Campus

Regels zijn het mooist als ze tijdelijk zijn

.chap Wim Dik, een uitgesproken industrieelVenijnig en onomwonden: zo zijn we de kersverse hoogleraar Management van ICT-geörienteerde Organisaties gewend als voorzitter van de raad van bestuur van KPN.

Wim Dik, van Delft naar Delft.

Per 1 maart is Dik (Rotterdam, 1939) aangesteld als deeltijdhoogleraar aan de faculteit Techniek, Bestuur en Management aan de TU Delft. Hier begon hij ook zijn opleiding, aan de – toen nog – Technische Hogeschool van Delft. Hij studeerde hier voor elektrotechnisch ingenieur, vervolgens deed hij in Rotterdam nog economie.

Direct aansluitend begon hij in 1964 bij Unilever, waar hij tien jaar later toetrad tot de directie van worstenfabriek Unox in Oss. Dik houdt ervan de gemoederen op te schudden met uitspraken als: ,,Koffietijd hoeft niet uit te monden in verjaarspartijtjes.” Hij besluit zijn loopbaan bij de Brits-Nederlandse multinational als voorzitter van de directie van de Nederlandse Unilever Bedrijven.

Vervolgens neemt hij het op zich op van het staatsbedrijf PTT een private onderneming te maken. De verzelfstandiging vond plaats in 1989. Maar daarmee bleef het bedrijf monopolist op het gebied van post en telefonie. Wat overigens het ‘Oranje-gevoel’ voor het bedrijf niet in de weg stond, een gemoedstoestand die door Dik werd aangemoedigd. Als het bedrijf dan ook in 1994/95 naar de beurs gaat, is er sprake van een ware hype. Het moest een ‘volksaandeel’ worden, en om dat te bereiken wordt een deel van het aandelenpakket gereserveerd voor ‘de gewone man’. Met succes.

Dik heeft de neiging om ook zelf ‘de gewone man’ uit te hangen. Onder meer in zijn taalgebruik, dat alles behalve diplomatiek genoemd kan worden. Bij een overnamegevecht: ,,Wie het eerst met de ogen knippert, is de lul.” Bij een van de vele prijswaarschuwingen van de Opta: ,,De Opta heeft een paar knotsen van rekenfouten gemaakt. Onze koers is vandaag naar beneden gedonderd. Zo vermoord je KPN.”

Snoep

Wellicht is hij daarom nooit verder gekomen in de landelijke politiek. In het derde en laatste kabinet Van Agt was hij vijftien maanden lang staatssecretaris voor buitenlandse handel. ,,Een weinig politieke functie”, noemt hij dat later. ,,Ik moest vooral het Nederlandse bedrijfsleven verkopen en dat deed ik. In verkopen ben ik goed.”

Met ambtenarij heeft hij aanmerkelijk minder op. Bij zijn aantreden bij de PTT was dat bedrijf in een diepe ambtelijke slaap gedompeld. Vele parafen waren nodig om van de monopolist gedaan te krijgen dat hij alsjeblieft een telefoon zou willen komen aansluiten, als het tenminste uitkwam. Het moet gezegd: daaraan heeft Dik resoluut een eind gemaakt. Elk postkantoor werd een klein bedrijfje dat zichzelf moest bedruipen met de verkoop van wenskaarten en snoep. ,,Wie dat niet bevalt, mag nu naar voren komen. Dan regelen we dat even.”

Stroever ging de verlaging van de telefoontarieven. Enkele jaren geleden moesten de buitenlandtarieven omlaag, waarop Dik doodleuk meldde dat dan de binnenlandse tarieven maar omhoog moesten.

En nu: de TU. Zelf noemt hij als rode draad in zijn carrière ‘het verleggen van grenzen’. Dat stelt hij in een bijdrage aan het blad van zijn faculteit. ,,Niet omdat ik het verleggen ervan op zich zo interessant vind, maar omdat ik altijd geloofd heb in het ontwikkelen van producten die behoeftes van klanten vervullen.” Marketing pur sang: find a need and fill it.

Ambitieus is hij ook in deze functie: ,,Grenzen mogen niet belemmerend werken en regels zijn het mooist als ze tijdelijk zijn. Deze grondslag voor marketing wil ik ook bij de TU Delft weer centraal stellen.” Uiteraard heeft ook de nieuwe technologie zijn interesse. ,,Het is mijn stellige overtuiging dat het onderwijs, in navolging van het bedrijfsleven, zich nog veel sterker moet concentreren op de mogelijkheden die ICT biedt.”

Hij predikt zelfs openheid. ,,Samen met de aankomende technici van Nederland bv van 2000+ hoop ik een forse bijdrage te leveren aan het opengooien van de TU Delft en daarna de rest van de onderwijssamenleving. Want er staat nog veel te gebeuren. Op het gebied van communicatie is de geest uit de fles.”

Zo modern als dat klinkt, zo behoudend is zijn hobby: hij is drummer van een ‘oude-stijl’ jazzband. Dat is al geregeld te zien geweest op de televisie; laatst nog bij Paul de Leeuw. Vanachter de bekkens en trommels geeft hij de maat aan. Zoals gewoonlijk.

