Recente aanwinsten van de bibliotheek die ook interessant zijn voor niet-vakspecialisten.Bij Skoda denkt men al gauw aan koekblikken op wielen.
Bernd-Wilfried Kiesler laat in Skoda-Automobile, Zukunft durch Tradition (Bielefeld, Delius Klasing, 1995) zien dat de meer dan honderd jaar oude machinefabriek uit Tsjechië voor meer staat dan massaproduktie van gedateerde ontwerpen. De PR-afdeling van Skoda heeft duidelijk over de schouder van de schrijver meegekeken, maar niettemin is het een genietbaar boek gebleven.
De werkplaats van Emil Skoda bouwde in eerste instantie wapentuig, stoom- en andere machines, locomotieven en dergelijke. In de auto-industrie kwam het terecht door overname van Laurin & Klement, in 1895 begonnen als fabriek van fietsen en motorfietsen (de eerste officiële wereldkampioen werd dat op een Skoda) en sinds 1905 actief als automobiel-bouwer. De modellen uit de eerste jaren voldoen aan alle (ontwerp)eisen die men indertijd stelde. Skoda bouwde ook een reputatie als race-auto op en was zelfs enige tijd in het bezit van het wereld-snelheidsrecord.
Ook na de communistische overname van 1948 slaagde Skoda erin eigentijdse modellen te blijven bouwen, maar op den duur raakte de sleet erin. Skoda (door Tsjechen ook wel ‘Skodillac’ genoemd) werd geacht vooral veel vehikels te produceren. Pas in de jaren tachtig, dankzij Italiaanse designers, samenwerking met Volkswagen en politieke dooi, begon Skoda weer op te krabbelen. Hoewel nog enigszins hoekig is de Favorit en alleszins acceptabele verschijning.
Iets totaal anders is Ian Stewart, Nature’s numbers, the unreal reality of mathematics (New York, Basic Books, 1995) . Stewart, erkend popularisator van de wiskunde, buigt zich hierin over de dictatuur van het getal. De natuur, zelfs waar zij chaotisch lijkt, wordt geregeerd door getallen, legt Stewart uit. Dat is geen erg verrassende mededeling, maar hij weet het goed te brengen. Mooi gevonden is de titel van het achtste hoofdstuk ‘Do dice play God’, als variant op Einsteins ‘God doesn’t play dice’. Een aardig boek over de ontwikkeling van de wiskunde in de afgelopen paar eeuwen, maar met weinig nieuwe gezichtspunten voor wie daar al het nodige over weet.
Frederick Brooks, The mythical man-month, essays on software engineering (Reading Mass., Addison-Wesley, 1995) verscheen oorspronkelijk in 1975, een tijdperk waarin nog nauwelijks kritisch naar de kosten van informatiesystemen werd gekeken. Men modderde maar wat aan, zou je kunnen zeggen. Brooks’ boek, waarvan nu een uitgebreide ‘verjaardags-editie’ is verschenen, bracht daar verandering in.
Het centrale argument van Brooks is dat de omvang van taken niet zomaar in manjaren is uit te drukken. Voor eenvoudig opdeelbare taken geldt dat misschien wel: twee keer zoveel zakjesplakkers betekent twee keer zo snel klaar. Maar zodra communicatie nodig is, gaat dat niet meer op. Toename van het aantal medewerkers kan dan zelfs leiden tot extra vertraging, een fenomeen dat bekend werd als de Wet van Brooks. Het gaatdus om het vinden van een optimum, betoogt Brooks, die uiteraard een accent legt op software-engineering, maar zinnige dingen te melden heeft voor iedereen die geïnteresseerd is in de organisatie van arbeid.
Recente aanwinsten van de bibliotheek die ook interessant zijn voor niet-vakspecialisten.
Bij Skoda denkt men al gauw aan koekblikken op wielen. Bernd-Wilfried Kiesler laat in Skoda-Automobile, Zukunft durch Tradition (Bielefeld, Delius Klasing, 1995) zien dat de meer dan honderd jaar oude machinefabriek uit Tsjechië voor meer staat dan massaproduktie van gedateerde ontwerpen. De PR-afdeling van Skoda heeft duidelijk over de schouder van de schrijver meegekeken, maar niettemin is het een genietbaar boek gebleven.
De werkplaats van Emil Skoda bouwde in eerste instantie wapentuig, stoom- en andere machines, locomotieven en dergelijke. In de auto-industrie kwam het terecht door overname van Laurin & Klement, in 1895 begonnen als fabriek van fietsen en motorfietsen (de eerste officiële wereldkampioen werd dat op een Skoda) en sinds 1905 actief als automobiel-bouwer. De modellen uit de eerste jaren voldoen aan alle (ontwerp)eisen die men indertijd stelde. Skoda bouwde ook een reputatie als race-auto op en was zelfs enige tijd in het bezit van het wereld-snelheidsrecord.
Ook na de communistische overname van 1948 slaagde Skoda erin eigentijdse modellen te blijven bouwen, maar op den duur raakte de sleet erin. Skoda (door Tsjechen ook wel ‘Skodillac’ genoemd) werd geacht vooral veel vehikels te produceren. Pas in de jaren tachtig, dankzij Italiaanse designers, samenwerking met Volkswagen en politieke dooi, begon Skoda weer op te krabbelen. Hoewel nog enigszins hoekig is de Favorit en alleszins acceptabele verschijning.
Iets totaal anders is Ian Stewart, Nature’s numbers, the unreal reality of mathematics (New York, Basic Books, 1995) . Stewart, erkend popularisator van de wiskunde, buigt zich hierin over de dictatuur van het getal. De natuur, zelfs waar zij chaotisch lijkt, wordt geregeerd door getallen, legt Stewart uit. Dat is geen erg verrassende mededeling, maar hij weet het goed te brengen. Mooi gevonden is de titel van het achtste hoofdstuk ‘Do dice play God’, als variant op Einsteins ‘God doesn’t play dice’. Een aardig boek over de ontwikkeling van de wiskunde in de afgelopen paar eeuwen, maar met weinig nieuwe gezichtspunten voor wie daar al het nodige over weet.
Frederick Brooks, The mythical man-month, essays on software engineering (Reading Mass., Addison-Wesley, 1995) verscheen oorspronkelijk in 1975, een tijdperk waarin nog nauwelijks kritisch naar de kosten van informatiesystemen werd gekeken. Men modderde maar wat aan, zou je kunnen zeggen. Brooks’ boek, waarvan nu een uitgebreide ‘verjaardags-editie’ is verschenen, bracht daar verandering in.
Het centrale argument van Brooks is dat de omvang van taken niet zomaar in manjaren is uit te drukken. Voor eenvoudig opdeelbare taken geldt dat misschien wel: twee keer zoveel zakjesplakkers betekent twee keer zo snel klaar. Maar zodra communicatie nodig is, gaat dat niet meer op. Toename van het aantal medewerkers kan dan zelfs leiden tot extra vertraging, een fenomeen dat bekend werd als de Wet van Brooks. Het gaatdus om het vinden van een optimum, betoogt Brooks, die uiteraard een accent legt op software-engineering, maar zinnige dingen te melden heeft voor iedereen die geïnteresseerd is in de organisatie van arbeid.
Comments are closed.