Het streven om studentenwoningen van Duwo beschikbaar te houden voor studenten heeft een stevige steun in de rug gekregen. De rechter gaf de studentenhuisvester vorige week gelijk in drie zaken tegen huurders.
Duwo had bij de kantonrechter een zaak aangespannen tegen twee Delftse studenten die weigerden het campuscontract te tekenen. Sinds 2007 verhuurt Duwo studentenwoningen alleen nog via het campuscontract. In dat contract staat dat studenten na hun afstuderen binnen een half jaar moeten verhuizen naar een woning op de reguliere woningmarkt. In de contracten waarmee daarvoor werd gewerkt, zat een dergelijke clausule niet. Beide Delftse studenten huurden al van voor 2007 een kamer. Volgens de kantonrechter is het redelijk dat Duwo studenthuurders van voor 2007 dwingend een campuscontract aanbiedt in plaats van hun oude contract.
De kantonrechter gaf Duwo ook gelijk in een zaak van een Delftse ex-student zonder campuscontract die zijn huuropzegging niet accepteert. Volgens de rechter mag Duwo ex-studenten die nog in een studentenwoning zitten de huur opzeggen waarbij ze dan een jaar hebben om te verhuizen. Duwo beroept zich volgens de rechter terecht op ‘dringend eigen gebruik’. De student moet van de rechter uiterlijk per 1 juni verhuizen. Duwo hoeft geen vervangende woonruimte aan te bieden, noch een verhuisvergoeding te betalen.
De rechtszaken zijn onderdeel van het doorstromingsbeleid van Duwo. Reden is de kamernood. Oorzaak is de aanhoudende en deels onverwachte stijging van het aantal studenten. Duwo kan niet snel genoeg bijbouwen. In januari 2010 kondigde Duwo een verscherping van het beleid aan. Op kleine schaal werd aan zittende studenten in Delft en Amstelveen dwingend het campuscontract voorgelegd. Bij weigering zou de rechter worden ingeschakeld.De drie (ex-)studenten hebben drie maanden om eventueel in beroep te gaan tegen de uitspraak. Volgens mr. Clemens Mesker, de advocaat van de twee studenthuurders, nemen zijn cliënten waarschijnlijk eind deze week het besluit om al of niet in beroep te gaan. Mr. Rogier Scheltes, advocaat van de ex-student, moet nog in beraad met zijn cliënt. Mocht de ex-student beroep aantekenen tegen de uitspraak van de kantonrechter, dan mag hij volgens Scheltes in de woning blijven tot er een nieuwe uitspraak is. Er loopt nog een soortgelijke zaak van Duwo tegen (ex-)studenten in studentenwoningen in Amstelveen.
‘Abnormaal’, noemt de ondernemingsraad (or) het hoge aantal afvallers in haar laatste nieuwsbrief. De or heeft inzage gehad in de voorlopige resultaten van een onderzoek van de afdeling instellingsbeleid naar het ‘promotierendement’ van de TU.
Johan Verweij van de directie instellingsbeleid, die de cijfers op een rij zet, bevestigt noch ontkent de cijfers. “De gegevens zijn nog niet openbaar”, zegt hij. “Eerst krijgen de faculteiten de cijfers te zien. Dat gebeurt zo rond half april.”
De stijgingspercentages op andere universiteiten lijken even hoog. Het landelijke slagingspercentage schommelt rond de zestig procent. Dat blijkt althans uit de statistieken van de VSNU (vereniging van universiteiten), samengesteld aan de hand van data van negen Nederlandse universiteiten. Van de promovendi die in 2002 startten, verdedigde zestig procent binnen
zeven jaar zijn of haar proefschrift.
De TU heeft al die jaren geen data aangeleverd omdat ze geen betrouwbare gegevens had. Dat gaat veranderen. In juli ontvangt de VSNU voor het eerst de gegevens uit Delft, aldus Verweij.
Promoveren of niet promoveren; het lijkt een duidelijke zaak. Maar niets is minder waar. Bij het bepalen van het aantal promovendi werd tot nu toe zwaar geleund op Peoplesoft, het programma voor de personeelsadministratie. En dat leidt tot verwarring. Sommige mensen werken in deeltijd in plaats van voltijd, en niet iedereen wordt betaald door de universiteit. Van de ruim achttienhonderd promovendi die de TU in 2008 (naar schatting) telde, werden er bijna achthonderd betaald met geld uit de tweede of derde geldstroom. Doordat er zoveel verschillende soorten promovendi zijn, is het lastig om een goed overzicht te krijgen. Daarbij komt dat niet alle promovendi zich al tijdens hun eerste onderzoeksjaar aanmelden bij de pedel.
Wat de exacte cijfers ook mogen zijn, het hoge faalpercentage baart rector Karel Luyben zorgen. “We hebben niet meer promovendi nodig, maar wel meer verdedigingen”, zei hij onlangs tijdens zijn eerste kennismaking met de or.
In 2007 verscheen al een rapport van de taskforce promotiebeleid. Hierin staat dat de TU ernaar streeft dat maar liefst 75 procent van de promovendi binnen vier jaar promoveert. Om deze doelstelling in 2011 te bereiken wil de TU een zogenaamde Graduate School opzetten.
Andere universiteiten hebben al dergelijke organisaties, waarbinnen strakker wordt toegezien op toelatingscriteria, werving, selectie, opleiding en begeleiding.
Betere begeleiding is volgens Sonja Cox van de or cruciaal. “Sommige promovendi voelen zich onvoldoende begeleid, misschien doordat hun promotor al zoveel andere promovendi moet begeleiden.”
Zij wijst erop dat het aantal promovendi per wetenschappelijk staflid flink is gestegen. In 2000 was een kwart van het wetenschappelijk personeel promovendus. Nu is dat een derde.
Cox denkt verder dat buitenlandse promovendi moeite hebben om hun draai te vinden in Nederland. “De TU doet amper iets om ze in te bedden. Die promovendi zijn sociaal geïsoleerd. Verbijsterend.”
www.delta.tudelft.nl/19437
www.delta.tudelft.nl/18781
Comments are closed.