De stank van het Botlekgebied, de geur van vers gemaaid Feijenoord-gras of van een patatje pinda bij Bram Ladage. Vanaf morgen kan in museum Het Schielandshuis de geur van Rotterdam worden opgesnoven.
Een geur- en smaakstoffenfabrikant maakte het mogelijk ook verdwenen Rotterdamse geuren opnieuw te beleven.
Een kwartiertje lopen vanaf Rotterdam Centraal ligt het Schielandshuis; het enige bewaard gebleven zeventiende-eeuwse gebouw in de havenstad. Volgens Karin van Paassen, mede-organisator van ‘Ruik Rotterdam’, associëren oudere Rotterdammers het bombardement op de stad niet per se met de geur van smeulende puinhopen. ,,Velen van hen herinneren zich juist de geur van vers gras”, volgens Van Paassen. ,,Op platgebombardeerde plekken schoot het gras spontaan op en ontstonden kleine voetbalveldjes.”
‘Ruik Rotterdam’ beschrijft de ontwikkeling van wijken aan de hand van geur en begint die reuktrip in het uiterste westen. Met een druk op de knop komt uit een glazen pot, via een slangetje en een roostertje, een zilte zeebries de bezoeker tegemoet. De zeelucht is synthetisch, ontwikkeld door een geur- en smaakstoffenfabrikant.
Na zeelucht volgt het havengebied waar tegenwoordig het gros van de onwelriekende fabrieken is gehuisvest. Vroeger kwam de stank uit meerdere hoeken. ,,De smerigst stinkende bedrijven waren de huidenhandels in het westen en destructiebedrijf Gekro”, vertelt Van Paassen. Gekro leverde de grondstoffen voor lijm en zeep. ,,Grappig”, vindt Van Paassen. ,,Zeep wordt altijd geassocieerd met schoon, maar de grondsstof komt uit stinkende kadavers.”
Ook levende dieren kunnen een helse stank verspreiden. Aan de muur hangt een foto van een olifant die vlak voor zijn flaporen een rode plek heeft waaruit een stroperig goedje druipt. ,,Musth”, gruwt Van Paassen. ,,Niet alleen de musth zelf stinkt; zo’n vruchtbare olifant staat ook nog eens vrijwel doorlopend te pissen.” De ruikgrage bezoeker kan desgewenst zijn neusharen strelen met olifantendrollengeur.
Vanillesokken
In één van de glazen reukpotten is een ongewassen wedstrijdshirt van Feijenoord gefrommeld. ,,Het shirt heeft heel even bij de secretaresse van het museum gelegen, maar die smeekte om het stinkding weg te halen”, grinnikt Van Paassen. Welke speler de stof heeft gedragen weet ze niet. ,,Nummer twintig, maar wie dat is?”
Behalve nostalgie en geuren uit de geschiedenis toont de tentoonstelling ook een blik in de moderne toepassingen van geur. Geen supermarkt is tegenwoordig meer gevrijwaard van de geur van vers brood of versgebrande nootjes. Ook wordt beschreven hoe het Rotterdamse vervoersbedrijf RET in 2001 een jammerlijk mislukte poging deed de dieselgeur in de ondergrondse te verdrijven met synthetische geuren. De gemeentelijke ongediertebestrijding heeft meer succes in het toepassen van geur; die gebruikt onweerstaanbare feromonen om kakkerlakken richting een kleverig graf te lokken.
Behalve Rexona-vierentwintig-uur-dry blijken meer fabrikanten geld te zien in geur. Zo verkoopt de Hema sokken die penetrante zweetvoetenlucht compenseren met een bombardement van vanille. Ook bestaat er een matras met geurzakjes; wie woest in zijn bed woelt wrijft een kalmerende lavendelgeur los. Minder aangenaam is de ‘Bunzingspray’. Waar pepperspray een tasjesdief of aanrander slechts tijdelijk verblindt, zorgt Bunzingspray voor een geur die onafwasbaar is. Een line-up is niet langer nodig, de boosdoener kan aan zijn stank worden herkend.
Tussen de geurpotten en voorwerpen liggen sieraden ontworpen door studenten van de Maastrichtse kunstacademie. De sieraden variëren van een halssnoer van gedroogde schildpaddenkeutels tot een armband van plukjes rastahaar. Van Paassen: ,,In rastahaar blijft van alles hangen dat op den duur natuurlijk ook een bepaalde geur afgeeft.”
Ruik Rotterdam. Van 21 maart tot en met 5 oktober in museum ‘Het Schielandshuis’, Korte Hoogstraat 31 in Rotterdam.
www.hmr.rotterdam.nl . .
