Intergetijdengebieden worden ze genoemd: stukken land die beurtelings onderlopen en droogvallen met het getij. Ze zijn essentieel voor trekvogels, oesters en zeehonden. Maar door kustverdediging, inpoldering en zeespiegelstijging nemen deze gebieden in Nederland gestaag af: van 12% in 1900 naar 4 % nu.
Vertegenwoordigers van Boskalis, WNF en Deltares presenteerden donderdag 17 februari 2022 tijdens een SpraakWater webinar een gezamenlijk plan om het tij te keren met een ‘nationale sedimentstrategie’. De bedoeling is om platen in de Zeeuwse Delta te versterken met 1 miljard kubieke meter slib per jaar. Is dat veel? Niet in het perspectief van de 12 miljard kuub die jaarlijks voor suppletie van strand en duinen wordt gebruikt.
Slib is sexyer dan mensen denken, zei waterbouwkundige Marcel Taal (Deltares) die van de zandmotor geen genoeg kan krijgen. In de Zeeuwse Delta kan slib ingewonnen worden door getijdenbeweging terug te brengen, en gebieden aan te leggen waar slib (zwevende deeltjes in het water) kan bezinken. De vooroevers die zo ontstaan dragen bij aan de kustbescherming en groeien mee met de zeespiegelstijging, aldus WNF-ecoloog Bas Roels.
TU Delft hoogleraar ecologische waterbouw Peter Herman ondersteunt het initiatief en onderstreept het belang van de intergetijdengebieden voor de miljoen trekvogels die foerageren in de Zeeuwse Delta; hun laatste stop voor een vlucht van 4.000 kilometer.
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
j.w.wassink@tudelft.nl
Comments are closed.