De Modernisering Ondersteunende Diensten (MOD) heeft nog niet tot de gewenste bezuiniging geleid.Op dit moment heeft de in 1997 afgekondigde reorganisatie van de bestuurlijke ondersteuning op centraal niveau en in de faculteiten een kostenbesparing van zo’n 17 miljoen gulden opgeleverd.
Bij de start van de MOD werd aan ongeveer 30 miljoen gulden gedacht.
De belangrijkste besparingen zijn geboekt bij het zogeheten ‘facility management’: het verzorgen van huisvesting, meubilair en voorzieningen voor de medewerkers. Aan informatisering en automatisering besteedt de TU nu veel meer dan in 1997 werd voorzien. Als het tijdelijk personeel verdwijnt dat nu de invoering van de nieuwe administratieve systemen begeleidt, kan het uiteindelijk te bezuinigen bedrag hoger uitvallen.
Opvallend is dat een groei van ondersteunende taken – bijvoorbeeld door een sterke aanwas van studenten – wel tot meer personeel leidt, maar dat het omgekeerde niet het geval lijkt. ,,Dit zou een bekende wetmatigheid bevestigen dat overhead haast van nature de neiging heeft om te groeien en dat bewust gevoerd beleid noodzakelijk is om dit tegen te gaan”, aldus de toelichting bij de Tussenrapportage MOD, die deze week door het college van bestuur werd besproken.
De faculteiten ervaren de door de MOD bedoelde concentratie van ondersteunende diensten als ‘niet werkbaar’. Zij zien die diensten het liefst dicht bij onderwijs en onderzoek. Tegelijkertijd wil de decaan zijn greep op de ondersteuning niet verliezen. Daar zit dus een spanningsveld, constateert de tussenrapportage.
In de rapportage geven diverse betrokkenen in de faculteiten aan dat ze centrale leiding gemist hebben bij de veranderingsprocessen en dat de relatie tussen het centrale niveau en de faculteiten gebrekkig is. De slechte communicatie tussen het college van bestuur en zijn staf en de interne communicatie binnen de staf zijn daar volgens hen debet aan. De informele contacten met individuele stafleden zijn wel goed.
Het college van bestuur heeft nog geen standpunt bepaald naar aanleiding van de tussenrapportage. Collegevoorzitter De Voogd laat wel weten dat er bij het college ‘lichte zorg’ leeft over de kwaliteit van de ondersteuning. In het najaar is een workshop met de faculteiten gepland over de MOD-operatie.
De Modernisering Ondersteunende Diensten (MOD) heeft nog niet tot de gewenste bezuiniging geleid.
Op dit moment heeft de in 1997 afgekondigde reorganisatie van de bestuurlijke ondersteuning op centraal niveau en in de faculteiten een kostenbesparing van zo’n 17 miljoen gulden opgeleverd. Bij de start van de MOD werd aan ongeveer 30 miljoen gulden gedacht.
De belangrijkste besparingen zijn geboekt bij het zogeheten ‘facility management’: het verzorgen van huisvesting, meubilair en voorzieningen voor de medewerkers. Aan informatisering en automatisering besteedt de TU nu veel meer dan in 1997 werd voorzien. Als het tijdelijk personeel verdwijnt dat nu de invoering van de nieuwe administratieve systemen begeleidt, kan het uiteindelijk te bezuinigen bedrag hoger uitvallen.
Opvallend is dat een groei van ondersteunende taken – bijvoorbeeld door een sterke aanwas van studenten – wel tot meer personeel leidt, maar dat het omgekeerde niet het geval lijkt. ,,Dit zou een bekende wetmatigheid bevestigen dat overhead haast van nature de neiging heeft om te groeien en dat bewust gevoerd beleid noodzakelijk is om dit tegen te gaan”, aldus de toelichting bij de Tussenrapportage MOD, die deze week door het college van bestuur werd besproken.
De faculteiten ervaren de door de MOD bedoelde concentratie van ondersteunende diensten als ‘niet werkbaar’. Zij zien die diensten het liefst dicht bij onderwijs en onderzoek. Tegelijkertijd wil de decaan zijn greep op de ondersteuning niet verliezen. Daar zit dus een spanningsveld, constateert de tussenrapportage.
In de rapportage geven diverse betrokkenen in de faculteiten aan dat ze centrale leiding gemist hebben bij de veranderingsprocessen en dat de relatie tussen het centrale niveau en de faculteiten gebrekkig is. De slechte communicatie tussen het college van bestuur en zijn staf en de interne communicatie binnen de staf zijn daar volgens hen debet aan. De informele contacten met individuele stafleden zijn wel goed.
Het college van bestuur heeft nog geen standpunt bepaald naar aanleiding van de tussenrapportage. Collegevoorzitter De Voogd laat wel weten dat er bij het college ‘lichte zorg’ leeft over de kwaliteit van de ondersteuning. In het najaar is een workshop met de faculteiten gepland over de MOD-operatie.
Comments are closed.