis uit geen bijzonder politiek bewustzijn bijgebracht. Als ik al iets van mijn ouders had moeten meekrijgen dan was dat CDA of VVD, denk ik.” Niet dat haar lidmaatschap van Groenlinks tot grote spanningen heeft geleid, maar veel begrip voor haar politieke mening hebben haar ouders ook niet. ,,Mijn vader was visser, een zelfstandig ondernemer dus. Dat verklaart zijn liberale opvattingen misschien.”

Zelf is De Boer overigens pas sinds kort politiek geëngageerd. ,,Ik ben iemand die de krant leest, die weet wat er speelt. Maar pas een jaar of drie geleden ben ik lid geworden van Groenlinks, na een college ecologie. Wat mij aantrekt in de politiek van Groenlinks is de solidariteit. Solidariteit ten opzichte van de mensen om ons heen, maar ook ten opzichte van het milieu. Groenlinks kijkt vooruit. Wie zich bekommert om het milieu, bekommert zich om de generaties na ons. Solidariteit in tijd en ruimte dus.”

De Boer verwijt andere partijen dat ze kortzichtig zijn: ,,Je moet altijd je eigen welvaart ter discussie stellen.” Onder studenten leeft zo’n soort idealisme nog wel, maar toch kom je hen op de barricades of in de politiek niet tegen. De Boer: ,,Er zijn meer studenten lid van Greenpeace dan van alle politieke partijen bij elkaar. Ik dacht: als ik me ergens voor wil inzetten, waarom dan niet op de plek waar de beslissingen worden genomen?”
Slagvaardiger

Het afgelopen jaar zat De Boer in het partijbestuur van de afdeling Delft. Tijdens het campagne voeren voor de gemeenteraadverkiezingen besloot ze zich kandidaat te stellen voor Provinciale Staten. ,,Provinciale Staten zijn een soort tussenbestuur. Iets tussen de gemeenteraad en de Tweede Kamer in. PS houden zich voornamenlijk bezig met ruimtelijke ordening: het ruimtelijk beleid van de provincie. Ook een klein beetje **zorg, maar in verhouding erg weinig. Het gaat om bestemmingsplannen, Vinex-locaties, groenvoorzieningen en infrastructuur. Allemaal onderwerpen die me erg interesseren en op een schaalniveau dat me ligt. Daarnaast sta je een beetje in de luwte, dat vind ik ook prettig.”

Na een succesvolle sollicitatieprocedure kwam De Boer op de vierde plaats terecht op de lijst. ,,Groenlinks had vier zetels in de Provinciale Staten, dus ik voelde me redelijk zeker dat ik er in zou komen.” Na drie weken intensief campagne voeren, verdubbelde het aantal zetels tot acht, een enorm succes. ,,Het wordt nu veel makkelijker iets te bereiken. We hebben acht van de 83 zetels, daar worden we zeker slagvaardiger van.”

De historisch lage opkomst bij de verkiezingen, 43 procent,geeft aan dat de provinciale politiek niet leeft onder het publiek. De Boer: ,,Dat is een probleem. Provinciale issues zijn niet herkenbaar genoeg, hoewel je ziet dat op plekken waar wel iets gebeurt de opkomst een stuk hoger is. De Hoeksch***e Waard bijvoorbeeld, en de gemeenten die door Den Haag geannexeerd dreigen te worden.”
Artikel 19

Bang om niet serieus genomen te worden is De Boer niet, hoewel er niet veel studenten in de politiek zitten. Voor de SP is pas een negentienjarige Leidenaar in de Eerste Kamer terecht gekomen. De Boer: ,,Tja, dat begrijp ik niet zo goed. In de Eerste Kamer ben je meer op ervaring en op kennis van de wet aangewezen dan op gezond verstand. Ik ben heel benieuwd wat hij daar gaat doen.” De Boer heeft meer vertrouwen in lokale studentenpartijen als Stip. ,,Ik vind dat Stip het goed doet. Ze hebben laten zien dat ze meer zijn dan alleen een studentenpartij en ze zijn ondanks regelmatige persoonswisselingen toch goed georganiseerd.”

,,Wat ik graag zou zien gebeuren de komende vier jaar, is dat de provincie haar bevoegdheden beter gaat gebruiken. Wij hebben gewoon de mogelijkheid om iemand een flinke trap onder de kont te geven. Daarbij moeten Provinciale Staten zich wat principiëler opstellen.” De Boer ergert zich met name over het beleid ten aanzien van artikel 19-procedures: ,,Een gemeente kan een artikel 19-procedure opstarten wanneer ze iets wil bouwen of aanleggen dat niet in het bestemmingsplan staat. Tegenwoordig gaan Gedeputeerde Staten daar vaak mee akkoord. Zo wordt er steeds meer geknabbeld aan die moeizaam verkregen groenvoorzieningen.”

,,Ik heb intussen geleerd dat alles in de politiek ontzettend langzaam gaat. Daarom zet ik niet te hoog in.” Ze denkt even. ,,Het Groene Hart en de groenzones tussen de steden op slot voor artikel 19-procedures, ja dat zou ik wel willen. En afstuderen, dat ook.”

Lisette de Boer (24, bijna 25), zevendejaars civiele techniek, wordt 13 april geïnstalleerd als lid van de Provinciale Staten. De nummer vier van de Groenlinks-lijst kijkt vooruit op vier jaar volksvertegenwoordiging.

