Universiteiten en hogescholen vinden het rookverbod op de campus niet te handhaven. Ze nemen boetes voor lief of ze vechten die aan. Maar volgens het ministerie moeten ze gewoon hun ‘maatschappelijke verantwoordelijkheid’ nemen.
Wie handhaaft eigenlijk het rookverbod op de campus van de TU Delft? Annemiek Zonneveld, directeur HR, schrijft daarover: ‘Er is een passiefrookbeleid ingevoerd. Dat betekent dat we het ondersteunen en daar waar nodig onderstrepen (promoten), maar niet handhaven. Er is dus nadrukkelijk geen handhavingstaak benoemd.’ Ook kan niemand bij personeelszaken of vastgoedbeheer (CREFM) zich een boete herinneren voor het roken op de campus.
Dat is in Utrecht wel anders. Daar heeft de Universiteit Utrecht van toezichthouder NVWA 1.800 euro aan boetes gekregen omdat er mensen op de campus stonden te roken. Tegen die boetes gaat de universiteit in beroep, schreef DUB afgelopen december.
Het verbod valt gewoon niet te handhaven, is het argument. Het terrein is groot en wordt ook nog eens doorsneden met stroken openbare ruimte, waar het verbod niet geldt. Er zouden honderden handhavers nodig zijn.
Ook de universiteit en hogeschool van Amsterdam (UvA en HvA) zijn dit kalenderjaar gestopt met handhaven. Ze hebben enkele duizenden euro’s aan boetes gekregen, maar permanente handhaving zou twee miljoen euro per jaar kosten. Dat is niet in verhouding, vinden ze. In plaats daarvan staan er nu ludieke verbodsborden op de campus.
Rookzones verwijderd
Per september 2020 is het rookverbod ingegaan. Binnen de gebouwen was het al veel langer verboden, maar nu mogen rokers ook niet buiten gaan staan. De asbakken en rookzones zijn verwijderd.
Dat geeft soms problemen. In Wageningen spreken ze van een ‘peukenzee’, want rokers laten hun peuken slingeren of gooien die in de natuur. De universiteit houdt peukenopruimacties die niet nodig zouden zijn als iedereen zich aan het verbod hield.
Controles
Het is de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit die bij overtredingen boetes oplegt. “Wij controleren of de onderwijsinstellingen aan de regels voldoen, en de wet is nu eenmaal dat je niet mag roken op de campus”, zegt een woordvoerder.
Volgens haar gaat het met enige nuance. Universiteiten en hogescholen hebben grote terreinen en er kan altijd iemand ergens uit het zicht een sigaret opsteken; daar kun je als instelling weinig aan doen. “Maar als er voor de deur mensen staan te roken en de beveiliging zegt er niets van, of docenten gaan er gewoon bij staan, dan is het een ander verhaal.”
De NVWA vertelt niet hoeveel boetes er precies zijn uitgedeeld aan de instellingen en over de praktische bezwaren gaat de autoriteit niet. Daarvoor moeten we bij het ministerie van Volksgezondheid zijn.
Reactie
Volgens het ministerie is het wel mogelijk om het verbod te handhaven. “Er wordt echt niet van universiteiten en hogescholen verwacht dat ze 24/7 allerlei antirook-surveillanten hebben rondlopen”, zegt Ruben van Dorssen, woordvoerder van het ministerie. “Maar wel dat er voldoende wordt gedaan aan bijvoorbeeld borden, signalering, voorlichting en beleid. Ook moeten de instellingen rokers aanspreken waar dat nodig is. Dat blijven we verwachten.”
Zonneveld (HR) ziet dat aanspreken als een onderlinge verantwoordelijkheid: ‘We gaan uit van het zelfcorrigerend vermogen van de organisatie, waarmee elkaar aanspreken op gedrag een uitgangspunt is. Het gaat hier om een gedragsverandering, dat kost tijd. De rookvrije campus is van start gegaan midden in coronatijd, toen waren weinig medewerkers en studenten op de campus. Het daadwerkelijk aanpassen in gedrag is daarna pas gaan spelen.’
Heeft Van Dorssen begrip voor de praktische bezwaren van de instellingen? “In de handhaving is er vanaf dag één altijd veel begrip voor geweest dat grote terreinen niet eenvoudig helemaal rookvrij te maken zijn”, stelt Van Dorssen. “Maar het rookverbod hoort ook bij de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de instellingen.”
Rookvrije generatie
Het rookverbod wordt volgens hem steeds normaler. “De studenten van nu zijn bij hun vooropleiding ook gewend aan een rookvrij onderwijsterrein. De noodzaak om door te pakken met het rookvrij maken schoolpleinen, onderwijsterreinen en andere omgevingen van jongeren is groot, zolang de impact van roken op onze volksgezondheid nog zo enorm is.”
Met het aangescherpte verbod wilde toenmalig staatssecretaris Paul Blokhuis (ChristenUnie) het roken verder ontmoedigen. Veel jongeren steken op het schoolplein hun eerste sigaret op, was een van zijn overwegingen. De overheid streeft naar een ‘rookvrije generatie’ in 2040.
HOP, Bas Belleman
- Lees ook: Actie tegen peuken op campus
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.