Studentenleven
Interview: Rosanna Blond

Regelen, ontgroenen, kingsen: Rosanna’s debuutroman staat bol van de studentikoze verwijzingen

Ze was het schatplichtig aan haar jongere zelf om haar ervaringen met het Delftse studentenleven op te schrijven, vond Rosanna. Dus verwerkte ze ze in een roman. “Mijn herinneringen bleken een onuitputbare bron.”

Voor haar boek putte Rosanna uit haar eigen ervaringen in het Delftse studentenleven. (Foto: Thijs van Reeuwijk)

Op slag verliefd was de Belgische Rosanna Blond (pseudoniem van Siirilotta Moonen), toen ze in 2017 voor het eerst voet zette in Delft. Anno 2025 woont ze er nog steeds. Inmiddels alumnus civiele techniek, samenwonend met een Nederlander én auteur van haar zelf gepubliceerde roman. Verliefd is ze nog steeds: “En dat is heus niet alleen studentennostalgie. Het is de stad zelf, de sfeer. Ik houd van de Oostpoortbrug en van de roeiers op de Schie. Het was te vroeg om weg te gaan.”

Je zou Rosanna’s debuutroman dan ook kunnen zien als een ode aan Delft. Die begon als een reeks observaties in haar studententijd – grotendeels tijdens de pandemie. Over studeren, feestjes, huizen, liefde, maar vooral haar fascinatie voor de Nederlandse studentencultuur.

Die krabbels werden de roman Liever Jij Dan Ik, nu te koop. Hoofdpersoon is Julie, een Belgische studente in Delft. Ze raakt verwikkeld in een ingewikkelde knipperlichtrelatie met de corporale Mees. Zij wil liefde, hij wil seks, bier en plezier. Of toch niet?

Net als de hoofdpersoon Julie kom jij uit België. Hebben jullie meer gelijkenissen?

“Ik heb geprobeerd om Julie te typeren zoals ik zelf was op mijn negentiende. Expres, want ik wil niet over dingen schrijven die ik zelf niet snap.

Beiden zijn we vanuit België naar Delft gekomen om civiele techniek te studeren. Julie woont samen met alleen maar mannen, ik toen ook. En we denken allebei overal honderd keer over na. Op een gegeven moment is ze zo kapot van liefdesverdriet dat ze haar tentamens skipt. Dat heb ik ook wel eens gedaan.

Ook de andere personages en gebeurtenissen zijn gebaseerd op echte mensen en echte verhalen. Maar minder duidelijk – het zijn combinaties. Mees is bijvoorbeeld echt een mix van verschillende jongens die ik heb gekend.”

Maar weinig technici schrijven een roman. Waarom jij wel?

“Al op de middelbare school had ik ontzettend veel zin om te gaan studeren. En nu is het opeens voorbij. En realiseer ik me dat die periode zo kostbaar is. Daar moest ik iets mee, dat werd een boek. Die was ik in zekere zin verschuldigd aan mijn jongere zelf.”

Je zei het al even, de Nederlandse studentencultuur fascineert je. Is die zo anders dan in België?

“Nogal! In Nederland is het studentenleven veel uitgesprokener. Hier kun je als student doen en laten wat je wil, dat vind ik supervet. Wil je bij een gezelligheidsvereniging? Een sportvereniging? Dan doe je dat gewoon. Het is echt een bubbel, een superhechte studentengemeenschap. Ik heb nooit in België gestudeerd, maar naar mijn idee leeft dat studentengevoel in België veel minder.”

‘Ik merkte dat er veel anekdotes over taal en cultuur verloren gingen als ik de hoofdpersonages Nederlands maakte’

In het boek ziet Julie regelmatig verschillen tussen Belgen en Nederlanders. Waarom heb je die ervaringen verwerkt in je boek?

