Recente aanwinsten van de bibliotheek die ook voor interessant zijn voor niet-vakspecialisten.Hans van de Braak is een socioloog die over technologie schrijft.
Het aardige van The Prometheus complex, man’s obsession with superior technology (Amersfoort, Enzo Press, 1995) is dat het nu eens niet beschrijft hoe de rationalisering om zich heen grijpt. Integendeel, Van de Braak concentreert zich op de onderbewuste motieven achter de technologische vooruitgang, van de antieke taboes op mijnbouw (het stelen van de organen van moeder aarde) tot de auto als fallussymbool. Zijn historische analyse is leesbaar en goed onderbouwd, hoewel hij zich af en toe schuldig lijkt te maken aan over-interpretatie, maar dat risico zit er bij een zoektocht naar psychologische drijfveren altijd in.
De onderbewuste technologie-drang noemt Van de Braak ‘het Prometheus complex’, naar analogie van het Oedipus complex. Dat geeft al enigszins aan dat hij het als een soort afwijking ziet. En inderdaad, in de inleiding valt te lezen dat hij de technologische vooruitgang als de voornaamste bedreiging voor de mensheid ziet. Het Prometheus complex dient behandeld te worden, zodat de mensen zich een levensstijl zullen aanmeten die geen stijging van de entropie met zich meebrengt. Dat die stijging een onwrikbare natuurwet is, hoeft voor new-agers gelukkig geen beletsel te zijn.
Technologie en maatschappij, maar dan op een ander (entropieverhogend) niveau, komen ook aan de orde in Managing technology in society, the approach of constructive technology assessment (Londen, Pinter, 1995) onder redactie van Arie Rip, Thomas Misa en Johan Schot . Het boek bevat een aantal artikelen over het inpassen (in plaats van simpelweg droppen) van technologie in de maatschappij. Dat het milieu daarbij een belangrijke rol speelt, spreekt vanzelf. De nadruk ligt in alle gevallen op het beheersbaar maken van de ontwikkelingen. Kortom het boek is degelijker maar ook saaier dan dat van Van de Braak.
Even iets anders nu. Wie eindelijk eens die eigen homepage wil maken, kan veel hebben aan Laura Lemay, Werken met HTML; maak uw eigen www-pagina’s (Schoonhoven, Academic Service, 1995) . Een duidelijke handleiding op dummy-niveau, die bij het ter perse gaan van deze Delta uitgeleend is. Er staan ook al acht reserveringen voor, dus dat wordt toch weer wachten. Maar wie liever lui dan moe is, zoekt natuurlijk op het web een leuke homepage op, haalt de file binnen en zet zijn eigen tekst en plaatjes tussen de codes.
Tot slot, in de categorie ‘bestaat dat ook dan’, Louis Kauffman (redactie), Knots and applications (Singapore, World Scientific, 1995) . Geen padvinderijboek, maar heftige wiskunde, deel vijf in de serie Knots and everything. Knooptheorie blijkt voor van alles en nog wat handig te zijn. Voor scheikundigen staat er in het boek bijvoorbeeld eenrecept om een moleculaire Möbius-ring (een riem met een halve slag erin) te maken.
Recente aanwinsten van de bibliotheek die ook voor interessant zijn voor niet-vakspecialisten.
Hans van de Braak is een socioloog die over technologie schrijft. Het aardige van The Prometheus complex, man’s obsession with superior technology (Amersfoort, Enzo Press, 1995) is dat het nu eens niet beschrijft hoe de rationalisering om zich heen grijpt. Integendeel, Van de Braak concentreert zich op de onderbewuste motieven achter de technologische vooruitgang, van de antieke taboes op mijnbouw (het stelen van de organen van moeder aarde) tot de auto als fallussymbool. Zijn historische analyse is leesbaar en goed onderbouwd, hoewel hij zich af en toe schuldig lijkt te maken aan over-interpretatie, maar dat risico zit er bij een zoektocht naar psychologische drijfveren altijd in.
De onderbewuste technologie-drang noemt Van de Braak ‘het Prometheus complex’, naar analogie van het Oedipus complex. Dat geeft al enigszins aan dat hij het als een soort afwijking ziet. En inderdaad, in de inleiding valt te lezen dat hij de technologische vooruitgang als de voornaamste bedreiging voor de mensheid ziet. Het Prometheus complex dient behandeld te worden, zodat de mensen zich een levensstijl zullen aanmeten die geen stijging van de entropie met zich meebrengt. Dat die stijging een onwrikbare natuurwet is, hoeft voor new-agers gelukkig geen beletsel te zijn.
Technologie en maatschappij, maar dan op een ander (entropieverhogend) niveau, komen ook aan de orde in Managing technology in society, the approach of constructive technology assessment (Londen, Pinter, 1995) onder redactie van Arie Rip, Thomas Misa en Johan Schot . Het boek bevat een aantal artikelen over het inpassen (in plaats van simpelweg droppen) van technologie in de maatschappij. Dat het milieu daarbij een belangrijke rol speelt, spreekt vanzelf. De nadruk ligt in alle gevallen op het beheersbaar maken van de ontwikkelingen. Kortom het boek is degelijker maar ook saaier dan dat van Van de Braak.
Even iets anders nu. Wie eindelijk eens die eigen homepage wil maken, kan veel hebben aan Laura Lemay, Werken met HTML; maak uw eigen www-pagina’s (Schoonhoven, Academic Service, 1995) . Een duidelijke handleiding op dummy-niveau, die bij het ter perse gaan van deze Delta uitgeleend is. Er staan ook al acht reserveringen voor, dus dat wordt toch weer wachten. Maar wie liever lui dan moe is, zoekt natuurlijk op het web een leuke homepage op, haalt de file binnen en zet zijn eigen tekst en plaatjes tussen de codes.
Tot slot, in de categorie ‘bestaat dat ook dan’, Louis Kauffman (redactie), Knots and applications (Singapore, World Scientific, 1995) . Geen padvinderijboek, maar heftige wiskunde, deel vijf in de serie Knots and everything. Knooptheorie blijkt voor van alles en nog wat handig te zijn. Voor scheikundigen staat er in het boek bijvoorbeeld eenrecept om een moleculaire Möbius-ring (een riem met een halve slag erin) te maken.
Comments are closed.