De stank van het Botlekgebied, de geur van vers gemaaid Feijenoord-gras of van een patatje pinda bij Bram Ladage. Vanaf morgen kan in museum Het Schielandshuis de geur van Rotterdam worden opgesnoven. Een geur- en smaakstoffenfabrikant maakte het mogelijk ook verdwenen Rotterdamse geuren opnieuw te beleven.
Een kwartiertje lopen vanaf Rotterdam Centraal ligt het Schielandshuis; het enige bewaard gebleven zeventiende-eeuwse gebouw in de havenstad. Volgens Karin van Paassen, mede-organisator van ‘Ruik Rotterdam’, associëren oudere Rotterdammers het bombardement op de stad niet per se met de geur van smeulende puinhopen. ,,Velen van hen herinneren zich juist de geur van vers gras”, volgens Van Paassen. ,,Op platgebombardeerde plekken schoot het gras spontaan op en ontstonden kleine voetbalveldjes.”
‘Ruik Rotterdam’ beschrijft de ontwikkeling van wijken aan de hand van geur en begint die reuktrip in het uiterste westen. Met een druk op de knop komt uit een glazen pot, via een slangetje en een roostertje, een zilte zeebries de bezoeker tegemoet. De zeelucht is synthetisch, ontwikkeld door een geur- en smaakstoffenfabrikant.
Na zeelucht volgt het havengebied waar tegenwoordig het gros van de onwelriekende fabrieken is gehuisvest. Vroeger kwam de stank uit meerdere hoeken. ,,De smerigst stinkende bedrijven waren de huidenhandels in het westen en destructiebedrijf Gekro”, vertelt Van Paassen. Gekro leverde de grondstoffen voor lijm en zeep. ,,Grappig”, vindt Van Paassen. ,,Zeep wordt altijd geassocieerd met schoon, maar de grondsstof komt uit stinkende kadavers.”
Ook levende dieren kunnen een helse stank verspreiden. Aan de muur hangt een foto van een olifant die vlak voor zijn flaporen een rode plek heeft waaruit een stroperig goedje druipt. ,,Musth”, gruwt Van Paassen. ,,Niet alleen de musth zelf stinkt; zo’n vruchtbare olifant staat ook nog eens vrijwel doorlopend te pissen.” De ruikgrage bezoeker kan desgewenst zijn neusharen strelen met olifantendrollengeur.
Vanillesokken
In één van de glazen reukpotten is een ongewassen wedstrijdshirt van Feijenoord gefrommeld. ,,Het shirt heeft heel even bij de secretaresse van het museum gelegen, maar die smeekte om het stinkding weg te halen”, grinnikt Van Paassen. Welke speler de stof heeft gedragen weet ze niet. ,,Nummer twintig, maar wie dat is?”
Behalve nostalgie en geuren uit de geschiedenis toont de tentoonstelling ook een blik in de moderne toepassingen van geur. Geen supermarkt is tegenwoordig meer gevrijwaard van de geur van vers brood of versgebrande nootjes. Ook wordt beschreven hoe het Rotterdamse vervoersbedrijf RET in 2001 een jammerlijk mislukte poging deed de dieselgeur in de ondergrondse te verdrijven met synthetische geuren. De gemeentelijke ongediertebestrijding heeft meer succes in het toepassen van geur; die gebruikt onweerstaanbare feromonen om kakkerlakken richting een kleverig graf te lokken.
Behalve Rexona-vierentwintig-uur-dry blijken meer fabrikanten geld te zien in geur. Zo verkoopt de Hema sokken die penetrante zweetvoetenlucht compenseren met een bombardement van vanille. Ook bestaat er een matras met geurzakjes; wie woest in zijn bed woelt wrijft een kalmerende lavendelgeur los. Minder aangenaam is de ‘Bunzingspray’. Waar pepperspray een tasjesdief of aanrander slechts tijdelijk verblindt, zorgt Bunzingspray voor een geur die onafwasbaar is. Een line-up is niet langer nodig, de boosdoener kan aan zijn stank worden herkend.
Tussen de geurpotten en voorwerpen liggen sieraden ontworpen door studenten van de Maastrichtse kunstacademie. De sieraden variëren van een halssnoer van gedroogde schildpaddenkeutels tot een armband van plukjes rastahaar. Van Paassen: ,,In rastahaar blijft van alles hangen dat op den duur natuurlijk ook een bepaalde geur afgeeft.”
Ruik Rotterdam. Van 21 maart tot en met 5 oktober in museum ‘Het Schielandshuis’, Korte Hoogstraat 31 in Rotterdam.
www.hmr.rotterdam.nl . .
Comments are closed.