“Het is simpelweg wat ik ken. Toen ik begon met schrijven, was mijn hoofdpersoon een Nederlandse. Anders leest niemand het, dacht ik. Maar het voelde niet authentiek. Ik merkte dat er veel anekdotes over taal en cultuur verloren gingen als ik de hoofdpersonages Nederlands maakte.

Ik ben bewust nooit lid geworden van de Belgische studentenvereniging Moeder Delftsche. Ik wilde juist niet teveel met andere Belgen optrekken. En ik merkte al gauw dat Nederlanders het heel leuk vinden als je ergens anders vandaan komt. Je spreekt hun taaltje wel, maar net even anders. Ik heb nooit moeite gehad met integreren.”

Je schrijft over allerlei studentendingen. Zo maakt Mees een typische ontgroening mee als hij bestuurslid wordt. In zijn huis hangt een scorebord waarop de huisgenoten bijhouden hoe vaak ze ‘regelen’. Er worden drankspelletjes gespeeld als bussen, kingsen en vikingen. Schrijf je die dingen op uit eigen ervaring?

“Net als Julie ben ik een observator. Die ontgroening bijvoorbeeld, die heb ik niet zelf meegemaakt. Maar ik herinner me wel verhalen van anderen. En dat scorebord heb ik zien hangen.

Maar het is niet zo dat ik persoonlijke verhalen van vrienden deel. Het zijn grotendeels gedeelde ervaringen, mixjes van verhalen die ik via-via heb gehoord. Mijn herinneringen bleken een onuitputbare bron.”

In het boek lees ik allemaal verwijzingen naar het Delftse studentenleven. Toch noem je bijvoorbeeld de studentenverenigingen waar je personages lid zijn, niet bij naam. Terwijl je ze als Delftse lezer wel herkent. Waarom niet?

“Ik wilde de verenigingen een beetje in de luwte houden. Niet een of ander beeld van hen schetsen waar zij later problemen mee krijgen. Maar veel dingen in het boek herken je inderdaad als je zelf in Delft studeert. Maar anders niet. Dat was ook de bedoeling.

Op deze manier kan een lezer uit Groningen zijn eigen namen erop plakken. Ik bedoel maar, elke studentenstad heeft een corporale vereniging als D.S.C. en een studentendiscotheek die lijkt op Lorre.”

‘Met wat ik doe, ben ik schatplichtig aan Remco Campert’

Voorin het boek staat een citaat van de Nederlandse schrijver Remco Campert. Ik citeer: ‘Mensen leer je nooit kennen, jezelf niet eens, laat staan anderen’. Wat betekent dat citaat voor jou?

“Die quote typeert voor mij het sentiment achter mijn eigen verhaal en Camperts boek Het leven is vurrukkulluk, al weet ik niet zeker of het citaat daar ook echt uit komt. In beide verhalen staat de complexiteit van mensen en de dynamiek tussen mensen centraal.

In Het leven is vurrukkulluk slaat Campert de spijker op zijn kop. Hij omschrijft daarin perfect hoe is het is om jong te zijn in Nederland. Ik probeer in mijn boek eigenlijk hetzelfde te doen. Maar hij is natuurlijk een enorme taalvirtuoos, dus ik zou me echt niet kunnen vergelijken met hem. Maar met wat ik doe, ben ik wel schatplichtig aan hem. Campert is mijn favoriete schrijver, alles wat hij heeft geschreven is mooi.”

Komt er een volgend boek?

“Ik blijf schrijven, al gooi ik het wel over een andere boeg. Ook voor en sinds mijn studententijd is er van alles gebeurd. Zo komt mijn moeder uit Finland. Ook dat is zo’n mooi land, zo’n mooie cultuur… daar zou ik graag over schrijven. Maar mijn eerste doel is een Engelse vertaling van dit boek.”

Rosanna Blond – Liever Jij Dan Ik (maart 2025)

Wetenschapsredacteur Kim Bakker

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

k.bakker@tudelft.nl

Comments are closed.