Opinie

Schaars geld voor verdwaalde toeristen

Stel, je leent aan een stichting een flinke som geld. Je spreekt af dat die stichting dat bedrag zal terugbetalen zodra sponsors met hun bijdrage over de brug komen.

Dat lukt vast, want het doel spreekt zowel de geldschieter als de stichting zeer aan, dus waarom zou dat niet gelden voor sponsors? Stel, de sponsors hebben een andere mening en de geleende som geld kan niet worden terugbetaald. Dan heb je als stichting toch een probleem zou je denken.

Mis, want de geldschieter heet TU Delft en die vindt het doél van het opzetten van een eigen Techniek Museum nog steeds prachtig. Ze stelt zelfs krachtig: ,,We moeten de moed hebben om hardop uit te spreken dat de TU Delft een museum moét, maar ook wìl, hebben.”

Zo, steek dat maar in je zak. Dat dacht ook vast die stichting, want afgezien van de schuld van 1,3 miljoen gulden, was het exploitatietekort inmiddels opgelopen tot ruim 600 duizend gulden, ondanks de jaarlijkse subsidie van anderhalve ton van de geldschieter. De geldschieter besloot het exploitatietekort voorlopig maar niet in te vorderen. En de rente van die geleende 1,3 miljoen? Die hoefden ze voorlopig ook niet te betalen.

Stel, de geldschieter is zo filantropisch ingesteld dat hij besluit niet jaarlijks anderhalve ton cadeau te doen, maar dat op te hogen tot drie ton per jaar, en daarnaast eventuele exploitatietekorten te dekken tot een maximum van twee ton per jaar. De geldschieter is ook suikeroom en laat de stichting niet betalen voor huisvesting en service.

Stel dat dat allemaal gebeurt, dan denk je als buitenstaander toch dat de geldschieter stinkend rijk is en zó van het belang van het doel is overtuigd dat hij daar alles voor over heeft? Alweer mis. De geldschieter/suikeroom zit zelf zó in de financiële problemen, dat hij in eigen huis grootscheepse reorganisaties op touw heeft gezet om te kunnen overleven.
Piepklein

Het doel van de geldschieter is ,,een Techniek Museum in Delft als venster voor belangstellende buitenstaanders, om kennis te nemen van of belangstelling te wekken voor, techniek en de wetenschappelijke ontwikkeling ervan in Delft”. Heel mooi, maar waarom kiest die geldschieter dan voor een piepklein raampje in een piepklein plaatsje, waar maar een paar mensjes naar een piepklein museumpje komen kijken? Zo bereikt hij toch nooit zijn doel? Zijn er dan geen alternatieven? Alternatieven die mogelijk minder geld kosten, maar beter het doel bereiken? Jawel hoor, en die alternatieven zijn door een piepkleine fractie van de universiteitsraad met niet mis te verstane bewoordingen onder de aandacht van de geldschieter gebracht en wel als volgt.

Stel, je huurt ruimte in het Nationale Techniek Museum, dat in Amsterdam gebouwd wordt. Stel dat we ons nu eens nationaal en internationaal presenteren door een groot raam, in een grote stad aan een breed, nationaal en internationaal publiek. Stel dat dat doelmatiger zou zijn en dat dat veel minder geld zou kosten. Is dat geen idee om verder uit te werken?

Mis, mis, alweer mis. Geldgebrek is nu niet aan de orde en die piepkleine fractie moest eens meer gevoel tonen voor het eigen erfgoed! En bij stemming wordt Klein Duimpje terecht gewezen voor zijn stoutmoedigheid om de grote Reus zo’n eenvoudige les te lezen.

Zo blijft de TU Delft minstens tot het jaar 2000 haar schaarse geld besteden aan het tentoonstellen van haar technisch erfgoed aan een paar verdwaalde toeristen, door een piepklein raampje in een piepklein plaatsje. De geldschieter zou zijn sprookjesboek er nog eens op na moeten slaan. Dan zou de Reus lezen dat Klein Duimpje hem de laatste jaren meerdere malen te slim af is geweest.

