Campus

Sociale formule als monument

De Zuid-Afrikaanse nederzetting Genadendal werd ooit gesticht als toevluchtsoord voor kleurlingen en slaven. Genadendal is toe aan een grondige restauratie.

De faculteit Bouwkunde neemt de coördinatie op zich. Ook MSc-studenten leveren een bijdrage.

,,Genadendal was een toevluchtsoord voor kleurlingen en slaven uit Kaapstad. Ze kregen er huisvesting, werk en scholing”, vertelt prof.ir. Frits van Voorden van de afdeling restauratie, renovatie en hergebruik van de faculteit Bouwkunde. De nederzetting is omstreeks 1800 gesticht door zendelingen van de Evangelische Broedergemeente. Genadendal doet nog altijd dienst volgens het oorspronkelijke concept, maar restauratie is hard nodig. Samen met de dienst monumentenzorg van de provincie Westkaap gaat Van Voordens afdeling het restauratieproject van de nederzetting leiden.

Genadendal ligt op drie uur rijden van Kaapstad, ‘zo ver weg dat ze je niet konden pakken’. Van afstand gezien bieden de tientallen stralend witte huisjes een pittoresk aangezicht. De oorspronkelijke rieten daken hebben plaats gemaakt voor golfplaten. De gevels vertonen scheuren en zijn hier en daar ingestort. In de periode van de apartheid was er nauwelijks geld of aandacht voor Genadendal. ,,Niet verwonderlijk, want onder het apartheidsregime hoefden de kleurlingen niet op steun van de overheid te rekenen”, verklaart Van Voorden de erbarmelijke staat van de bebouwing. ,,De arbeidershuisjes zijn helemaal uitgewoond, bovendien zijn ze verstoken van moderne sanitaire voorzieningen. De enige oplossing is volledig herstel.”

Hooiberg

Het behoud van Genadendal als ideële gemeenschap is meer dan alleen een technische opgave. ,,Je moet besef hebben van de tekortkomingen en kwaliteiten van het geheel, voordat je begint met het restaureren van panden”, vindt Van Voorden, die eveneens werkzaam is bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. ,,Het monument van Genadendal is geen verzameling losse monumenten maar de sociale formule voor de kwetsbare woongemeenschap.”

Behoud van zowel de gebouwen als de functies is binnen de monumentenzorg het hoogst haalbare, doceert Van Voorden. Hij geeft het voorbeeld van een boerderij die een nieuwe bestemming krijgt als luxe woning, met twee Volvo’s onder de hooiberg en een slaapkamer op de plaats waar vroeger de koeien op stal stonden. ,,Het gebouw is dan weliswaar behouden, maar de functie die evengoed deel uitmaakt van de historische waarde is verdwenen”, legt Van Voorden uit. ,,In Genadendal worden daarom niet alleen de pareltjes in het centrum gerestaureerd, maar betrekken we ook de arbeidershuisjes in het plan.”

Zonder de Nederlandse subsidie is behoud van de functie van hetgebouw waarschijnlijk onmogelijk. ,,De arbeidershuisjes zouden dan gesloopt worden, of krijgen na restauratie een toeristische, commercieel rendabele functie, zoals een hotel. Het uiterlijk verandert dan weliswaar niet, maar de sociale identiteit gaat verloren.”

Bij de op handen zijnde restauratie mogen niet alleen toeristen en yuppen baat hebben, verduidelijkt Van Voorden. Toeristen zijn van harte welkom, maar de hiervoor benodigde horecavoorzieningen moeten hun plaats vinden met respect voor het bestaande sociale systeem. ,,Stimuleren van het toerisme biedt een kans om het weinig welvarende gebied een economisch fundament te geven.” Ook levert het werk aan nieuwkomers in de gemeenschap.

Pioniers

De subsidie is afkomstig van het programma gemeenschappelijk cultureel erfgoed van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Dit wil bijdragen aan de monumentenzorg op voor Nederland historische plekken in het buitenland, zoals de voormalige koloniën. De planvorming verloopt via Nederlandse kenniscentra, in dit geval de TU Delft.

