Onderwijs

Sociaal Economische Raad veegt met HOOP vloer aan

Het Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan (HOOP) is een bezuinigingsplan dat de kwaliteit en toegankelijkheid van het hoger onderwijs bedreigt. Het dringt universiteiten en hogescholen verantwoordelijkheden op voor zaken die zij nauwelijks kunnen beïnvloeden.

Bovendien bevat het voorstellen waar het onderwijs niets voor voelt.

Dat schrijft de Sociaal Economische Raad (SER) in een advies over het concept-HOOP 1996, dat vorige week naar minister Ritzen is gestuurd. Het HOOP wordt in januari in de Tweede Kamer behandeld. In de SER komen vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties samen met deskundige kroonleden.

Het commentaar van de SER op de plannen van minister Ritzen en staatssecretaris Nuis is vernietigend. De SER hekelt de allesoverheersende drang tot bezuinigen in het HOOP. Het budget bepaalt wat wel en niet kan. Het uitgangspunt zou juist moeten zijn wat Ritzen en Nuis met het hoger onderwijs willen. De bewindslieden dwingen de universiteiten bijvoorbeeld om het aantal studenten fors te verminderen. Het is volgens de SER echter zeer de vraag of dat lukt. ,,Een kostenreductie moet het resultaat zijn en niet een vooraf opgelegde taakstelling”, aldus de SER.

De bezuinigingen op het hoger onderwijs bedreigen de kwaliteit en toegankelijkheid, waarschuwt de SER. De invoering van een driejarig hbo voor mbo-ers en vwo-ers en de vermindering van de studiefinanciering zullen studenten afschrikken. Dat is kwalijk, omdat het voor Nederland van groot belang is dat het hoger onderwijs druk bevolkt blijft. Ook de vrijheid voor instellingen om zelf een numerus fixus in te stellen kan volgens de SER de toegang ‘geweld aandoen’.

De SER wijst driejarige opleidingen aan de universiteiten af. De raad ziet niet in hoe zo’n opleiding zowel in wetenschap geïnteresseerde studenten kan trekken, als studenten die na drie jaar de arbeidsmarkt op willen. Ook vervaagt door deze korte opleidingen het verschil met het hbo.

Star en uniform

De raad betreurt ook de ‘starre, uniforme’ verkorting van de cursusduur voor mbo-ers en vwo-ers in het hbo. Het is beter dat de hogescholen zelf een oplossing bedenken voor de beoogde bezuiniging op de studiefinanciering. Zo kunnen zij maatwerk leveren, aldus de SER. De Hbo-Raad heeft dit onlangs ook aan minister Ritzen voorgesteld.

Volgens het HOOP mogen universitaire topopleidingen studenten aan de poort selecteren. De SER wijst dat af. ,,Een topopleiding dient haar faam te ontlenen aan de kwaliteit van haar onderzoek en onderwijs; de beste studenten komen dan vanzelf.”

De SER looft het initiatief om professional master-opleidingen in het hbo mogelijk te maken. Ook academici met een zekere werkervaring moeten zulke opleidingen kunnen volgen, aldus de SER. (HOP/P.E.)

Pieter Evelein

Het Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan (HOOP) is een bezuinigingsplan dat de kwaliteit en toegankelijkheid van het hoger onderwijs bedreigt. Het dringt universiteiten en hogescholen verantwoordelijkheden op voor zaken die zij nauwelijks kunnen beïnvloeden. Bovendien bevat het voorstellen waar het onderwijs niets voor voelt.

Dat schrijft de Sociaal Economische Raad (SER) in een advies over het concept-HOOP 1996, dat vorige week naar minister Ritzen is gestuurd. Het HOOP wordt in januari in de Tweede Kamer behandeld. In de SER komen vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties samen met deskundige kroonleden.

Het commentaar van de SER op de plannen van minister Ritzen en staatssecretaris Nuis is vernietigend. De SER hekelt de allesoverheersende drang tot bezuinigen in het HOOP. Het budget bepaalt wat wel en niet kan. Het uitgangspunt zou juist moeten zijn wat Ritzen en Nuis met het hoger onderwijs willen. De bewindslieden dwingen de universiteiten bijvoorbeeld om het aantal studenten fors te verminderen. Het is volgens de SER echter zeer de vraag of dat lukt. ,,Een kostenreductie moet het resultaat zijn en niet een vooraf opgelegde taakstelling”, aldus de SER.

De bezuinigingen op het hoger onderwijs bedreigen de kwaliteit en toegankelijkheid, waarschuwt de SER. De invoering van een driejarig hbo voor mbo-ers en vwo-ers en de vermindering van de studiefinanciering zullen studenten afschrikken. Dat is kwalijk, omdat het voor Nederland van groot belang is dat het hoger onderwijs druk bevolkt blijft. Ook de vrijheid voor instellingen om zelf een numerus fixus in te stellen kan volgens de SER de toegang ‘geweld aandoen’.

De SER wijst driejarige opleidingen aan de universiteiten af. De raad ziet niet in hoe zo’n opleiding zowel in wetenschap geïnteresseerde studenten kan trekken, als studenten die na drie jaar de arbeidsmarkt op willen. Ook vervaagt door deze korte opleidingen het verschil met het hbo.

Star en uniform

De raad betreurt ook de ‘starre, uniforme’ verkorting van de cursusduur voor mbo-ers en vwo-ers in het hbo. Het is beter dat de hogescholen zelf een oplossing bedenken voor de beoogde bezuiniging op de studiefinanciering. Zo kunnen zij maatwerk leveren, aldus de SER. De Hbo-Raad heeft dit onlangs ook aan minister Ritzen voorgesteld.

Volgens het HOOP mogen universitaire topopleidingen studenten aan de poort selecteren. De SER wijst dat af. ,,Een topopleiding dient haar faam te ontlenen aan de kwaliteit van haar onderzoek en onderwijs; de beste studenten komen dan vanzelf.”

De SER looft het initiatief om professional master-opleidingen in het hbo mogelijk te maken. Ook academici met een zekere werkervaring moeten zulke opleidingen kunnen volgen, aldus de SER. (HOP/P.E.)

Pieter Evelein

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.