Stop met alcohol voor jongeren. Zo luidt de veelzeggende titel van het nieuwe boek van Nico van der Lely. Op zijn alcoholpoli ziet de Delftse kinderarts nog steeds te veel studenten met een alcoholvergiftiging. “Het is tegenwoordig een sport om naar de getver te gaan.”
Kinderarts Nico van der Lely: "Bier in plaats van sterk is deel van de oplossing." (Foto: Frank van der Burg)
OWee. Op de alcoholpoli van het Reinier de Graaf Gasthuis in Delft brengen ambulancemedewerkers een achttienjarige deelneemster binnen. Alcoholcoma. Haar mentor, zelf ook ver heen, heeft net als zij geen idee wat er is gebeurd. Nico van der Lely, kinderarts en oprichter van de alcoholpoli, belt haar ouders. Die blijken niet bereid hun vakantie af te breken voor hun dronken dochter. Van der Lely: “Die denken: als ze uit huis gaat, is ze klaar voor de wijde wereld. Nou, mooi niet.”
Met het meisje komt het goed. Op korte termijn in ieder geval, zegt Van der Lely. Maar op de lange termijn kun je volgens de arts nooit helemaal zeker weten welke schade een overdosis alcohol aanricht. “Misschien was je wel intelligenter gebleven als je die avond niet zo veel gedronken had, of had je op latere leeftijd geen kanker gekregen. We weten simpelweg niet wat de langetermijnschade is van zo veel alcohol op één avond. Maar we weten wel dát er blijvende schade is.”
Het is een van zijn redenen om te pleiten voor minder, véél minder alcohol. Tot de leeftijd van 18 jaar wil hij helemaal geen alcohol zien, zoals de titel van zijn nieuwe boek Stop met alcohol voor jongeren duidelijk maakt. Aan het Delftse studentenleven wijdt hij een heel hoofdstuk. Zijn oproep aan hen: stop met sterke drank.
Waarom is dat nodig?
“Alle ernstige gevallen die wij op de alcoholpoli zien, zijn het gevolg van sterke drank. De mensen die bij ons binnenkomen zijn zo ver heen, dat hadden ze met alleen bier nooit kunnen bereiken. We zien echt nare dingen. Een zestienjarige die dronken de snelweg oploopt en dat niet overleeft. Een jongen van 23 die een café kort en klein probeert te slaan. Studentes die seksueel misbruikt worden nadat alcohol alle remmen weg heeft genomen. Ongelooflijk veel incidenten zijn gerelateerd aan alcoholmisbruik.”
In jouw studententijd speelde dit allemaal nog niet zo, schrijf je. Wat is er veranderd?
“Toen ik studeerde, dronk ik ook heus wel bier. Andere drank was er niet te krijgen. Tegenwoordig zitten ze allemaal aan de jenever en de rum-cola. Vroeger dronk je op de studentenvereniging gezellig een biertje, tegenwoordig is het een sport om ‘naar de getver’ te gaan. Alcohol is overal in het studentenleven. Bij de studiespullen in de Hema zag ik shotglaasjes staan. Dat gaat toch te ver?
Het begint eigenlijk al veel eerder, bij hun ouders thuis. Als die elke dag een fles wijn opentrekken, gaan hun kinderen dat normaal vinden. Uit onderzoek weten we dat als ouders veel drinken, hun kinderen daar ook vatbaarder voor zijn.”
Wat speelt nog meer mee?
“Vroeger was het verenigingsbestuur een stuk ouder dan de meeste leden. Je deed zeven, acht jaar over je studie en ging ruim na je twintigste eens verantwoordelijkheid nemen voor je vereniging. Het leeftijdsverschil is dan groot genoeg om autoriteit te hebben.
Maar tegenwoordig moet studeren snel, snel, snel. Het gevolg is dat bestuursleden en OWee-mentoren vaak nog maar 21 zijn, terwijl je brein pas uitontwikkeld is na je 23ste! Dat zijn kinderen die tegen kinderen moeten zeggen dat ze zich moeten inhouden met alcohol.”
‘Ik hoop uiteindelijk dat studenten het weer ‘gewoon’ bij bier houden’
Pleit je voor een algeheel verbod op sterke drank op verenigingen?