Het gros van het subsidiebedrag is bestemd voor de restauratie zelf, uitgevoerd door lokale ondernemingen. Een deel van het budget is gereserveerd voor het vergaren van kennis over de aanpak van zo’n groot project.

,,In internationaal opzicht is het een pioniersproject”, aldus Van Voorden. ,,Voor het eerst wordt in een ontwikkelingsland de restauratie van een hele nederzetting integraal aangepakt.” In de huidige aanpak worden steeds losse onderdelen aangepakt % een fort hier, een kerk daar. Van Voorden en zijn sectie zijn erbij betrokken vanwege hun kennis en de ervaring met monumentenzorg in de voormalige koloniën. ,,Anders had de overheid net zo goed een adviesbureau kunnen inhuren”, zegt hij. De Delftse inbreng duurt drie jaar, het hele project beslaat ongeveer vijf jaar en kost 5,3 miljoen gulden.

Mandela

De faculteit Bouwkunde betrekt het restauratieproject in haar MSc-opleiding Renewal and redesign of city areas. MSc-studenten zullen naar Zuid-Afrika afreizen. De TU werkt samen met de universiteit van Kaapstad, vanwaar studenten naar Delft zullen komen. Twee jaar geleden brachten de twee universiteiten samen een advies uit over de manier van behoud van de nederzetting. De subsidieaanvraag is vervolgens samen met Monumentenzorg uitgewerkt. In het kader van dit project staan uitwisselingen van stafleden en juniorexperts op stapel, waaraan ook Unesco meewerkt.

Ook in Zuid-Afrika is er belangstelling voor het project. President Nelson Mandela begon na afschaffing van de apartheid met het financieel ondersteunen van de nederzetting, vanwege de voorbeeldfunctie voor de zorg voor sociaal zwakkeren. Uit eerbetoon noemde hij zijn eigen kantoor in Kaapstad Genadendal.

De Zuid-Afrikaanse nederzetting Genadendal werd ooit gesticht als toevluchtsoord voor kleurlingen en slaven. Genadendal is toe aan een grondige restauratie. De faculteit Bouwkunde neemt de coördinatie op zich. Ook MSc-studenten leveren een bijdrage.

,,Genadendal was een toevluchtsoord voor kleurlingen en slaven uit Kaapstad. Ze kregen er huisvesting, werk en scholing”, vertelt prof.ir. Frits van Voorden van de afdeling restauratie, renovatie en hergebruik van de faculteit Bouwkunde. De nederzetting is omstreeks 1800 gesticht door zendelingen van de Evangelische Broedergemeente. Genadendal doet nog altijd dienst volgens het oorspronkelijke concept, maar restauratie is hard nodig. Samen met de dienst monumentenzorg van de provincie Westkaap gaat Van Voordens afdeling het restauratieproject van de nederzetting leiden.

Genadendal ligt op drie uur rijden van Kaapstad, ‘zo ver weg dat ze je niet konden pakken’. Van afstand gezien bieden de tientallen stralend witte huisjes een pittoresk aangezicht. De oorspronkelijke rieten daken hebben plaats gemaakt voor golfplaten. De gevels vertonen scheuren en zijn hier en daar ingestort. In de periode van de apartheid was er nauwelijks geld of aandacht voor Genadendal. ,,Niet verwonderlijk, want onder het apartheidsregime hoefden de kleurlingen niet op steun van de overheid te rekenen”, verklaart Van Voorden de erbarmelijke staat van de bebouwing. ,,De arbeidershuisjes zijn helemaal uitgewoond, bovendien zijn ze verstoken van moderne sanitaire voorzieningen. De enige oplossing is volledig herstel.”