.chap Wim Dik, een uitgesproken industrieel

Venijnig en onomwonden: zo zijn we de kersverse hoogleraar Management van ICT-geörienteerde Organisaties gewend als voorzitter van de raad van bestuur van KPN. Wim Dik, van Delft naar Delft.

Per 1 maart is Dik (Rotterdam, 1939) aangesteld als deeltijdhoogleraar aan de faculteit Techniek, Bestuur en Management aan de TU Delft. Hier begon hij ook zijn opleiding, aan de – toen nog – Technische Hogeschool van Delft. Hij studeerde hier voor elektrotechnisch ingenieur, vervolgens deed hij in Rotterdam nog economie.

Direct aansluitend begon hij in 1964 bij Unilever, waar hij tien jaar later toetrad tot de directie van worstenfabriek Unox in Oss. Dik houdt ervan de gemoederen op te schudden met uitspraken als: ,,Koffietijd hoeft niet uit te monden in verjaarspartijtjes.” Hij besluit zijn loopbaan bij de Brits-Nederlandse multinational als voorzitter van de directie van de Nederlandse Unilever Bedrijven.

Vervolgens neemt hij het op zich op van het staatsbedrijf PTT een private onderneming te maken. De verzelfstandiging vond plaats in 1989. Maar daarmee bleef het bedrijf monopolist op het gebied van post en telefonie. Wat overigens het ‘Oranje-gevoel’ voor het bedrijf niet in de weg stond, een gemoedstoestand die door Dik werd aangemoedigd. Als het bedrijf dan ook in 1994/95 naar de beurs gaat, is er sprake van een ware hype. Het moest een ‘volksaandeel’ worden, en om dat te bereiken wordt een deel van het aandelenpakket gereserveerd voor ‘de gewone man’. Met succes.

Dik heeft de neiging om ook zelf ‘de gewone man’ uit te hangen. Onder meer in zijn taalgebruik, dat alles behalve diplomatiek genoemd kan worden. Bij een overnamegevecht: ,,Wie het eerst met de ogen knippert, is de lul.” Bij een van de vele prijswaarschuwingen van de Opta: ,,De Opta heeft een paar knotsen van rekenfouten gemaakt. Onze koers is vandaag naar beneden gedonderd. Zo vermoord je KPN.”

Snoep

Wellicht is hij daarom nooit verder gekomen in de landelijke politiek. In het derde en laatste kabinet Van Agt was hij vijftien maanden lang staatssecretaris voor buitenlandse handel. ,,Een weinig politieke functie”, noemt hij dat later. ,,Ik moest vooral het Nederlandse bedrijfsleven verkopen en dat deed ik. In verkopen ben ik goed.”

Met ambtenarij heeft hij aanmerkelijk minder op. Bij zijn aantreden bij de PTT was dat bedrijf in een diepe ambtelijke slaap gedompeld. Vele parafen waren nodig om van de monopolist gedaan te krijgen dat hij alsjeblieft een telefoon zou willen komen aansluiten, als het tenminste uitkwam. Het moet gezegd: daaraan heeft Dik resoluut een eind gemaakt. Elk postkantoor werd een klein bedrijfje dat zichzelf moest bedruipen met de verkoop van wenskaarten en snoep. ,,Wie dat niet bevalt, mag nu naar voren komen. Dan regelen we dat even.”

Stroever ging de verlaging van de telefoontarieven. Enkele jaren geleden moesten de buitenlandtarieven omlaag, waarop Dik doodleuk meldde dat dan de binnenlandse tarieven maar omhoog moesten.

En nu: de TU. Zelf noemt hij als rode draad in zijn carrière ‘het verleggen van grenzen’. Dat stelt hij in een bijdrage aan het blad van zijn faculteit. ,,Niet omdat ik het verleggen ervan op zich zo interessant vind, maar omdat ik altijd geloofd heb in het ontwikkelen van producten die behoeftes van klanten vervullen.” Marketing pur sang: find a need and fill it.

Ambitieus is hij ook in deze functie: ,,Grenzen mogen niet belemmerend werken en regels zijn het mooist als ze tijdelijk zijn. Deze grondslag voor marketing wil ik ook bij de TU Delft weer centraal stellen.” Uiteraard heeft ook de nieuwe technologie zijn interesse. ,,Het is mijn stellige overtuiging dat het onderwijs, in navolging van het bedrijfsleven, zich nog veel sterker moet concentreren op de mogelijkheden die ICT biedt.”

Hij predikt zelfs openheid. ,,Samen met de aankomende technici van Nederland bv van 2000+ hoop ik een forse bijdrage te leveren aan het opengooien van de TU Delft en daarna de rest van de onderwijssamenleving. Want er staat nog veel te gebeuren. Op het gebied van communicatie is de geest uit de fles.”

Zo modern als dat klinkt, zo behoudend is zijn hobby: hij is drummer van een ‘oude-stijl’ jazzband. Dat is al geregeld te zien geweest op de televisie; laatst nog bij Paul de Leeuw. Vanachter de bekkens en trommels geeft hij de maat aan. Zoals gewoonlijk.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.