,,Mij is van huis uit geen bijzonder politiek bewustzijn bijgebracht. Als ik al iets van mijn ouders had moeten meekrijgen dan was dat CDA of VVD, denk ik.” Niet dat haar lidmaatschap van Groenlinks tot grote spanningen heeft geleid, maar veel begrip voor haar politieke mening hebben haar ouders ook niet. ,,Mijn vader was visser, een zelfstandig ondernemer dus. Dat verklaart zijn liberale opvattingen misschien.”

Zelf is De Boer overigens pas sinds kort politiek geëngageerd. ,,Ik ben iemand die de krant leest, die weet wat er speelt. Maar pas een jaar of drie geleden ben ik lid geworden van Groenlinks, na een college ecologie. Wat mij aantrekt in de politiek van Groenlinks is de solidariteit. Solidariteit ten opzichte van de mensen om ons heen, maar ook ten opzichte van het milieu. Groenlinks kijkt vooruit. Wie zich bekommert om het milieu, bekommert zich om de generaties na ons. Solidariteit in tijd en ruimte dus.”

De Boer verwijt andere partijen dat ze kortzichtig zijn: ,,Je moet altijd je eigen welvaart ter discussie stellen.” Onder studenten leeft zo’n soort idealisme nog wel, maar toch kom je hen op de barricades of in de politiek niet tegen. De Boer: ,,Er zijn meer studenten lid van Greenpeace dan van alle politieke partijen bij elkaar. Ik dacht: als ik me ergens voor wil inzetten, waarom dan niet op de plek waar de beslissingen worden genomen?”
Slagvaardiger

Het afgelopen jaar zat De Boer in het partijbestuur van de afdeling Delft. Tijdens het campagne voeren voor de gemeenteraadverkiezingen besloot ze zich kandidaat te stellen voor Provinciale Staten. ,,Provinciale Staten zijn een soort tussenbestuur. Iets tussen de gemeenteraad en de Tweede Kamer in. PS houden zich voornamenlijk bezig met ruimtelijke ordening: het ruimtelijk beleid van de provincie. Ook een klein beetje **zorg, maar in verhouding erg weinig. Het gaat om bestemmingsplannen, Vinex-locaties, groenvoorzieningen en infrastructuur. Allemaal onderwerpen die me erg interesseren en op een schaalniveau dat me ligt. Daarnaast sta je een beetje in de luwte, dat vind ik ook prettig.”

Na een succesvolle sollicitatieprocedure kwam De Boer op de vierde plaats terecht op de lijst. ,,Groenlinks had vier zetels in de Provinciale Staten, dus ik voelde me redelijk zeker dat ik er in zou komen.” Na drie weken intensief campagne voeren, verdubbelde het aantal zetels tot acht, een enorm succes. ,,Het wordt nu veel makkelijker iets te bereiken. We hebben acht van de 83 zetels, daar worden we zeker slagvaardiger van.”

De historisch lage opkomst bij de verkiezingen, 43 procent,geeft aan dat de provinciale politiek niet leeft onder het publiek. De Boer: ,,Dat is een probleem. Provinciale issues zijn niet herkenbaar genoeg, hoewel je ziet dat op plekken waar wel iets gebeurt de opkomst een stuk hoger is. De Hoeksch***e Waard bijvoorbeeld, en de gemeenten die door Den Haag geannexeerd dreigen te worden.”
Artikel 19

Bang om niet serieus genomen te worden is De Boer niet, hoewel er niet veel studenten in de politiek zitten. Voor de SP is pas een negentienjarige Leidenaar in de Eerste Kamer terecht gekomen. De Boer: ,,Tja, dat begrijp ik niet zo goed. In de Eerste Kamer ben je meer op ervaring en op kennis van de wet aangewezen dan op gezond verstand. Ik ben heel benieuwd wat hij daar gaat doen.” De Boer heeft meer vertrouwen in lokale studentenpartijen als Stip. ,,Ik vind dat Stip het goed doet. Ze hebben laten zien dat ze meer zijn dan alleen een studentenpartij en ze zijn ondanks regelmatige persoonswisselingen toch goed georganiseerd.”

,,Wat ik graag zou zien gebeuren de komende vier jaar, is dat de provincie haar bevoegdheden beter gaat gebruiken. Wij hebben gewoon de mogelijkheid om iemand een flinke trap onder de kont te geven. Daarbij moeten Provinciale Staten zich wat principiëler opstellen.” De Boer ergert zich met name over het beleid ten aanzien van artikel 19-procedures: ,,Een gemeente kan een artikel 19-procedure opstarten wanneer ze iets wil bouwen of aanleggen dat niet in het bestemmingsplan staat. Tegenwoordig gaan Gedeputeerde Staten daar vaak mee akkoord. Zo wordt er steeds meer geknabbeld aan die moeizaam verkregen groenvoorzieningen.”

,,Ik heb intussen geleerd dat alles in de politiek ontzettend langzaam gaat. Daarom zet ik niet te hoog in.” Ze denkt even. ,,Het Groene Hart en de groenzones tussen de steden op slot voor artikel 19-procedures, ja dat zou ik wel willen. En afstuderen, dat ook.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.