In de vroege ochtend van zondag 16 maart zakte in Valkenburg de 30 meter hoge monumentale Wilhelminatoren in elkaar. Hoe kan dat? vroeg Delta aan hoogleraar constructies van gebouwen en bruggen Rob Nijsse.
Hulpdiensten bij de Wilhelminatoren in Valkenburg die is ingestort. De uitkijktoren op de Heunsberg, een rijksmonument, is een bekende trekpleister in de Zuid-Limburgse plaats. (Foto: ANP / Marcel van Hoorn)
Translation in progress
De beroerde bouwkundige staat van het Valkenburgse monument uit 1906 was bekend. Er stond groot onderhoud gepland sinds in 2002 betonrot geconstateerd was. Tot uitvoering was het nog niet gekomen, en dat is volgens Nijsse geen uitzondering.
Monumentenzorg
Zijn indruk wordt gestaafd door de Rijkdienst voor het Cultureel Erfgoed die stelt dat 14 procent van de bij hun geregistreerde monumenten in slechte bouwkundige staat zijn. ‘Wat overigens niet betekent dat ze op instorten staan’ voegt de RCE eraan toe. Op een bestand van 63 duizend monumenten gaat het om een kleine 9.000 gebouwen in slechte staat. “We kunnen in de toekomst dus zeer waarschijnlijk meer van dit soort instortingen verwachten”, concludeert Nijsse.
Die beroerde staat van onderhoud is geen toeval, maar is helaas kenmerkend voor monumenten. Voordat daaraan groot onderhoud gepleegd kan worden, moet de eigenaar eerst toestemming vragen. Vervolgens zijn de kosten meestal ongebruikelijk hoog doordat er oude technieken en slechte materialen zijn toegepast. En tot slot is de subsidie voor dit soort restauraties beperkt zodat de eigenaren zelf flink zullen moeten investeren in hun monument. En lang niet iedereen kan of wil dat opbrengen.
Betonnen kroon
Het betonrot dat in de media genoemd wordt, beperkte zich volgens Nijsse tot de betonnen kroon die in 1930 boven op de toren van gestapelde blokken mergelsteen werd geplaatst. Deze kroon met lichtkruis verving het houten dak dat er eerder verschillende malen van af was gewaaid. Betonrot betekent inwatering, roestend betonijzer en afgesprongen betonfragmenten.
“Maar daaronder staat dus die gestapelde toren van mergelblokken die in 1906 gebouwd is. Dat metselwerk zal niet meer van geweldige kwaliteit geweest zijn. Dat is na ruim honderd jaar wel aan zijn levenseinde.”
‘Door de zon zet de zuidkant van de toren uit terwijl de noordkant koud blijft’
Wat slecht gemetselde gestapelde stenen doen onder druk, weet Nijsse nog van fabrieksschoorstenen die in de jaren ’70 van de vorige eeuw instortten. Het is volgens hem dan ook geen toeval dat de toren bezweek in de koude nacht na een van de eerste warme dagen. Want wat gebeurt er?
“Overdag is de zon half maart al behoorlijk sterk waardoor de zuidkant van de toren flink warm wordt en uitzet. De noordkant staat niet in de zon en blijft koud. Dus die toren krijgt een heel rare uitzetting en er komt trekspanning in het materiaal waardoor voegen lostrekken. ’s Nachts krimpt alles weer. Die excentrische betonnen kroon heeft met zijn scheve belasting net het laatste stootje kunnen geven waardoor de toren onderuit is gegaan.”
Herbouw
De NOS meldt dat de burgmeester van Valkenburg, Daan Prevoo, samen met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed bekijkt wat er van de toren nog behouden kan blijven. De herbouw van de attractie hoopt hij te financieren met een crowdfunding.
- Lees ook bij NOS: Wilhelminatoren in Valkenburg moest worden opgeknapt wegens betonrot

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
j.w.wassink@tudelft.nl
Comments are closed.