Onderwijs

Ombudsman verklaart klacht roken ongegrond

Het college van bestuur verricht onvoldoende inspanning om het roken op de universiteit tegen te gaan, vindt een student die daarover een klacht heeft ingediend bij ombudsman drs.

Wil Knippenberg. Knippenberg heeft de klacht ongegrond verklaard.

Het tweede deel van de klacht verklaarde Knippenberg wel gegrond: hij erkent dat veel mensen ondanks het rookverbod nog steeds roken. ,,Het college van bestuur heeft een duidelijk beleid”, zegt de ombudsman, ,,maar dat beleid wordt niet voldoende uitgevoerd. Beheerders trekken zich er weinig van aan, net als de rokers zelf overigens. Mensen weten over het algemeen dat er een rookverbod is, maar als overal asbakken staan mag je in redelijkheid verwachten dat je mag roken.”

Als beheerders de asbakken weghalen en bordjes met een rookverbod ophangen roken studenten niet meer, is de ervaring van Knippenberg.

Cor Kooij, hoofd facility management van de faculteit Bouwkunde, vindt niet dat gebouwbeheerders de rookregels te weinig handhaven. ,,We spreken mensen erop aan als we zien dat ze roken op plaatsen waar dat niet mag”, zegt hij. ,,We hebben een beleidsvoorstel liggen waarin vanaf 1 januari een keihard rookverbod geldt voor het gehele gebouw, ook in de werkkamers. Er komt alleen een gedoogplek in de hal. De handhaving ligt bij de leidinggevenden van de werkverbanden en bij de werknemers zelf. Als iemand de regels overtreedt, wordt dat schriftelijk gemeld bij de leidinggevende. Bij herhaling moet de roker op het matje komen bij de decaan.”

Knippenberg is sceptisch over een rookvrije universiteit in de nabije toekomst. ,,De komende tientallen jaren krijgen we dat nog niet voor elkaar. Dat neemt niet weg dat je er aandacht aan moet blijven besteden.” .aut David Keuning

Het college van bestuur verricht onvoldoende inspanning om het roken op de universiteit tegen te gaan, vindt een student die daarover een klacht heeft ingediend bij ombudsman drs. Wil Knippenberg. Knippenberg heeft de klacht ongegrond verklaard.

Het tweede deel van de klacht verklaarde Knippenberg wel gegrond: hij erkent dat veel mensen ondanks het rookverbod nog steeds roken. ,,Het college van bestuur heeft een duidelijk beleid”, zegt de ombudsman, ,,maar dat beleid wordt niet voldoende uitgevoerd. Beheerders trekken zich er weinig van aan, net als de rokers zelf overigens. Mensen weten over het algemeen dat er een rookverbod is, maar als overal asbakken staan mag je in redelijkheid verwachten dat je mag roken.”

Als beheerders de asbakken weghalen en bordjes met een rookverbod ophangen roken studenten niet meer, is de ervaring van Knippenberg.

Cor Kooij, hoofd facility management van de faculteit Bouwkunde, vindt niet dat gebouwbeheerders de rookregels te weinig handhaven. ,,We spreken mensen erop aan als we zien dat ze roken op plaatsen waar dat niet mag”, zegt hij. ,,We hebben een beleidsvoorstel liggen waarin vanaf 1 januari een keihard rookverbod geldt voor het gehele gebouw, ook in de werkkamers. Er komt alleen een gedoogplek in de hal. De handhaving ligt bij de leidinggevenden van de werkverbanden en bij de werknemers zelf. Als iemand de regels overtreedt, wordt dat schriftelijk gemeld bij de leidinggevende. Bij herhaling moet de roker op het matje komen bij de decaan.”

Knippenberg is sceptisch over een rookvrije universiteit in de nabije toekomst. ,,De komende tientallen jaren krijgen we dat nog niet voor elkaar. Dat neemt niet weg dat je er aandacht aan moet blijven besteden.” .aut David Keuning

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.