Wetenschap

Role playing in the operating theatre

Black boxes, checklists, admitting human errors and better communication: PhD student Linda Wauben wants operating theatres to function a lot more like airplane cockpits.

What operation are we performing? Which side do we operate on? Has the patient received antibiotics? These may all seem like superfluous questions to surgeons, their assistants and anesthetists, because of course they must know what they are about to do, what leg to cut off, what antibiotics have been administered. Yet, mistakes do happen.
The Dutch Health Care Inspectorate has therefore recently decided that operating theater personnel must implement a ‘time out procedure’ to prevent errors.

If it was up to Linda Wauben, a PhD student working at both the Erasmus Medical Centre and TU Delft’s faculty of Industrial Design Engineering, this new procedure would not become a boring routine, but rather be a role playing exercise in which each actor has specific questions to ask and answer.
In a short video she shows, you can see the medics slightly grinning behind their surgical masks. “We didn’t order any packed blood cells, did we?” the surgeon asks. “No we didn’t”,  replies the assistant. “What operation are we going to perform?” she then asks, with a playful glint in her eyes.
The role play Wauben developed for her PhD research, which she will defend on April 12, is called ‘Time Out Procedure plus Debriefing’ (TOPplus), and it is currently being used in the operating theatres of 16 hospitals across the Netherlands. Medics ‘play’ the procedure just prior to operating on the patient.
“At first people have to get used to it”, says Wauben, thereby explaining the medical team’s playful smiles. And because each type of operation and hospital is different, and everybody has their own way of working, Wauben and the medics have fine tuned the role plays.

If you think this approach of co-designing to increase ‘Safety in the Operating Theatre’ (the title of Wauben’s dissertation) is already innovative enough, then you are in for a shock. The researcher wants everything that happens in the operating theatre to be registered, just like the black box system used in aviation.
“Preferably I’d like to record all patient data (heart rate, oxygen level), images of the surgical field, and also the verbal and non-verbal communication of the operating team. These recordings can then be used for generating the post-operative notes, to learn from errors – if an error was made – or be used in the education or training of the surgical team.”

“When I give lectures at congresses I get very varied reactions to this idea”, Wauben says. “Some surgeons don’t want all their actions to be filmed. I understand that. This requires a change in hospital culture.”
Despite the reluctance of some surgeons to adopt this black box approach, Wauben did analyze footage of operations. She studied video images that were taken during laparoscopic surgery, also known as minimally invasive surgery. She watched and analyzed 125 videos of gallbladders being removed. She knows the drill. “When I watched ‘Grey’s Anatomy’ last night, I knew the doctors had made an error when a patient turned all yellow; they had by accident cut the common bile duct.”

Laparoscopic surgery is a fairly new technique in which abdominal operations are performed through small incisions. A camera and trocars are entered through these incisions. A trocar is a kind of hollow punch that acts as a guide tube. Through this tube, long-handled medical instruments, such as graspers, are introduced into the body.

Needless to say, to be skillful with these long, unwieldy instruments, one needs lots of practice. Because of this, the Health Care Inspectorate decided in 2007 that critical parts of the operation, like the moment before transecting important structures of the gallbladder, need to be monitored attentively (the so called ‘critical view of safety’).

Wauben checked whether there was a good visual available at all critical stages of the gall bladder operation. “This is a first small step towards a black box. We started by registering what the surgeon saw at that moment”, says Wauben. “Maybe step by step people start to get used to the idea.” 

Dankzij de absurdistische sketches van hun cabaretgroep Poolvogel werkt het trio onder begeleiding van regisseuse en oud-cabaretière Audrey Bolder toe naar een spetterend optreden in de stadsschouwburg in Groningen. “Onze voorstellingen draaien om tragische personages die iets heel graag willen, maar niet in staat zijn om uit hun eigen wereld te komen. Daardoor worden ze niet begrepen”, vertelt De Wit. Inspiratie voor deze typetjes doen de heren op in hun dagelijkse omgeving. Ook op de TU Delft ziet de Wit onbegrepen welwillenden. “Kijk maar eens naar presentaties van gedreven wetenschappers. Zij zitten vaak zo diep in de materie, dat geen normaal mens hun verhaal kan bevatten. Daar staan ze dan, met hun ongetwijfeld wereldverbeterende ideeën.”
Poolvogel doet er alles aan om de kijker te betrekken in hun absurdistische wereld. “Doordat we met zijn drieën zijn, ontstaan er twee-tegen-een situaties. De kijker leeft automatisch mee met de underdog. Wij stellen ons kwetsbaar op. We zijn geen schreeuwerige stand-up comedians en leveren geen stromen kritiek op de maatschappij, maar laten mensen het absurde van de mensheid zien. Onze podiumkleding draagt bij aan de sfeer. We dragen zwarte pantalons, met daarop knullige witte hemdjes, die inmiddels ons handelsmerk zijn geworden. De kwetsbaarheid die onze outfits uitstralen, is belangrijk om een band te creëren met het publiek. Stand-up comedians gaan de dialoog aan met de zaal, wij moeten woordenloos contact leggen. Alleen dan leeft de zaal met ons mee en wordt onze wereld geloofwaardig.”
Poolvogel belandde bij toeval in het theater. Van Driel, Van Dujn en De Wit kennen elkaar van de middelbare school. Echt serieus namen ze hun cabaretcarrière niet, tot ze drie jaar geleden een programma vulden met hun tot dan toe opgebouwde repertoire. “We kregen zoveel positieve reacties dat we besloten om een cabaretcarrière te beginnen. Samen met een professionele regiseusse ontwikkelden we in een jaar tijd een voorstelling, die we speelden op diverse open podia. Poolvogel staat precies voor wat we doen: makkelijke dingen moeilijk maken. Waarom zou je een pinguïn pinguïn noemen als je hem ook als poolvogel kunt omschrijven?”
Out of the blue won Poolvogel het Utrechts Café Theater Festival, het Amsterdams Studenten Festival en het Amsterdams Studenten Cabaret Festival. Sinds september draaien ze mee in de cabaretpoel, een reizend cabaretfestival voor aanstormende cabarettalenten. “Deze erkenning draagt bij aan het gevoel dat we iets unieks doen in de overvolle cabaretmarkt”, zegt De Wit. In september begint hij met afstuderen, maar dat weerhoudt hem er niet van om op te treden. “Mijn docenten vinden het leuk dat ik met cabaret bezig ben. Ze zijn flexibel met deadlines. Cabaret en architectuur hebben onverwacht veel met elkaar gemeen. Voor beiden moet je creatief zijn en goed kunnen plannen. Als afstudeeropdracht zal ik een uitbreiding ontwerpen voor cultureel centrum ‘De Brakke Grond’ in Amsterdam.“
“Mijn droom is een gemengde carrière als architect en cabaretier. En het stichten van absolute wereldvrede. Als ik heb opgetreden in de Kleine Komedie en het heb gemaakt als zelfstandig architect, kan ik rustig sterven. Ook als het nog niet helemaal is gelukt met de vrede op aarde.”

www.poolvogel.nl

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.