Wetenschap

Robot in je uitlaat

De Europese ruimtevaartorganisatie ESA heeft het bedrijf Orbital Recovery groen licht gegeven voor de bouw van ‘ConeXpress’, een ruimtesloep die wegzakkende satellieten moet aanduwen. Meesterzet of gokje?

Het klinkt bijna absurd. Neem een robot. Stop die in de uitlaat van een satelliet die uit zijn baan dreigt te raken. En laat hem de satelliet aanduwen. “Toch denk ik dat er een gerede kans is dat het gaat werken”, zegt ir. Rob Hamann, universitair docent bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. “Als de stuwstof van een satelliet opraakt, heb je vaak nog ruwweg tweederde van de communicatiecapaciteit over. Dan is het op zich best een aardig idee om wat hulp in te huren, om zo’n satelliet langer in de lucht te houden.”

Het idee voor de ruimteduwboot komt nota bene van Nederlandse bodem, weet ir. Aldert Kamp, docent ruimtevaarttechniek en oud-medewerker van Fokker Space. “De raket Ariane-5 heeft een stukje dode ruimte tussen de bovenste trap en de satellieten die hij vervoert. Iemand bij Fokker Space kwam toen op het idee: kunnen we daar niet een klein satellietje in stoppen?” Dat satellietje werd ConeXpress. Onder meer twee Delftse studenten rekenden eraan. “Het is erg druk in de geostationaire baan (de baan waar de meeste satellieten zich bevinden, op ongeveer 36 duizend kilometer hoogte, meer dan zeventig keer zo hoog als het internationaal ruimtestation ISS . red.) Je moet dus oppassen voor botsingen”, zegt Kamp.

Sinds de ramp met het ruimteveer Columbia en de onderhoudsproblemen van de Hubble-ruimtetelescoop zinspelen veel experts op de komst van een vloot slimme ruimterobots, die voor bepaalde reparaties of andere klusjes het heelal in moeten. Wie weet is ConeXpress de eerste van een nieuwe generatie, beaamt Hamann. “Het is een eerste stap om onbemand allerlei dingen te doen die eerder niet konden.” Een beperking is er ook. “Een robot kan veel. Maar handig zijn ze niet. Alles moet voorzien zijn, en bij dit soort missies is dat ook zo. Maar het wordt een ander verhaal als je een robot bijvoorbeeld het ruimtepuin wilt laten opruimen dat in een baan om de aarde zweeft.”

Kamp ziet ConeXpress niet als een totaal nieuwe stap. “Al die karretjes die nu rondrijden op Mars zijn veel geavanceerder. De trend was toch al om de risicovolle klussen te laten opknappen door robots of robotarmen. Wat dat betreft is dit gewoon doorontwikkeling van de ruimtevaart.”

Spannend wordt het wél. Want het blijft een hele toer, een robot in de uitlaat van een satelliet steken. “Het zal best kunnen, maar risicovol blijft het”, zegt Kamp. “Zo’n satelliet is hier toch niet voor ontworpen. En de naderingsprocedure is flink gecompliceerd. Waar zit de uitlaat, kom ik er wel precies in uit, klemt de robot wel goed vast, begint de satelliet niet te tuimelen? Ik denk dat iedereen blij zal zijn als het lukt.” (MK)

Het klinkt bijna absurd. Neem een robot. Stop die in de uitlaat van een satelliet die uit zijn baan dreigt te raken. En laat hem de satelliet aanduwen. “Toch denk ik dat er een gerede kans is dat het gaat werken”, zegt ir. Rob Hamann, universitair docent bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. “Als de stuwstof van een satelliet opraakt, heb je vaak nog ruwweg tweederde van de communicatiecapaciteit over. Dan is het op zich best een aardig idee om wat hulp in te huren, om zo’n satelliet langer in de lucht te houden.”

Het idee voor de ruimteduwboot komt nota bene van Nederlandse bodem, weet ir. Aldert Kamp, docent ruimtevaarttechniek en oud-medewerker van Fokker Space. “De raket Ariane-5 heeft een stukje dode ruimte tussen de bovenste trap en de satellieten die hij vervoert. Iemand bij Fokker Space kwam toen op het idee: kunnen we daar niet een klein satellietje in stoppen?” Dat satellietje werd ConeXpress. Onder meer twee Delftse studenten rekenden eraan. “Het is erg druk in de geostationaire baan (de baan waar de meeste satellieten zich bevinden, op ongeveer 36 duizend kilometer hoogte, meer dan zeventig keer zo hoog als het internationaal ruimtestation ISS . red.) Je moet dus oppassen voor botsingen”, zegt Kamp.

Sinds de ramp met het ruimteveer Columbia en de onderhoudsproblemen van de Hubble-ruimtetelescoop zinspelen veel experts op de komst van een vloot slimme ruimterobots, die voor bepaalde reparaties of andere klusjes het heelal in moeten. Wie weet is ConeXpress de eerste van een nieuwe generatie, beaamt Hamann. “Het is een eerste stap om onbemand allerlei dingen te doen die eerder niet konden.” Een beperking is er ook. “Een robot kan veel. Maar handig zijn ze niet. Alles moet voorzien zijn, en bij dit soort missies is dat ook zo. Maar het wordt een ander verhaal als je een robot bijvoorbeeld het ruimtepuin wilt laten opruimen dat in een baan om de aarde zweeft.”

Kamp ziet ConeXpress niet als een totaal nieuwe stap. “Al die karretjes die nu rondrijden op Mars zijn veel geavanceerder. De trend was toch al om de risicovolle klussen te laten opknappen door robots of robotarmen. Wat dat betreft is dit gewoon doorontwikkeling van de ruimtevaart.”

Spannend wordt het wél. Want het blijft een hele toer, een robot in de uitlaat van een satelliet steken. “Het zal best kunnen, maar risicovol blijft het”, zegt Kamp. “Zo’n satelliet is hier toch niet voor ontworpen. En de naderingsprocedure is flink gecompliceerd. Waar zit de uitlaat, kom ik er wel precies in uit, klemt de robot wel goed vast, begint de satelliet niet te tuimelen? Ik denk dat iedereen blij zal zijn als het lukt.” (MK)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.