“Ik hoop uiteindelijk dat studenten het weer ‘gewoon’ bij bier houden. Maar we moeten het slimmer aanpakken dan een verbod. Als een vereniging geen sterke drank meer mag verkopen, komt er geen hond meer. Dan gaan ze allemaal in studentenhuizen drinken. Dan heb je er helemaal geen zicht meer op.
Dus proberen we in Delft van onderaf een cultuurverandering op gang te brengen. Zodat er niet iemand is die van bovenaf zegt ‘dit mag niet’, maar dat het echt gedragen wordt door de hele studentengemeenschap. De studentbestuurders van de grote verenigingen, de burgemeester en de TU Delft zitten allemaal bij mij aan tafel. Het is nu de bedoeling dat andere studentensteden het ook op deze manier gaan aanpakken.”
Welke concrete maatregelen komen voort uit de Delftse aanpak?
“De verenigingen die meedoen hebben hun contracten met de drankleveranciers laten openbreken. Studentenverenigingen zijn voor een heel groot deel financieel afhankelijk van hun baromzet, en aan sterke drank valt meer te verdienen dan aan bier. Dus dat verdienmodel moet op de schop. Hoe dat er precies uit gaat zien, daar werken we aan.”
En dan allemaal aan het bier in plaats van sterk?
“Bier in plaats van sterk is deel van de oplossing. Maar je wilt het ook normaler maken om géén alcohol te drinken. Drie jaar geleden was je een loser als je met je flesje 0,0 procent in een hoek stond. Nu komt alcoholvrij op meerdere Delftse verenigingen van de tap. Je ziet dus geen verschil meer tussen een biertje met of zonder alcohol. Het gevolg is dat daar nu veel meer alcoholvrij gedronken wordt.
Het gaat echt de goede kant op in Delft. Omdat de doorloop in het studentenleven zo hoog is, kan het snel veranderen. Ter illustratie, op de alcoholpoli zien we het effect van de verhoogde leeftijdgrens in 2014 (voor die tijd mocht je alcohol drinken vanaf 16 jaar, nu vanaf 18 jaar, red.). Er komen véél minder jonge kinderen met een alcoholvergiftiging binnen. Dat werkt door als zij gaan studeren.”
Wat is een normaal drinkpatroon voor een Delftse student?
“Dat is echt afhankelijk van het individu. Als je een goede bodem hebt, kun je bijvoorbeeld meer hebben, jongens kunnen alcohol beter afbreken dan meisjes, Aziaten kunnen vanwege een afwijkend enzym sowieso slecht tegen alcohol. Dus laat ik het anders zeggen: als je niet dronken wordt, niet naar het ziekenhuis hoeft, netjes je studie kan afronden en niet afhankelijk bent van alcohol, is er weinig aan de hand.
Met alleen bier ga je niet zo snel over de schreef. Het is niet erg als je in een studententijd wel eens een biertje drinkt, of zelfs af en toe een biertje te veel. Het is een fase waarin je juist goed leert om te gaan met alcohol. Maar uiteindelijk denk ik dat we alcohol moeten zien als een iets speciaals. Niet iets wat je elke dag drinkt, maar af en toe bij een bijzondere gelegenheid.”
Drink jij, ‘s lands pleitbezorger van strenger alcoholbeleid, nog wel eens?
“Ik drink ook wel eens een biertje. Maar niet te veel en niet te vaak.”
Nico van der Lely, Stop met alcohol voor jongeren. Waarom dat moet en hoe het kan (Fontaine Uitgevers, 2024)
Prof.dr. Nico van der Lely (1963) is kinderarts in het Reinier de Graaf Gasthuis in Delft. Hij richtte daar in 2016 de eerste polikliniek Jeugd & Alcohol op. Inmiddels zijn er twaalf klinieken, verspreid over het hele land.
Met zijn stichting Jeugd & Alcohol was Van der Lely in 2018 de initiatiefnemer van het Delftse alcoholconvenant, waarin Delftse gezelligheidsverenigingen afspraken om het alcoholgebruik terug te dringen. Ook organiseert hij een jaarlijks alcoholsymposium voor studenten.
Van der Lely is tevens hoogleraar aan de Universiteit van Antwerpen en schreef eerder de boeken Onze kinderen en alcohol en De alcoholvrije puber.

Comments are closed.