Hooiberg

Het behoud van Genadendal als ideële gemeenschap is meer dan alleen een technische opgave. ,,Je moet besef hebben van de tekortkomingen en kwaliteiten van het geheel, voordat je begint met het restaureren van panden”, vindt Van Voorden, die eveneens werkzaam is bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. ,,Het monument van Genadendal is geen verzameling losse monumenten maar de sociale formule voor de kwetsbare woongemeenschap.”

Behoud van zowel de gebouwen als de functies is binnen de monumentenzorg het hoogst haalbare, doceert Van Voorden. Hij geeft het voorbeeld van een boerderij die een nieuwe bestemming krijgt als luxe woning, met twee Volvo’s onder de hooiberg en een slaapkamer op de plaats waar vroeger de koeien op stal stonden. ,,Het gebouw is dan weliswaar behouden, maar de functie die evengoed deel uitmaakt van de historische waarde is verdwenen”, legt Van Voorden uit. ,,In Genadendal worden daarom niet alleen de pareltjes in het centrum gerestaureerd, maar betrekken we ook de arbeidershuisjes in het plan.”

Zonder de Nederlandse subsidie is behoud van de functie van hetgebouw waarschijnlijk onmogelijk. ,,De arbeidershuisjes zouden dan gesloopt worden, of krijgen na restauratie een toeristische, commercieel rendabele functie, zoals een hotel. Het uiterlijk verandert dan weliswaar niet, maar de sociale identiteit gaat verloren.”

Bij de op handen zijnde restauratie mogen niet alleen toeristen en yuppen baat hebben, verduidelijkt Van Voorden. Toeristen zijn van harte welkom, maar de hiervoor benodigde horecavoorzieningen moeten hun plaats vinden met respect voor het bestaande sociale systeem. ,,Stimuleren van het toerisme biedt een kans om het weinig welvarende gebied een economisch fundament te geven.” Ook levert het werk aan nieuwkomers in de gemeenschap.

Pioniers

De subsidie is afkomstig van het programma gemeenschappelijk cultureel erfgoed van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Dit wil bijdragen aan de monumentenzorg op voor Nederland historische plekken in het buitenland, zoals de voormalige koloniën. De planvorming verloopt via Nederlandse kenniscentra, in dit geval de TU Delft.

Het gros van het subsidiebedrag is bestemd voor de restauratie zelf, uitgevoerd door lokale ondernemingen. Een deel van het budget is gereserveerd voor het vergaren van kennis over de aanpak van zo’n groot project.

,,In internationaal opzicht is het een pioniersproject”, aldus Van Voorden. ,,Voor het eerst wordt in een ontwikkelingsland de restauratie van een hele nederzetting integraal aangepakt.” In de huidige aanpak worden steeds losse onderdelen aangepakt % een fort hier, een kerk daar. Van Voorden en zijn sectie zijn erbij betrokken vanwege hun kennis en de ervaring met monumentenzorg in de voormalige koloniën. ,,Anders had de overheid net zo goed een adviesbureau kunnen inhuren”, zegt hij. De Delftse inbreng duurt drie jaar, het hele project beslaat ongeveer vijf jaar en kost 5,3 miljoen gulden.

Mandela

De faculteit Bouwkunde betrekt het restauratieproject in haar MSc-opleiding Renewal and redesign of city areas. MSc-studenten zullen naar Zuid-Afrika afreizen. De TU werkt samen met de universiteit van Kaapstad, vanwaar studenten naar Delft zullen komen. Twee jaar geleden brachten de twee universiteiten samen een advies uit over de manier van behoud van de nederzetting. De subsidieaanvraag is vervolgens samen met Monumentenzorg uitgewerkt. In het kader van dit project staan uitwisselingen van stafleden en juniorexperts op stapel, waaraan ook Unesco meewerkt.

Ook in Zuid-Afrika is er belangstelling voor het project. President Nelson Mandela begon na afschaffing van de apartheid met het financieel ondersteunen van de nederzetting, vanwege de voorbeeldfunctie voor de zorg voor sociaal zwakkeren. Uit eerbetoon noemde hij zijn eigen kantoor in Kaapstad Genadendal.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.