Christian Jongeneel

Stel, je leent aan een stichting een flinke som geld. Je spreekt af dat die stichting dat bedrag zal terugbetalen zodra sponsors met hun bijdrage over de brug komen. Dat lukt vast, want het doel spreekt zowel de geldschieter als de stichting zeer aan, dus waarom zou dat niet gelden voor sponsors? Stel, de sponsors hebben een andere mening en de geleende som geld kan niet worden terugbetaald. Dan heb je als stichting toch een probleem zou je denken.

Mis, want de geldschieter heet TU Delft en die vindt het doél van het opzetten van een eigen Techniek Museum nog steeds prachtig. Ze stelt zelfs krachtig: ,,We moeten de moed hebben om hardop uit te spreken dat de TU Delft een museum moét, maar ook wìl, hebben.”

Zo, steek dat maar in je zak. Dat dacht ook vast die stichting, want afgezien van de schuld van 1,3 miljoen gulden, was het exploitatietekort inmiddels opgelopen tot ruim 600 duizend gulden, ondanks de jaarlijkse subsidie van anderhalve ton van de geldschieter. De geldschieter besloot het exploitatietekort voorlopig maar niet in te vorderen. En de rente van die geleende 1,3 miljoen? Die hoefden ze voorlopig ook niet te betalen.

Stel, de geldschieter is zo filantropisch ingesteld dat hij besluit niet jaarlijks anderhalve ton cadeau te doen, maar dat op te hogen tot drie ton per jaar, en daarnaast eventuele exploitatietekorten te dekken tot een maximum van twee ton per jaar. De geldschieter is ook suikeroom en laat de stichting niet betalen voor huisvesting en service.

Stel dat dat allemaal gebeurt, dan denk je als buitenstaander toch dat de geldschieter stinkend rijk is en zó van het belang van het doel is overtuigd dat hij daar alles voor over heeft? Alweer mis. De geldschieter/suikeroom zit zelf zó in de financiële problemen, dat hij in eigen huis grootscheepse reorganisaties op touw heeft gezet om te kunnen overleven.
Piepklein

Het doel van de geldschieter is ,,een Techniek Museum in Delft als venster voor belangstellende buitenstaanders, om kennis te nemen van of belangstelling te wekken voor, techniek en de wetenschappelijke ontwikkeling ervan in Delft”. Heel mooi, maar waarom kiest die geldschieter dan voor een piepklein raampje in een piepklein plaatsje, waar maar een paar mensjes naar een piepklein museumpje komen kijken? Zo bereikt hij toch nooit zijn doel? Zijn er dan geen alternatieven? Alternatieven die mogelijk minder geld kosten, maar beter het doel bereiken? Jawel hoor, en die alternatieven zijn door een piepkleine fractie van de universiteitsraad met niet mis te verstane bewoordingen onder de aandacht van de geldschieter gebracht en wel als volgt.

Stel, je huurt ruimte in het Nationale Techniek Museum, dat in Amsterdam gebouwd wordt. Stel dat we ons nu eens nationaal en internationaal presenteren door een groot raam, in een grote stad aan een breed, nationaal en internationaal publiek. Stel dat dat doelmatiger zou zijn en dat dat veel minder geld zou kosten. Is dat geen idee om verder uit te werken?

Mis, mis, alweer mis. Geldgebrek is nu niet aan de orde en die piepkleine fractie moest eens meer gevoel tonen voor het eigen erfgoed! En bij stemming wordt Klein Duimpje terecht gewezen voor zijn stoutmoedigheid om de grote Reus zo’n eenvoudige les te lezen.

Zo blijft de TU Delft minstens tot het jaar 2000 haar schaarse geld besteden aan het tentoonstellen van haar technisch erfgoed aan een paar verdwaalde toeristen, door een piepklein raampje in een piepklein plaatsje. De geldschieter zou zijn sprookjesboek er nog eens op na moeten slaan. Dan zou de Reus lezen dat Klein Duimpje hem de laatste jaren meerdere malen te slim af is geweest.

Christian Jongeneel

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.