Je kent ze wel: de regelmatig terugkerende reclamespotjes waarin je gevraagd wordt om een goed doel te steunen. Een van die goede doelen is de Stichting Bio-Kinderrevalidatie in Arnhem.
Binnenkort hebben ze iets te vieren. De stichting werkt namelijk al twintig jaar samen met de afdeling Industrial Design van de TU Delft. En met succes.
Vrijdag gaat in Arnhem een expositie van start met afstudeerprojecten van de TU. De projecten zijn allemaal gericht op kinderen met een handicap. De tentoonstellingsruimte is toepasselijk vernoemd naar jeugdheld Pietje Bell.
De getoonde ontwerpen zijn geen saaie, functionele hulpmiddelen, zoals je misschien zou verwachten, maar juist kleurige en spannende apparaten met namen als ‘Outdoor rolstoel’ en ‘Swing a Door’. Het leven van kinderen met een handicap moet immers ook uitdagend zijn.
Studenten blijken het Arnhemse project leuk te vinden, vertelt ir. Mathieu Gielen, coördinator van het samenwerkingsproject. ,,In twintig jaar hebben we al 28 projecten gedaan. Nu zijn er vier afstudeerders mee bezig.”
Studenten kiezen niet voor gehandicaptenontwerp om er rijk van te worden. Gielen: ,,Als geld je drijfveer is, dan kom je bedrogen uit. Het is juist moeilijk om aan geld te komen. De stichting heeft zelfs lange tijd gecollecteerd in bioscopen.”
Maar waar komt dan die aantrekkingskracht vandaan? Stephanie Khouw is een van de afstudeerders en heeft wel een antwoord op die vraag: ,,Ik heb altijd al een passie gehad voor spellen en speelgoed. Het was een kinderdroom van me om zoiets te ontwerpen. Ook wilde ik dat ieder kind, met en zonder lichamelijke stoornis, het ontwerp kan gebruiken.”
Khouws ontwerp, ‘Swing a Door’, is een buitenspelobject. Het valt onmiddellijk op door de felle kleuren en de speelse vormgeving. ,,Veel bestaande objecten voor gehandicapte kinderen zien er ‘gehandicapt’ en aangepast uit”, zegt ze. ,,Ze nodigen niet uit tot spontaan spelen. En daar wilde ik verandering in brengen. De kinderen hebben met het schaalmodel gespeeld alsof het een Barbie-decor was.”
Ook in de rest van de tentoonstelling staat de emotionele beleving van het kind centraal. Logisch, vindt Khouw, spelen is belangrijk voor álle kinderen.
Het leven van kinderen met een handicap is er dus de afgelopen twintig jaar een stuk leuker op geworden. Maar volgens Gielen moet er nog veel gebeuren: ,,Er zijn nog steeds weinig goed vormgegeven hulpmiddelen. En we moeten voorwerpen ontwerpen die door iedereen te gebruiken zijn, met of zonder handicap.” En de samenwerking met de Stichting? Die is wegens succes geprolongeerd.
Je kent ze wel: de regelmatig terugkerende reclamespotjes waarin je gevraagd wordt om een goed doel te steunen. Een van die goede doelen is de Stichting Bio-Kinderrevalidatie in Arnhem. Binnenkort hebben ze iets te vieren. De stichting werkt namelijk al twintig jaar samen met de afdeling Industrial Design van de TU Delft. En met succes.
Vrijdag gaat in Arnhem een expositie van start met afstudeerprojecten van de TU. De projecten zijn allemaal gericht op kinderen met een handicap. De tentoonstellingsruimte is toepasselijk vernoemd naar jeugdheld Pietje Bell.
De getoonde ontwerpen zijn geen saaie, functionele hulpmiddelen, zoals je misschien zou verwachten, maar juist kleurige en spannende apparaten met namen als ‘Outdoor rolstoel’ en ‘Swing a Door’. Het leven van kinderen met een handicap moet immers ook uitdagend zijn.
Studenten blijken het Arnhemse project leuk te vinden, vertelt ir. Mathieu Gielen, coördinator van het samenwerkingsproject. ,,In twintig jaar hebben we al 28 projecten gedaan. Nu zijn er vier afstudeerders mee bezig.”
Studenten kiezen niet voor gehandicaptenontwerp om er rijk van te worden. Gielen: ,,Als geld je drijfveer is, dan kom je bedrogen uit. Het is juist moeilijk om aan geld te komen. De stichting heeft zelfs lange tijd gecollecteerd in bioscopen.”
Maar waar komt dan die aantrekkingskracht vandaan? Stephanie Khouw is een van de afstudeerders en heeft wel een antwoord op die vraag: ,,Ik heb altijd al een passie gehad voor spellen en speelgoed. Het was een kinderdroom van me om zoiets te ontwerpen. Ook wilde ik dat ieder kind, met en zonder lichamelijke stoornis, het ontwerp kan gebruiken.”
Khouws ontwerp, ‘Swing a Door’, is een buitenspelobject. Het valt onmiddellijk op door de felle kleuren en de speelse vormgeving. ,,Veel bestaande objecten voor gehandicapte kinderen zien er ‘gehandicapt’ en aangepast uit”, zegt ze. ,,Ze nodigen niet uit tot spontaan spelen. En daar wilde ik verandering in brengen. De kinderen hebben met het schaalmodel gespeeld alsof het een Barbie-decor was.”
Ook in de rest van de tentoonstelling staat de emotionele beleving van het kind centraal. Logisch, vindt Khouw, spelen is belangrijk voor álle kinderen.
Het leven van kinderen met een handicap is er dus de afgelopen twintig jaar een stuk leuker op geworden. Maar volgens Gielen moet er nog veel gebeuren: ,,Er zijn nog steeds weinig goed vormgegeven hulpmiddelen. En we moeten voorwerpen ontwerpen die door iedereen te gebruiken zijn, met of zonder handicap.” En de samenwerking met de Stichting? Die is wegens succes geprolongeerd.
Comments are closed.