De TU-studenten die deze week meedoen aan het wereldkampioenschap roeien in Milaan, hebben tijdens de voorbereiding alvast kennisgemaakt met de soms wat chaotische Italiaanse organisatie.
,,De 250 meters zijn niet allemaal even lang hier, dus we hebben al flink wat persoonlijke records gevaren”, laat Judith van Os weten op haar website.
En ook Alwin Snijders verbaast zich op zijn internetpagina over de omgangsvormen in Milaan. ,,Na een korte kennismaking met de Italiaanse manier van bewegwijzering en de algemene Zuid-Europese manier van omgaan met tijd en afspraken, konden we wat later dan gedacht toch nog een paar baantjes roeien”, vertelt hij.
De TU wordt in totaal door vier roeiers vertegenwoordigd op het WK. Van vereniging Proteus-Eretes waren Van Os (lichte vrouwenvier), Snijders (lichte herentwee) en Gerritjan Eggenkamp (herenvier) al langere tijd zeker van deelname. Merwijn Ligtenberg (herentwee) van roeivereniging Laga kwalificeerde zich vorige week op de valreep door tijdens een trainingskamp in München aan de limiet te voldoen.
Ondanks de wat rommelige taferelen bij de voorbereiding, zijn de Delftse deelnemers positief over hun kansen. Judith van Os ziet vooral de samenwerking met haar teamgenoten in de boot steeds beter worden en kijkt dus uit naar haar eerste wedstrijd. ,,We boeken nog progressie wat ritme en gelijkheid betreft. Hopelijk weten we dat in de wedstrijd twee kilometer lang vast te houden. Het is verder mooi om te zien dat de voorbereidingen op de baan al in volle gang zijn. Het grote scherm staat er en alle boten worden gepoetst.”
Alwin Snijders op de eerste toernooidag: ,,Vandaag zijn de eerste echte wedstrijden begonnen. Voor onze ploeg is het echter nog niet zover. De dag staat in het teken van op gewicht komen en een beetje de spieren op spanning brengen voor morgen. Daarom gaan we vanmiddag nog een kort stukje rammen in de boot. Van mij mag het zo langzamerhand gaan beginnen.” (DR)
Catalaanse selectie verrast Paal Centraal
Nederlandse korfbalploegen lopen normaal gesproken eenvoudig over buitenlandse teams heen. Maar de spelers van Paal Centraal konden die reputatie vorige week niet waarmaken. De TU-studenten lieten zich met 4-6 verrassen door een selectie van Catalaanse korfballers.
Een kleine schande, want de Spaanse provincie staat nu niet bepaald bekend als grootmacht in het korfbal. ,,Wij zijn nog volop in training voor het volgende seizoen”, excuseerde speler Bart Hogeweg zijn ploeg. ,,Voor ons was dit echt een trainingswedstrijdje en dat was ook aan de score te zien. Op zich hebben wij veel meer techniek en kennis van korfbal dan de Catalanen. Maar zij waren gemotiveerder en ze speelden erg fysiek. Daar raakten wij weer van onder de indruk.”
De interland verandert volgens Hogeweg dan ook weinig aan de internationale krachtsverhoudingen. ,,Nederland is nog steeds korfballand nummer één”, vindt hij. ,,Het zegt al genoeg dat de Catalanen een Nederlandse trainer hebben en hier in Nederland kwamenoefenen. Wij moeten gewoon nog even hard trainen.” (DR)
De TU-studenten die deze week meedoen aan het wereldkampioenschap roeien in Milaan, hebben tijdens de voorbereiding alvast kennisgemaakt met de soms wat chaotische Italiaanse organisatie. ,,De 250 meters zijn niet allemaal even lang hier, dus we hebben al flink wat persoonlijke records gevaren”, laat Judith van Os weten op haar website.
En ook Alwin Snijders verbaast zich op zijn internetpagina over de omgangsvormen in Milaan. ,,Na een korte kennismaking met de Italiaanse manier van bewegwijzering en de algemene Zuid-Europese manier van omgaan met tijd en afspraken, konden we wat later dan gedacht toch nog een paar baantjes roeien”, vertelt hij.
De TU wordt in totaal door vier roeiers vertegenwoordigd op het WK. Van vereniging Proteus-Eretes waren Van Os (lichte vrouwenvier), Snijders (lichte herentwee) en Gerritjan Eggenkamp (herenvier) al langere tijd zeker van deelname. Merwijn Ligtenberg (herentwee) van roeivereniging Laga kwalificeerde zich vorige week op de valreep door tijdens een trainingskamp in München aan de limiet te voldoen.
Ondanks de wat rommelige taferelen bij de voorbereiding, zijn de Delftse deelnemers positief over hun kansen. Judith van Os ziet vooral de samenwerking met haar teamgenoten in de boot steeds beter worden en kijkt dus uit naar haar eerste wedstrijd. ,,We boeken nog progressie wat ritme en gelijkheid betreft. Hopelijk weten we dat in de wedstrijd twee kilometer lang vast te houden. Het is verder mooi om te zien dat de voorbereidingen op de baan al in volle gang zijn. Het grote scherm staat er en alle boten worden gepoetst.”
Alwin Snijders op de eerste toernooidag: ,,Vandaag zijn de eerste echte wedstrijden begonnen. Voor onze ploeg is het echter nog niet zover. De dag staat in het teken van op gewicht komen en een beetje de spieren op spanning brengen voor morgen. Daarom gaan we vanmiddag nog een kort stukje rammen in de boot. Van mij mag het zo langzamerhand gaan beginnen.” (DR)
Catalaanse selectie verrast Paal Centraal
Nederlandse korfbalploegen lopen normaal gesproken eenvoudig over buitenlandse teams heen. Maar de spelers van Paal Centraal konden die reputatie vorige week niet waarmaken. De TU-studenten lieten zich met 4-6 verrassen door een selectie van Catalaanse korfballers.
Een kleine schande, want de Spaanse provincie staat nu niet bepaald bekend als grootmacht in het korfbal. ,,Wij zijn nog volop in training voor het volgende seizoen”, excuseerde speler Bart Hogeweg zijn ploeg. ,,Voor ons was dit echt een trainingswedstrijdje en dat was ook aan de score te zien. Op zich hebben wij veel meer techniek en kennis van korfbal dan de Catalanen. Maar zij waren gemotiveerder en ze speelden erg fysiek. Daar raakten wij weer van onder de indruk.”
De interland verandert volgens Hogeweg dan ook weinig aan de internationale krachtsverhoudingen. ,,Nederland is nog steeds korfballand nummer één”, vindt hij. ,,Het zegt al genoeg dat de Catalanen een Nederlandse trainer hebben en hier in Nederland kwamenoefenen. Wij moeten gewoon nog even hard trainen.” (DR)
Comments are closed.